Vandaag heb ik het boek: Dagboek van genante momenten, met als ondertitel: een vrolijke roman voor iedereen die wel eens door het leven blundert, geschreven door Robyn Harding uitgelezen. Aardig maar niet meer dan dat. Toch zal ik mij het boek altijd blijven herinneren. Ik vond het zeer verbazingwekkend om in een uit het Amerikaans vertaald boek een gezegde te lezen die ontleend is aan een plaats vlak bij mij in de buurt. Kollum ligt maar 15 kilometer van mijn woonplaats af, maar ik had de uitdrukking "HIJ GLIMLACHTE NAAR ME ALS EEN KOLLUMER KAT" nog nooit gehoord. Ik heb even gegoogeld en dat leerde mij dat deze term bij de zoekmachine bekend is. Als uitleg kreeg ik dat de inwoners van Kollum "kattenfretters" genoemd worden en dat er vorig jaar een poezenbeeld in Kollum is geplaatst. Nooit geweten. Ik zou graag willen weten hoe de vertaalster Hanneke Nutbey op het idee is gekomen om deze uitdrukking te gebruiken.
voorlopig is de zondag weer de gedichtendag, daar gaan we dan.
Per ongeluk
ontmoette ik geluk
ik heb toen het vertrouwde
ongelukkige leven opgegeven
en in alle onzekerheid
ben ik gelukkig
gaan leven
hannah 1980
Even vanuit den vreemde. Schone zoon redt zich uitstekend, piepmuisje Rixte vermaakt zich opperbest en heeft al haar reserves ten opzichte van mij laten varen, maar dochterlief...... oef dat viel even tegen. Ooit heb ik een soortgelijke operatie ondergaan, maar dat was in mijn herinnering veel minder heftig. Ik weet wel dat ik toen de eeste dagen de spiegels ontlopen heb, omdat men mij dat aanraadde. Ik vond het toen nogal onzin, maar ik begrijp nu waarom mij destijds die raad gegeven werd.
Voor de goede orde, denk nu niet dat wij, dochterlief en ik, afzichtelijk lelijk zijn, of waren. Dat is heus niet het geval, maar wij leven heden ten dage wel in een westerse samenleving, waarin veel mogelijk is en waar het niet nodig is om op latere leeftijd, lees als je oud en bejaard bent, het leven verder door moet met een gebit wat bestaat uit anderhalve tand of een door vergroeiingen niet op elkaar passend geheel of iets dergelijks. Het kost even moeite en pijn, maar dat is het zeker waard als je er later ook nog enigszins apetijtelijk uit wilt zien. Dat neemt niet weg dat dochterlief het vandaag moeilijk had. De zwellingen in het gelaat en andere ongemakken waren ruimschoots aanwezig.
Ze was blij met mijn komst, maar ik ben dus nooit tevreden. Was alles maar iets minder heftig geweest, dan had zij zich beter gevoeld en was ze iets minder blij met mijn komst geweest, zodat ik mij iets meer overbodig gevoeld had. Daar had ik uiteindelijk toch beter raad mee geweten. Maar alle tegenstrijdigheden daargelaten, ik ben blij dat iik hier ben en dat ik haar tot steun kan zijn. Daar zijn moeders voor en ik doe het zeer zeker met alle liefde die ik in mij heb. Laat daar geen misverstand over bestaan..
Meestal voelt het niet prettig, overbodig zijn. Misschien ga ik mij vandaag en morgen wel totaal overbodig voelen en als dat zo is, zal ik het dit keer niet niet erg vinden. Het zou betekenen dat dochterlief weinig pijn en last van de operatie heeft en ligt te trappelen om weer naar huis te mogen. Het zou ook betekenen dat piepmuisje Rixte, ook los van haar zeer geliefde moeder, zich enigszins gelukkig kan voelen. En het zou ook betekenen dat schone zoon de huishouding, inclusief de was, heel goed draaiende kan houden. Ik zou dan als moeder, oma en schone moeder totaal overbodig zijn. Hm, voelt toch niet helemaal goed. Ik hoop stiekum dat de één of de ander mij toch een héééééél klein beetje nodig heeft.............
