Meestal zit ik boordenvol met vragen, maar de afelopen dagen is het anders. Ik loop met antwoorden in mijn hoofd en die wil ik gewoon kwijt. Ik heb er zelf een manier op bedacht waarop ik dit kan verwerken. Het gaat als volgt: Ik heb de vraag gecopieerd, en op het kladblok gezet. Het kladblok heb ik geminimaliseseerd en ik ben naar de volgende vraag gegaan. Vanuit het kladblok heb ik de vraag weer gecopieerd op dit blog en zie, nu kan ik aan het beantwoorden van de vragen beginnen.
Speuld?
Staat Het Boshuis er nog?
nanos (link) - 19 10 06 - 22:32: Ik weet het niet, ik heb het Boshuis niet zien staan
prachtig klein meisje. Heb je nog meer kleinkinderen?
Wieneke (link) - 20 10 06 - 13:56
Ja, ik heb nog een kleindochter, maar wegens omstandigheden kan ik haar niet zien dus zwijg ik hier liever over.
heb de uitzending niet gezienâ?¦heb je de brief ook opgestuurd?? Jokie (link) - 24 10 06 - 15:58 Nee, maar ik heb voor die titel van het blogje gekozen omdat het over de "open" brieven van J.P. Balkenende ging.
en het blijft nog maar mooi weerâ?¦ik geloof dat ik al een tulp zag???
noordmiep (link) - 25 10 06 - 16:29 Dat heb je mis. Er is nog geen tulp te zien
Dat kan. En dat mag. The Sound of Music is ook een oorlogsfilm. Hoe ging dat?
Penguin (link) - 28 10 06 - 16:41: Film heeft geen indruk gemaakt. Ik kan hem mij nauwelijks herinneren
Heb je â??Les unes et les autresâ?? (â??k weet niet of ik het goed schrijf) ook gezien?
Erika (email) (link) - 29 10 06 - 11:30: Nee die film heb ik niet gezien
Wie is P? velen (geen link): P is Gosse, mijn levenspartner en echtgenoot en een ieder die hem met een bezoek wil vereren kan dit doen via de nu volgende link: http://experiment.punt.nl/
Om niet in herfstfantasiën te blijven hangen was er opeens het plan om samen naar de bioscoop te gaan. Meestal, maar zo vaak ga ik niet, ga ik met een vriendin, maar dit keer leek het mij wel leuk om samen met P. naar Zwartboek te gaan.
Ik had hier en daar wat informatie opgezocht over de inhoud van de film en ik wist van te voren dat ik moeite zou hebben om de film te zien. Ik kan erg slecht tegen het zien van uitspelen van de angst voor oorlogsleed en oorlogsgruwelijkheden. Het is alsof ik de angst zelf lijfelijk ga voelen. Het bezorgt mij heel vaak hele nare vervelende lichamelijke sensaties zoals transpireren, trillen, misselijk worden en wat al niet meer. Schindler's List heb ik dan ook niet gezien en van Sophies Choice kan ik mij bepaalde beelden nog heel goed herinneren.
Maar afgelopen voorjaar was ik met de leerlingen in Westerbork geweest en toen had ik het idee dat ik mij daar goed doorheen geslagen had. Met die ervaring in mijn achterhoofd wilde ik de uitdaging aangaan. Misschien was ik ondertussen wel flink genoeg geworden om deze film te kunnen zien.
Ik heb de beginscene, met het neermaaien van de mensen die op een platbodem door de Biesbosch naar België zouden vluchten, gezien. Daarna heb ik mijn ogen vele malen gericht op een punt naast het filmscherm. Het duurde lang voor het pauze was. Daarin heb ik duidelijk gemaakt het einde van de film absoluut niet te willen zien.
Natuurlijk reden we een beetje sneu naar huis, nog wat napratend over de inhoud van de film. De verhaallijn was wel heel erg hinkstapspringend en volgens P. klopten er verschillende details niet. Het plaatsen van afluisterapparatuur doe je niet zo maar en zeker niet in die tijd. Wel waren we het er beide over eens, dat het goed was, dat er veel jongeren in de zaal zaten. En om hen te boeien moeten de gebeurtenissen in een film misschien wel heel snel zijn met hier en daar wat spectaculaire beelden. Al pratende verdwenen de ververvelende trillingen in mijn lichaam en zakte mijn misselijkheid af.
De volgende morgen vond ik het toch wel weer een beetje jammer dat ik de film niet uitgezien had. We zouden die dag naar Groningen om gezellig wat te winkelen. Dat hebben we ook gedaan. Na samen een mooie jas gekocht te hebben spraken we af dat we elkaar zouden treffen in de hele grote boekenwinkel. En daar lag het boek. Zwartboek, de film in boekvorm.
Ik heb het gekocht, gelezen en het is uit. En nu achteraf, ben ik toch blij dat ik in de pauze ben weggegaan. Het is geen film voor mij en dat zullen dergelijke films ook nooit worden. Ik moet gewoon van mijzelf accepteren dat ik niet geschikt ben om dat genre films te gaan zien. Erover lezen kan ik wel en daar moet ik het bij laten.
