Een vakantie laat zich zich bij mij kenmerken door de vele geluksmomenten die er op een dag zijn. Misschien zijn die geluksmomenten er ook wel op de dagen dat ik werk, maar ik merk ze dan niet op. Dat is nu precies het verschil tussen vakantie hebben en werken. Ik geef een paar voorbeelden van geluksmomenten. Het is erg warm, we maken een tocht naar boven in de bergen. Daar is het lekker met een fris windje. Halverwege de middag ontstaan er een paar wolkjes. Binnen een uur groeien die wolkjes uit tot een onweersbuitje. We zijn net op tijd klaar met onze wandeltocht in de bergen en terug bij de auto op de parkeerplaats, want het begint er behoorlijk dreigend uit te zien. We zijn ook op tijd op de camping terug om de luifel goed vast te maken die men los gemaakt had om dat ik gevraagd had of het hoge gras ook even gemaaid kon worden, dit in verband met mijn allergie voor die harde grashalmen. Ik was bij terugkomst dus ook heel blij met het gemaaide terreintje. Na het buitje, wat niet veel voorstelde, was het heerlijk fris en was het buiten goed toeven. Zoveel geluksmomenten op Ã?Ã?n dag. Dat kan alleen maar in de vakantie.
â??Zie je die?â?
â??Wie?â?
â??Dieâ?
â??Wie zeg je?â?
â??Die-ieâ?.
â??Nee, die zie ik nietâ?â??
â??Kan ook nietâ?
â??Waarom niet?â?
â??Je hebt je ogen dichtâ?
â??Ik droomâ?
â??Waarvan?â?
â??Van de Drômeâ?
â??Droom zeâ?
â??Dank jeâ?
Toen ik zojuist het bed weer opmaakte, ik houd ervan om, als ik van vakantie terugkom, in een schoon bed te kunnen stappen en morgen is het zover, dan gaan we, bedacht ik, dat er sinds mijn jeugd wel heel veel veranderd is. Ik denk dat niemand meer de werkwijze volgt van: het onderlaken in de was, het bovenlaken wordt onderlaken en er komt een schoon bovenlaken vanuit de kast. Het was toch een werkwijze die wijd en zijd werd toegepast. Ook in de zusterflat waar ik woonde toen ik leerling-verpleegkundige was. Er werd één keer per week één schoon laken verstrekt. In mijn jeugd hebben wij een paar keer woningruil toegepast, zodat we toch op vakantie konden. Dat was tevens één van de weinige keren dat ik dan een geheel schoon bed kreeg. Heerlijk vond ik dat. Ik moet deze mijmeringen stopppen, het is de hoogste tijd om de caravan vol te stouwen met allerhande nuttige en met wat achteraf zal blijken nodeloze spullen.
Als ervaringsdeskundige wil ik ook mijn mening geven over het afgelasten van de Vierdaagse. Ik vind het niet belachelijk, maar mijns inziens zijn het niet de weersomstandigheden die deze afgelasting direct noodzakelijk maakten. Het is wel eens vaker erg warm geweest tijdens de mars. Ik kan mij een jaar herinneren dat ik elke dag om half zes vanuit Elst op de fiets vertrok, maar dat er geen jas, vest of iets van dien aard nodig was, dus moet het toen toch ook behoorlijk warm zijn geweest.
Het (veel) te grote aantal deelnemers is volgens mij veel meer de oorzaak van de onbeheersbaarheid van de problemen. Toen ik twintig jaar geleden (zie vorige blogje) voor de eerste keer meeliep, was het deelnemersaantal 27.000. Ik vond het toen al erg druk. De laatste keer dat ik meeliep, in 1999 waren er 35.000 deelnemers. Dat was voor mij een reden om niet meer mee te doen. Teveel mensen waardoor er van lekker je eigen tempo lopen geen sprake meer kon zijn. Het aantal deelnemers is nu uitgegroeid tot 45.000.