Soms vraag ik mijzelf wel eens af of ik wel goed bij mijn hoofd ben. Hoe heb ik er ooit mee in kunnen stemmen om voorzitter te worden van een tennisclub met bijna vijf honderd leden. Dat is toch vragen om moeilijkheden! Zeker als je dan met je bestuur een andere weg in slaat en als blijk van waardering naar de vrijwilligers toe een dag met hen op stap gaat. Uiteraard kun je dan kritiek verwachten. Het zal nooit zo zijn dat vijf honderd mensen het volldedig met een bestuur eens zijn. Ik zie het dan ook als een groot waagstuk om met vijftig leden in een bus een dag uit te gaan. Maar het gaat wel gebeuren. Vandaag gaan we naar de eerste dag van het ABN/AMRO tennistoernooi in Ahoy in Rotterdam. Ik troost mij met de gedachte dat er waarschijnlijk één persoon is die op dit moment veel grotere problemen heeft, omdat de mensen niet meer mee willen doen. Sneu voor ons, maar waarschijnlijk voor Richard Krajicek een heel groot probleem waar ik mij gelukkig niet mee hoef te bemoeien.
TOEVOEGING
Natuurlijk was het leuk. Achteraf is dat vaak zo, maar ik ben gewoon een beetje hardleers. We hadden mooie plaatsen; er was een interessante wedstrijd, alleen Raymond Sluyter werkte niet optimaal mee. Nee, hij verloor niet, maar hij raakte in de eerste set geblesseerd. Dan kun je merken dat je met sport- cq tennisliefhebbers op stap bent die zelf vaak actief op de baan te vinden zijn. Iedereen had begrip voor de situatie, want de meesten weten uit eigen ervaring dat een blessure snel is opgelopen.
Het is vakantie. Misschien even tijd voor een pas op de plaats, want helemaal gelukkig ben ik niet. Verschillende gedachten tollen door mij heen. Dit varieert van "jammer dat we dit jaar niet op wintersport gaan" tot "goed dat ik nu even tijd heb om dochterlief tot steun te zijn door tijdens haar ziekenhuisopname bij haar piepmuisje Rixte te kunnen zijn" en talloze minder uitgesproken gevoelens van vrij zijn en toch weer niet, zin hebben om van alles te gaan doen, foto's inplakken bijvoorbeeld, en toch weer niet.
Ik maak eigenlijk maar weinig blogjes waarin mijn persoonlijke gemoedstoestand aan de orde komt. Bij 20six had ik wel een rubriek "dagboek" aangemaakt, maar daar zijn maar weinig artikelen in geplaatst. Nu ik toch een beetje aan het mijmeren ben, wil ik even stil staan bij het feit dat het al meer dan een jaar geleden is dat ik met bloggen begonnen ben. Ik heb willens en wetens die datum een beetje voorbij laten gaan, want ik kon niet echt een keuze maken om er wel of niet aandacht aan te schenken. En toen 20six de boel ook nog ging reorganiseren had ik zoiets van laat maar.
Dat geldt niet voor het bloggen op zich. Ik doe het altijd met veel plezier, al zijn er een paar dingen anders gegaan dan ik gedacht had. Zo had ik de woensdag tot columndag gemaakt en de zondag tot gedichtendag. Na enige tijd merkte ik dat veel van mijn stukjes in columnvorm geschreven worden en dat een aparte columndag dus niet werkte. Zo rond de zomervakantie kwam de klad een beetje in de zondag gedichtendag. Misschien ga ik dat vanaf de volgende week wel weer invoeren. Nee, niet nu. Vandaag heb ik de ruimte verbruikt voor misschien wel een "zeurstukje", maar zo heel af en toe moet dat kunnen.
Achtenveertig keer vier. Bijna tweehonderd. Honderdtweeënnegentig om precies te zijn. Als ik hier honderd min vijftig is vijftig vanaf trek houd ik honderdtweeënveertig over. Daar trek ik nog eens zevenenvijftig vanaf, houd ik vijfentachtig over. Vijfvijfennegentig, drievijfennegentig, zevenvijfennegentig, viervijfennegentig, drievijftig en éénvijftig is samen zevenentwintigtachtig, dat trek ik dan weer van die vijfentachtig af en dat geeft als uitkomst zevenenvijftigtachtig. Dit verminder ik nog één keer met vijftien om dan uiteindelijk op tweeënveertigtwintig uit te komen.