Als ik in de herfst door het bos loop en ik zie al die mooie paddestoelen (zie ook mijn vorige blog) dan worden mijn gedachten als vanzelf gevuld met mooie fantasieverhalen waarin kabouters een hoofdrol spelen. Dat was dit jaar niet anders, maar misschien omdat er al wel veel takken op de grond lagen en het nog niet gestormd had en omdat vooral de eerste dag de mooie rode paddestoelen ontbraken, waren dit jaar de kabouterfantasieën niet zo heel vredig.
Het kwam mij voor alsof er gevechten plaats hadden gevonden. Gezien de vele vernielingen aan de kabouterwoningen leek het mij alsof er een felle strijd gestreden was tussen enerzijds de kabouters en anderzijds ..... tja wie zouden eigenlijk de belagers van deze nogal klein uitgevallen bewonersgroep zijn geweest? Ik liet in mijn gedachten allerlei mogelijkheden de revue passeren.
De mensen? Nee, daar wilde ik niet aan. De meeste mensen vinden de kabouterwoningen erg mooi om te zien en op grond daarvan was ik terstond bereid om deze groep uit te sluiten.
De elfjes dan? Uitgaande van de vele elfenbankjes die ik gezien heb, moeten er wel heel veel elfjes zijn. Die bankjes zijn niet voor niets ontstaan. Die zullen heus gebruikt worden. Maar elfjes zijn lieve vreedzame wezentjes en met dit bewijsmateriaal moest ik ook deze groep uitsluiten.
De trollen dan? zo overwoog ik in mijn gedachten, maar nee, die komen uit heel andere fantasiën en passen niet bij de kabouterverhalen, zoals ik die ken zodat ik ook deze groep moest uitsluiten.
Opeens wist ik het! Het waren de aardmannetjes die de kabouters hun pretseizoen niet gunden. Zij trokken massaal ten strijde tegen het doorgaans zo vredige kaboutervolkje en bekogelden hen en hun woningen met de vele eikels die er lagen. En de kabouters vochten terug om datgene wat kortstondig hun bezit was te verdedigen. Ach, elke omgeknakte paddestoel getuigde van groot leed...
Voordat iemand nu heel boos op de aardmannetjes gaat worden en op zoek gaat naar hen om hen in elkaar te stampen,moet ik iedereen waarschuwen dit niet te doen. De aardmannetjes doen ook maar hun werk. Zij moeten er namelijk voor zorgen dat alle kabouters uit het bos vertrokken zijn voor de winter invalt. Kabouters hebben tijdens de winter geen overlevingskansen als ze in het bos blijven. Zij zullen een goed heenkomen moeten zoeken. Meestal zorgt Jan de Wind er voor dat tijdens de herfsstormen de tijdelijke woningen afgebroken worden, zodat de kabouters als vanzelf een goed heenkomen zoeken, maar dit jaar is het weer van slag en de kabouters blijven zitten waar ze zitten en dat kan niet.
Zodoende zijn dit jaar de aardmannetjes in actie gekomen, alleen maar ten gunste van de kabouters. Zij moeten uit het bos vertrekken, op weg gaan naar elders en daar moeten ze zo langzamerhand mee gaan beginnen. Het is de hoogste tijd. En al lijkt het er nog niet op, heus de winter komt er aan! Het leven is soms hard, ook in kabouterland.
Met deze vier mooie paddestoelen heb ik geleerd hoe ik 2 foto's naast elkaar kan plaatsen. Afgelopen zondag heb ik al lopend in het bos een mooi verhaal rond de paddestoelen verzonnen, maar dat verhaal wordt wegens gebrek aan tijd niet nu, maar morgen pas geschreven.
De afgelopen dagen heb ik rond Speuld gespeeld met de herfst. Het weer viel alleszins mee en we hebben dan ook stevige wandelingen rond Speuld gemaakt. Naaldbossen zijn in deze tijd van het jaar niet zo spectaculair, nee voor mooie kleurscharkeringen moet je toch echt in de loofbossen zijn.
Ik ben gek op paddestoelen. Ze doen zeker een appèl op mijn fantasie. De eerste dagen vond ik alleen maar bruine. Wel mooi, maar niet dat wat ik zocht. Het weer was heel goed, weliswaar overdag niet echt passend bij de herfst Bij tijd en wijle leek het wel voorjaar, wat temperatuur en wat hier en daar de kleuren betrof, maar 's nachts regende en waaide het dat het een lieve lust was, zodat de natuur zich toch echt herfstachtig kon gedragen en ik uiteindelijk een hele mooie rode paddestoel kon vinden
BRIEF AAN ALI B.