Ik denk dat de organisatie er goed aan zou doen om een limiet in het aantal deelnemers te stellen en hiervoor misschien een formule moet ontwikkelen, vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Elfstedenschaatstocht. 25.000 deelnemers is een mooi aantal en meer inschrijvingen zou men niet moeten toestaan. In het verleden is gebleken dat dit aantal beheersbaar is, ook bij warm weer. Volgens mij is dat een veel betere optie dan het hele festijn in de jaarkalender te gaan verschuiven, waarover men nu wil gaan nadenken.
Het is uiteraard een ernstige zaak dat er twee doden te betreuren zijn, maar ik denk dat er andere manieren zouden zijn geweest om op gepaste wijze hier mee om te gaan. Het besluit dat nu genomen is komt mij voor als een paniekreactie. De organisatie is niet meer in staat het geheel te overzien en kreeg daardoor angst voor het verdere verloop. Tijd om te bezinnen.
Vandaag is de Nijmeegse Vierdaagse begonnen. Het is al weer twintig jaar geleden dat ik 'm voor de eerste keer liep. Het is een ervaring om nooit te vergeten en omdat het zo'n overweldigende indruk op mij maakte heb ik twee jaar achter elkaar de mannenafstand, 4 keer 50 kilometer gelopen en daarna een aantal malen de verplichte 40 kilometerafstand. Nogmaals, het is en blijft een geweldige ervaring. Zoveel mensen en allemaal op weg om het gestelde doel te halen. Twee jaar hebben we via de VVV onderdak gevonden bij een particulier adres, de twee daaropvolgende jaren hadden we onderdak bij een eetcafe aan de Waalkade. De uitbater heette Gijs en toen wij het tweede jaar weer bij hem kwamen eten bood hij spontaan aan dat we het volgende jaar wel bij hem onderdak konden krijgen. Dat was geweldig, in vijf minuten van en naar de Vereeniging waar de start is. Helaas kreeg deze man een hartinfarct en verkocht zijn eethuisje. We zijn toen een paar jaar niet geweest en toen kregen we via een kennis een plekje in Hotel Het Wapen van Elst. Van daaruit hebben we toen nog een paar keer de Vierdaagse gelopen. Mijn studievriendinnetje ging in die tijd ook mee. P. vertrok 's morgens om half vier op de fiets naar Nijmegen en wij om half zes. Ergens op de route kwamen we elkaar dan weer tegen en liepen we samen verder. In 1999 heb ik 'm voor de zevende en laatste keer gelopen. Ik had het toen wel even gezien, ik vond het met 35.000 deelnemers eigenlijk iets te druk. Maar nu ik het na zo veel jaar weer eens terug haal, merk ik dat het weer begint te kriebelen. Misschien wil ik een volgend jaar wel weer eens meedoen. Mijn achtje ophalen.
Manmoedig, of was het meer wanhopig? legde ze, vechtend tegen de opkomende tranen, de telefoon neer. Opnieuw was ze niet welkom. Ze keek naar buiten. De stralende zon, de strakblauwe lucht, het was er allemaal nog, maar voor haar gevoel was het uitbundige, wat een mooie warme zomerdag soms kan hebben, verdwenen.
Wat had ze van hem gehouden, hem gekoesterd, vertroeteld en voor hem gezorgd. Had, maar ze hield toch nog steeds van hem? Diep in haar hart weet ze dat ze hier wel eens aan twijfelt. Haar moederhart vertoont teveel littekens van de wonden die weliswaar geheeld zijn, maar waar de sporen van de geleden pijn altijd zichtbaar zullen blijven.
Ze zucht. Loslaten of vechten om dat kleine beetje wat er nog is te behouden? Ze weet het niet. Ze kan niet kiezen. Nu nog niet.
Het zou zomaar een begin van een nieuw verhaal kunnen zijn.....