Nu ik een klein eindje op weg ben om mijzelf te veranderen in een niet roker durf ik hier eindelijk een paar woorden aan te wijden. Ik maak even een balans op en dit is dus het nettobedrag dat ik uitgespaard heb. Het is niet helemaal een eerlijke berekening, omdat ik vorig jaar al een paar keer getraind heb om een niet roker te worden. Die training varieerde van een paar weken niet roken afgewisseld met een gewone rookperiode om daarna weer in een korte periode te belanden waarin ik mij beperkte tot 3 sigaretten per dag. De laatste weken van het afgelopen jaar was het hek weer van de dam en ging ik er weer vol tegenaan. Ik was terug op mijn oude peil en ik rookte weer een pakje a 4 Euro per dag.
Maar, sinds nieuwjaarsdag ben ik hard op weg om na verloop van tijd bij de grote groep niet rokers te gaan horen. Na twee jaar schijnt dat punt bereikt te zijn. De weg er heen is mij tot nu toe heel erg mee gevallen en het levert mij ook nog wat op. Ik heb een berekening gemaakt wat ik nu aan geld heb uitgespaard. Naast de 42 Euro die ik bespaard heb, heb ik er ook nogal wat tastbare herinneringen aan over gehouden zoals een veel te dure spijkerrok, een handtas, een boek als cadeautje voor P., 5 tijdschriften en een shawl. Ik denk dat ik wel doorga op deze ingeslagen weg.
Het is al langer aan de gang; mogelijk wordt dit de laatste week wel iets meer benadrukt door de commotie rondom de cartoons, maar het lijkt wel een "must" om dagelijks in dagbladen drie of meerdere artikelen te plaatsen die betrekking hebben op de Turkse of Marokkaanse cultuur. Ook weekbladen doen hier ijverig aan mee en zo las ik de afgelopen dagen een artikel over de beweegredenen van van moslima om een hoofddoek te dragen.
Hier in het noorden kom ik weinig hoofddoekdragende vrouwen en meisjes tegen, ik moet er dan ook echt aan wennen. Maar dat moet ik ook als ik meisjes zie die vooral in de zomer, maar ook nu nog met blote buiken diepe decollete's en hele korte rokken, erg schaars gekleed zijn. Het zijn twee uitersten en ik zet ze met opzet even tegenover elkaar.
Uit de interviews met de moslima blijkt, dat veel moslima zich beschermd voelen door het dragen van een hoofddoek. Een hoofddoek zou meer zelfrespect geven en daarnaast krijgen de meisjes meer respect van de Marokkaanse jongens. Toch bestaat de angst dat sommige meisjes niet om deze reden een hoofddoek gaan dragen maar meer omdat het een trend aan het worden is.
Ik vraag mij af, hoe ik het zou vinden als het dragen van een hoofddoek inderdaad een trend zou gaan worden. Misschien wordt het dragen van een hoofddoek door moslima wel steeds populairder om op die manier te laten zien dat zij afstand nemen van de kleding die, nu nogal eens op het randje van wat wel en wat net niet meer kan, balanceert. Om zo op een eigen gepaste wijze toch bezig te kunnen zijn met mode, want hoofddoeken zijn er zo las ik in vele soorten, merken, maten en prijsklassen.
Ik hoop niet dat deze trend zich voortzet bij de Nederlandse meisjes. Ik zou er heus wel aan wennen maar net als blote buiken, het heeft niet mijn voorkeur. Wel is er stiekum een beetje hoop, dat dit een klein beetje een tegenbeweging in deze blootcultuur doet ontstaan en dat daardoor het hele uitdagende bloot wat naar de achtergrond zal verdwijnen. Blote buiken, diepe decollete's, een overdaad aan ontblote bovenbenen, ach het is er, maar echt mooi vind ik het niet. Dat geldt ook voor de hoofddoek, zo langzamerhand wen ik er aan, maar persoonlijk zie ik liever een open gezicht omlijst door haar.
Zondag zijn we getuige geweest van de geboorte van al weer een nieuwe ijskoningin. En ik, die dacht uitgekeken te zijn op de schaatssport, merkte, dat ik toch geraakt werd bij het zien van zoveel vreugde en emotie. Opeens begrijp ik Mart Smeets misschien een heel klein beetje. Ik vroeg mij namelijk al een aantal jaren af hoe die man het klaar speelt om na zoveel jaren nog steeds hetzelfde enthousiasme op te brengen voor alweer een jongere generatie. Voor deze mensen is de ervaring van de overwinning nieuw, maar ik heb, en ook hij heeft al vele winnaars mogen aanschouwen. Herinneringen aan hen laat ik even de revue passeren.
Ik moet denken aan de tijd van Ard en Keessie en Jan Bols. Het was 1968, ik zat op de middelbare school en bij wijze van hoge uitzondering mocht de radio aan. De verslaggever was dol enthousiast over de rit van Jan Bols en ik zal dat dus nooit meer vergeten.
Stien Kaiser en Adje Keulen Deelstra zijn de namen van twee vrouwen, die ik ook nooit meer vergeet, mede door de lyrische verhalen van mijn ouders. Zij gingen naar de huldiging van Adje en legden dit met de 8 mm camera vast. Menig familielid die een weekendje op bezoek kwam, ze waren nog niet zo lang geleden van de Veluwe naar Friesland verhuisd, werd getracteerd op het filmpje van "onze" Adje.
Ach, en toen was daar Yvonne van Gennip. Door haar ging ik beseffen dat ik niet meer zo piep was als ik geweest was. Ik had inmiddels een gezin met twee schoolgaande kinderen.
Vervolgens hoor ik de televisieverslaggever zeggen: Timmertje Timmertje, waar ben je mee bezig? Ik kijk dan naar sportvrouwen die van dezelfde leeftijd zijn als mijn dochter. Ook deze generatie is met topsport gestopt of zijn in hun nadagen bezig.
Vandaag wordt aan deze lijst Ireen Wüst toegevoegd. Nee, ik zal niet meer zo ijverig alle schaatswedstrijden volgen zoals ik dat in de tachtiger jaren wel heb gedaan. Hele weekenden zat ik dan voor de tv. Dat kon ook, want het waren er hooguit vier. Het EK en het WK mannen en vrouwen. Met het instellen van de wereldbeker en weet ik wat voor andere toernooien kwam voor mij het verzadigingspunt en heb ik afgehaakt. Maar nu, met de Olympische Spelen in Europa, is mijn interesse gedeeltelijk weer terug. Wat is het dan mooi om weer een Nederlandse te zien winnen. Dat blijft ontroeren. Daar kun je nooit genoeg van krijgen. En daarom denk ik, dat ik Mart Smeets een heel klein beetje kan begrijpen.
"Mag ik even passeren?", vroeg ze aan mijn collega, die nog even in de deuropening met mij stond te praten en vervolgens stapte ze mijn kantoor binnen. Geagiteerd ging ze verder, "Willemijn heeft mij gestuurd, ik moet met u praten". Mijn collega fronste zijn wenkbrouwen en vertrok.
Ze zat al voor ik haar hiertoe kon uitnodigen en tegelijkertijd barstte ze in een hartverscheurend snikken uit. Op mijn vraag wat voor een verschrikkelijks er nu dan wel niet gebeurd kon zijn kwam het verhaal er hortend en stotend uit. Ze was zojuist, tijdens het maken van een officiële toets, meetellend voor het eindcijfer, door Willemijn betrapt op het gebruik maken van spiekbriefjes.
Gelukkig zijn dit soort voorvallen geen dagelijks werk, met andere woorden, het komt niet zo heel veel voor. Ik had dan ook even tijd nodig. Ik hoorde mijzelf zeggen:" da's niet handig", maar toen de leerling omslachtig wilde gaan uitleggen waarom ze zo weinig tijd had gehad om deze toets voor te bereiden, werd ik wakker. Ik maakte haar duidelijk dat er nooit een goede reden kon zijn om te proberen om op een oneerlijke wijze aan een goed cijfer te komen en dat ik genoodzaakt was de examencommissie in te lichten. Ze knikte heel flauwtjes en vroeg met een heel benauwd stemmetje of ze nu verder de opleiding vergeten kon.