Sst, niet verder vertellen hoor, maar kleine Rixte en haar moeder zijn dit weekend al weer bij ons. (De moeder van Rixte wilde naar een feestje van een vriendinnetje van voeger) Het is net of ze niet weg zijn geweest en we verder gaan met daar waar we vorig weekend gebleven waren. Zo is het dus voor de moeders van wie de dochter niet aan de andere kant van Nederland is gaan wonen. Het heeft wel wat moet ik zeggen.
Maar terugkijkend op het afgelopen jaar, Rixte is bijna jarig, kan ik toch zeggen dat ik ondanks de afstand, heel veel van de ontwikkeling van Rixte heb meegemaakt. Ik kan echt niet zeggen dat ik stukken heb overgeslagen. Dochterlief heeft mij vaak verrast met "een foto van de dag" en van tijd tot tijd maakte ik mij een dagje vrij om naar Den Haag af te reizen.
Ik merk nu dat de veranderingen niet meer zo snel gaan, maar toch had ze in een week al weer wat bijgeleerd. Misschien voor de lezer niet zo interessant, maar voor mij opmerkelijk, dat ze opeens weet dat ze een neusje heeft. Ook zie ik met deze twee snel opeenvolgende bezoekjes dat het geheugen van zo'n minimensje toeneemt. De poes, de hond en de grote beer werden duidelijk herkend door haar.
Vorig weekend leek het ons wel makkelijk om een kinderstoel te hebben. Ikea had daar een goede oplossing voor.
Schommelen in de speeltuin is altijd een leuke bezigheid.
Ik heb het gehaald. Het einde van het schooljaar. En bijna zonder kleerscheuren. Bijna. Naast dat je als docent te maken hebt met leerlingen, heb je ook nog eens van doen met collega's. Daar wij allen mensen zijn, met hebbelijkheden en onhebbelijkheden, gaat dat niet altijd van een leien dakje en kost het wel eens de nodige stuurmanskunst. Aan het eind van het schooljaar is bijna iedereen moe en dan "moet" je nog met zijn allen het jaar afsluiten met een personeelsreisje. Niemand heeft denk ik de intentie om vervelend doen, maar toch kan iets, een woord, een opmerking of een toonsetting zomaar verkeerd vallen. Zeker als er op dat moment gedacht wordt dat datgene wat plaats vindt exemplarisch is voor hetgeen wat er het hele jaar al gebeurde. Vlam in de pan!
Dit overkwam mij gisteren. Ik vond dat ik er nu maar eens iets van moest zeggen. Misschien was het beter geweest als ik ook deze laatste keer mijn mond maar gehouden had. Aan de andere kant, ik ben nu wel kwijt wat mij al wekenlang dwars gezeten heeft en het brandje valt achteraf misschien wel mee. We hebben het er op de allerlaatste dag niet meer over gehad en elkaar beleefd, maar op een afstandje, een goede vakantie toegewenst en de hoop uitgesproken om komend jaar weer met frisse moed verder te gaan. De tijd zal het leren, maar voorlopig duurt dat nog even. Gelukkig wel, want ik ben moe, heel erg moe!
Het einde van de drukke periode komt naderbij en vanmiddag had ik zomaar even tijd om wat te rommelen. Ik pakte de stapel uitgeknipte krantenartikelen onder het toetsenbord vandaan. Vaak knip ik een krantenstukje, dat ik op de één of andere manier interessant vind uit, met de bedoeling om dat, als ik tijd heb, in een logje te verwerken. Ook werk ik wel met kreten op yellow notes die ik dan op het bureau plak.
Ik las de zin: boerderettes die vloekend detoneren in hun omgeving. Mooie zin trouwens. Ik herlas een artikel over het feit dat steeds meer scholen competentiegericht onderwijs invoeren, waarbij kennis vergaren ondergeschikt is aan vaardigheden opdoen. Het artikel had als kop: 'Je krijgt een zes maar het had een drie moeten zijn'. Ook kwam ik het artikel: 'Ook geluk zit in de genen' weer tegen en de paar aantekeningen over de denkbeelden van de nieuwe puriteinen.