Waarschijnlijk zal dat niet het geval zijn. Wel heb ik haar de opdracht gegeven voor vandaag de school te verlaten. In de loop van de dag zou ze gebeld worden over de verdere gang van zaken. Toen ik haar weg zag fietsen had ik oprecht medelijden met haar. Ik weet dat ze grote fantasieën heeft over de toekomst, dat ze kost wat kost pabostudente wil worden, dat ze ooit misschien juf zal zijn, iets wat ze vanuit haar achtergrondbeleving bijna als iets onmogelijks beschouwt. En ik schat haar in dat het tot de mogelijkheden zou kunnen behoren als..., want ze is intelligent genoeg.
Ik hoop haar volgende week in een gesprek te kunnen laten zien dat ze op dit moment zichzelf door deze praktijken het meeste tegenwerkt en dat het niet de anderen zijn die het op haar voorzien hebben en haar willen laten mislukken. Een misstap kan ook een kentering in iemands leven zijn. Dat is mijn hoop en hoop doet leven.
Al maandenlang kom ik hem, hij, die mij warmte geeft, die mij van energie voorziet, die mij laat genieten, 's morgens op weg naar mijn werk, niet meer tegen. Wat ik ook doe of probeer, ik zie hem gewoonweg niet en hij laat zich op dat uur ook niet vinden. Elk jaar gebeurt het weer, dat ik hem een poos moet missen. In de loop der jaren heb ik wel geleerd dat hij houdt van aantrekken en afstoten, aantrekken en afstoten. Ook heb ik gaandeweg ontdekt dat er in dat aantrekken en afstoten een bepaald patroon te herkennen valt. Het is daarom ook niet helemaal vreemd dat ik de laatste week wat ongedurig werd en mij afvroeg: waar blijft hij nu, het wordt weer tijd voor onze dagelijkse ontmoetingen! En vanmorgen stond hij er weer. Heel even, maar om tien over acht zag ik hem in zijn rode gedaante aan de einder staan, klaar om met zijn dagelijkse klim naar boven te beginnen. Helaas onttrokken al snel de zwarte wolken het uitzicht op hem. Maar vanaf vandaag weet ik, dat het weer mogelijk is om hem te zien als ik op weg ga naar mijn werk. Dat maakt het begin van mijn dag een stuk makkelijker. Ik ben daardoor heel wat vrolijker, dat komt door zijn aantrekkingskracht. Ik houd van hem.
Het lijkt wel of het steeds moeilijker wordt om een standpunt in te nemen. Schreef ik op tien januari nog dat ik het lachwekkend vond dat voetbalfans zich met de komende wereldkampioenschappen voetbal zouden gaan uitdossen met oranje helmen, vandaag weet ik bijna echt niet meer wat ik van iets vind. Of durf ik misschien wel iets niet meer te vinden.
Neem bijvoorbeeld de gewraakte cartoons. Ik ben voor vrijheid van meningsuiting en voor persvrijheid, maar aan de andere kant vraag ik mij wel af, moet dit nu echt zo, is dit nu echt wel zo leuk, informatief of humoristisch? Getuigt een beetje rekening houden met elkaar niet meer van beschaving dan manieren zoeken om elkaar zo diep mogelijk te grieven? Hierbij doel ik ook op de tegenactie om Deense vlaggen als vloermatjes te gebruiken.
Terwijl deze rel nog lang niet uitgeziekt is staat het volgende al weer voor de deur. De oranje boerka. Het islamitische gewaad met alleen een kijkgleuf in de knaloranje kleur is in opmars om straks dienst te doen bij de voetbalfans en carnavalgangers. Ik heb lang nagedacht of ik mee moet gaan met het standpunt van Ayhan Tonca van het Contactorgaan Moslims en Overheid. Hij beweert dat dit het toppunt van integratie zou zijn. Ook moslima Ceylan Pektan zegt er de humor wel van in te zien.