Moet ik dit allemaal nog in logjes verwerken? zo vroeg ik mij af. Ik nam een kordaat besluit. Weg er mee. Over anderhalve dag, na het verplichte personeelsuitstapje van morgen en het gezamenlijk collegiaal koffiedrinken op vrijdagmorgen, krijg ik eindelijk zeeën van tijd. Ik wil dan niet het gevoel hebben bezig te zijn met het wegwerken van een achterstand. Het lijkt me veel spannender om verder te gaan met zaken die dan actueel zijn.
Ik luister lekker niet naar het stemmetje dat zegt, dat ik dan misschien wel geen onderwerpen meer weet.
Tussen de bedrijven door, diplomering, verjaardag, overgangsvergaderingen, enzovoort, enzovoort, moet, mag en kan ik zo nu en dan ook nog even genieten van de tuin. Het mooie weer is als een cadeautje wat de drukke dagen draaglijk maakt. Ook al maak ik lange dagen om alles af te ronden, de dagen zijn lang genoeg om ook nog even buiten te zitten en gewoon even te genieten van alles wat bloeit.
Deze zomer heb ik al heel wat op de terrastafel geplaatst gezien. Kopjes koffie, kopjes thee, frisdrank, wijn, bier, ontbijt, lunches, avondeten, telefoon, tv, laptop en nu dan ook Rixte. En Rixte maakt het. Zij spant de kroon. Rixte steelt de show. Rixte steelt in no time het hart van de andere opa's en oma's op de verjaardag van haar eigenste opa. De opa van haar moeder, de vader van de oma van Rixte dus, laat zich met zijn 84 jaar levenservaring helemaal vertederen. De andere opa en oma van de moeder, de grootouders van de moeder van Rixte, in Friesland pake en beppe genoemd, laten zich met hun 86 en 85 ook helemaal inpakken door Rixte. Kortom Piepjong op de tafel en Stokoud rond de tafel ontmoeten elkaar en plezieren elkaar. Dit tot groot vermaak van de rest. En ik? de moeder van de moeder van Rixte , de oma van Rixte dus? Ik ben druk om iedereen van hapjes en drankjes te voorzien. Ik heb even geen tijd voor logjes en vraag begrip hiervoor.
Daar gaan ze dan weer. De leerlingen die drie- of vier jaar geleden zijn binnengekomen om de opleiding SPW3 of SPW4 te doen. Elk jaar lijkt het wel dat die drie of vier jaar sneller zijn omgegaan. De meesten zijn in de laatste fase van het puberen als ze binnenkomen, maar als ze daar dan zo staan. klaar om met het diploma te vertrekken, dan zijn het door de loop de jaren jong volwassenen geworden. Vol zelfvertrouwen zijn ze er zich van bewust dat ze op het punt staan om een nieuwe sprong te maken. Of men gaat richting arbeidsmarkt, of men begint aan een nieuwe opleiding. Voor SPW4 geldt, dat de sprong naar het HBO gemaakt kan worden. De leerlingen van SPW3 maken soms de keuze om zich in één jaar, door middel van een aanverwante studierichting te verbreden en daardoor de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.
Elk jaar proberen we er als team weer een gedenkwaardige middag van te maken die naar we hopen bij velen in het geheugen blijft zitten. Een diploma krijgen is en blijft iets bijzonders, was een item in mijn openingstoespraak, daarom trekken we ook altijd ruim tijd uit voor de diplomauitreiking. Elke leerling wordt afzonderlijk naar voren geroepen en de docent die haar, we hadden dit jaar maar één hem, begeleid heeft, vertelt dan iets wat de leerling kenmerkt. Daarna krijgt de leerling een spreuk of een gezegde die toepasselijk voor haar is waarna het diploma getekend kan worden. In de toespraakjes van vanmiddag bleek dat een groot aantal leerlingen in de één of andere vorm al in het bezit waren van een arbeidscontract, voortvloeiend uit hun laatste stage. Daaruit kun je afleiden dat het weer goed gaat in Nederland, want ik heb het ook wel eens anders meegemaakt.