Als ik aan de carnavalsoptochten denk, waar waarschijnlijk weer menig deelnemer als één of andere geestelijke verkleed zal zijn, kan ik wel mee gaan in de integratiegedachte als ik daar dan zo'n oranje boerka tussen zie lopen. Maar om straks de voetbalfans in oranje boerka's met rugnummers en al op de tribunes te moeten zien zitten naast de oranje helmen, of misschien wel met de oranje helmen op, dan gaan mijn haren toch wel recht overeind staan. Dan ben ik het helemaal met de KNVB eens. Met dit soort onsmakelijkheden bewijzen we Nederland, of anders gezegd en dan in mijn woorden, daarmee bewijzen we onszelf geen dienst. Het past in ieder geval niet binnen mijn opvatting over beschaving.
Ik had hier een artikeltje geplaatst over de viering van
nieuwjaarsfeesten in de verschillende culturen; uitgevoerd door leerlingen. Door een verkeerde handeling is het betreffende artikel verdwenen. Balen dus. Ik schets opnieuw in korte lijnen de inhoud van het artikel.
Het Chinese Nieuwjaarsfeest waarbij de factor GELUK en het zich open stellen voor GELUK ontvangen een item was. Het Islamistisch Nieuwjaarsfeest wat sober van karakter is en waar de dag van de vlucht van Mohammed van Mekka naar Medina als dag en datum genomen is. Ook was er een korte beschrijving over het Hindoestaanse Nieuwjaarsfeest, het Divalifeest genaamd. Hierbij komt de overwinning van het goed op het kwaad, de overwinning van het licht op de duisternis en de reinheid van lichaam en geest sterk naar voren. En als laatste waren er enige woorden aan de Friese cultuur gewijd, waarin met name de tot carbidbusomgebouwde melkbus naar voren werd gehaald.
Tot slot memoreerde ik, dat ik wel eens voor de grap zei, dat ik naar school ging om iets te leren en dat ik die dag veel geleerd had. Verder deed het mij veel plezier, te zien dat de foto's, genomen met de de telefoon van een aardige kwalieit waren en dat ik deze geheel zelfstandig bij dit artikel had kunnen plaatsen. Dit was ongeveer de strekking van het artikel. Ik wilde het artikel achteraf in de juiste categorie plaatsen en toen ging er wat mis. Weg artikel. Jammer. Daarvoor in de plaats dit surrogaat.
Eens, eens was ik helemaal weg van hem. Van zijn stem, van zijn vibratie, van zijn timbre, van zijn intonatie, van zijn sound. Ik heb zijn platen grijs gedraaid. Craclin'Rosie, Sweet Caroline, Beautiful Noise en vele, vele andere nummers, als ik ze hoor kan ik ze stuk voor stuk meezingen. En toen de film Jonathan Livingstone Seagull uitkwam MOEST en ZOU ik de LP hebben. En wel onmiddellijk.
Vandaag hoorde ik een track van de nieuwe CD van Neil Diamond. Helaas de tand des tijds heeft behoorlijk aan zijn stem geknaagd en dat is goed te horen. Ik sta niet meer te trappelen om morgen op stel en sprong naar de winkel te gaan om de CD aan te schaffen.
Het genre blijf ik heel mooi vinden, maar dan uitgevoerd door een jongere generatie, zoals Michael Bublé een klein jaar geleden gedaan heeft bijvoorbeeld. Hij is de zanger van het nummer feeling good (birds flying high), dat tijden aan dit weblog verbonden is geweest. Onlangs is er een concert van hem op tv uitgezonden en wat ik tot mijn grote spijt niet gezien heb, omdat ik het even vergeten was. Maar gelukkig, ik krijg een herkansing. Reken maar dat ik zondag a.s om 12.15 uur aan de buis gekluisterd zit, als de herhaling van de hoogtepunten wordt uitgezonden.
Mijn muzikale smaak mag dan in de loop der jaren in verschillende opzichten verbreed zijn, dit genre spreekt mij nog steeds aan, mits het goed wordt uitgevoerd.
|
|