Dit jaar had ik met het afscheid minder moeite dan andere jaren. Het was voor het eerst dat ik geen eindexamenkandidaten begeleid heb omdat ik mij moest richten op de nieuw op te starten studierichting Onderwijs Assistent. Ik miste het wel, dat dubbele gevoel, de tevredenheid over het feit dat de leerlingen hun doel bereikt hebben, maar ook het verliesgevoel hen weer te moeten loslaten. Zo is het elk jaar weer anders. We zijn ondertussen al weer druk bezig met de voorbereidingen van het nieuwe schooljaar
Vanavond op de tennis toss-avond hoorde ik twee verhalen die een scherp contrast met elkaar vormen. Met stralende, hele mooie bruine ogen vertelde hij mij dat hij vandaag goede berichten had gekregen. Zijn chemokuur zou weliswaar verzwaard worden, maar zoals het er nu naar uit ziet zal dat maar van tijdelijke aard zijn. Het grote gezwel in de lever lijkt operabel te zijn en dat betekent dat hij in september een zware operatie zal moeten ondergaan, maar met het uitzicht weer redelijk goed gezond te kunnen worden. Het is op zich al een wonder dat hij weer in staat is om te tennissen. Met zijn flesje bier in de hand proostte hij op het leven en op de toekomst. Volgend jaar kon hij misschien wel weer mee doen met de tenniscompetitie herendubbel.
Naast mij werden er afspraken gemaakt om een competitiewedstrijd te verzetten. Iemand moest laat in de middag naar een begrafenis. Nadat de afspraak gemaakt was vertelde degeen die naast mij zat, dat het wel een hele nare begrafenis was. Een negentienjarige jongen had zichzelf van het leven beroofd. Toevallig was ik daarvan op de hoogte omdat het familie van een leerling van mij betreft. Een scherper contrast is er bijna niet. Een man op leeftijd die zijn verlenging van het leven als een cadautje ziet en dit viert en een jonge man voor wie het leven een te grote opgave bleek te zijn. Ik was toch wel even onder de indruk.
Sinds enige dagen ben ik de trotse eigenaar van een laptop. Ik kan nu computeren waar ik wil, ook buiten. Het kan draadloos, maar dat heeft wel zijn beperkingen, want na ruim anderhalf uur is de accu leeg, maar een snoer is snel uitgerold. En omdat we toen toch bezig waren hebben we de tv uit de caravan ook maar even op de terrastafel geplaatst zodat we zaterdagmiddag DE match: Nadal - Agassi op ons gemak buiten konden zien. Zo had ik het gevoel dat ik het middelste en de beide einden had. Het buiten zitten combineren met bezigheden die tot voor kort alleen nog maar binnen mogelijk waren.
Het betekent niet dat ik voortaan vastgeplakt zit aan het terras. Vandaag hebben we een mooie rondwandeling van vijftien kilometer gemaakt in het Zuidelijk Westerkwartier van Groningen, langs Niebert en Nuis. Een afwisselend landschap, dat zijn karakter en charme ontleent aan zijn kleinschalige "coulisselandschap". Zo staat het tenminste in Capitool Wandelgidsen beschreven. Hierin zijn de mooiste wandelingen in Nederland in kaart gebracht. Ik vond het heel opvallend dat als koeien de keuze hebben, zij met warm weer ook de voorkeur geven aan schaduw. Mijn conclusie is dat er op het Friese platteland ten behoeve van de koeien veel meer bomen geplant zouden moeten worden. Misschien ga ik wel een actiegroep oprichten.
|
|