Nee, Ali B. Ik denk niet dat je als gast gisteravond bij het programma van Paauw en Witterman, ondanks het tutoyeren van de minister president, veel indruk op de andere rappers hebt gemaakt. Je was te lief, te meegaand, ondanks de schwung die jij er aan wilde geven door de passage die je uit het boek van JP voorlas van commentaar te voorzien.
Je begon goed door te zeggen dat het interessanter zou zijn geweest als er in het boek sprake was geweest van brieven, afkomstig van mensen die spontaan de minister-president geschreven hadden. JP ging sprekend als een kleuterjuf tegen haar kleuter, het pad op, om langs een omweg te verklaren dat, de mensen die waren uitgenodigd om een brief naar hem te schrijven, dit toch op een hele spontane manier gedaan hebben.
En toen Ali B. had je door moeten pakken en je zegje moeten zeggen. Evenals de keren dat jou de mond gesnoerd werd en JP drie keer zoveel zendtijd kreeg om in een verkapte vorm zijn CDAverkiezingsprogramma te laten horen.
Jij, Ali B., hebt het inmiddels gemaakt. Jij bent in de positie gekomen om aardig gevonden te willen worden en eerlijk is eerlijk, je bent aardig. Daardoor laat je je misschien wel net iets te veel inpakken. Ik houd van aardige jongens, maar toch..... Misschien zit Nederland, misschien zit ik, stiekum toch wel te wachten op jongeren die net iets meer durven als wat jij gisteren liet zien. En dat zeg ik. Terwijl ik juist zo van het redelijke en het nette houd. Ach Ali B. Het is ook nooit goed. Of juist wel? Ben je op deze manier juist wel een goed voorbeeld voor de jongeren? Ik weet het niet.
Het wordt tijd om hierover eens flink na te denken en dat zal ik gaan doen de komende dagen. Al lopend door de bossen rond Speuld.
Opeens ben ik mij heel bewust dat ik, bij het houden van mijn kleinkind, gebruik maak van al mijn zintuigen. Ik zie haar stralende oogjes in het opgetogen gezichtje, ik ruik haar, ik mag het nog wel één keertje zeggen "babygeurtje', ik hoor haar stemmetje de brabbelwoordjes zeggen, ik voel haar zachte velletje en ik proef haar vingertjes die ze bij mij in de mond steekt. Kortom ik geniet met volle teugen van dit wondermooie schepseltje.
De teletubby Tinky Winky viel reuze in de smaak. Oh Oh, riep ze de hele dag met de teletubbyintonatieHet was mooi weer. We gingen met zijn allen even naar het speeltuintje alwaar Rixte een demonstratie "glijden van de glijbaan" gaf. Ze kan alles zelf, van het er naar toe klimmen toter in volle vaart vanaf glijden
Soms voel ik me net een circusartiest. Ik heb denk ik te veel dingen die ik leuk vind en waar ik dan ook zo nodig aandacht aan wil besteden. Ik vergelijk me dan in gedachten ook vaak met zo'n jongleur die allerlei schoteltjes op stokjes zet en vervolgens die schoteltjes allemaal laat draaien. Iedere keer moet hij een zwiep aan zo'n stokje geven om te voorkomen dat het schoteltje valt omdat het te weinig vaart heeft. Ik zal de lezer niet vermoeien om de bezigheden van deze week te beschrijven, nee ik geef een zwiep aan het stokje met daarop het schoteltje "weblog" en ik schrijf over één van de vele dingen die ik las in de krant en die ik opvallend vond.
Zo las ik iets over de Cmons. Ik weet niet of u al kennis heb gemaakt met de poppetjes Red, White, Blue, Cherri en Moo. Ik niet, maar nu dus inmiddels wel. Ze schijnen overal te zijn, op MTV, op straat, op T-shirts, kortom de Cmons (spreek uit Come-ones) veroveren de wereld. Ze worden als een uitgekiend marketingconcept gebruikt om het automerk Opel en met name de Corsa van zijn belegen imago af te helpen. Ik had tot nu toe de poppetjes nog nooit gezien. Ik heb vandaag juist nog de paarse teletubby Tinky Winky gekocht om morgen aan kleindochter Rixte cadeau te doen. Zij is in haar ontwikkeling op het punt gekomen dat ze voorwerpen gaat herkennen. Ik had nooit gedacht ooit nog eens zo'n pop te kopen toen ik ze voor het eerst op televisie zag.
Of Cmons ook ooit gewilde poppetjes worden weet ik niet, maar als je de site www.thecmons.com bekijkt, lijkt het toch al wel een hele rage te zijn.
Al tijden lang zit ik met het beroep van "flitser" in mijn maag. Nee, echt niet, ik heb in geen tijden een bekeuring gehad, dat is het niet, maar ik krijg zo langzamerhand medelijden met de mensen die deze werkzaamheden voor hun beroep moeten uitvoeren.
Vooral bij Q-music doet men nogal laatdunkend over deze werkzaamheden. Laatdunkend is hier een zeer juiste beschrijving. Als ik de Van Dale er op nasla wordt hier de volgende omschrijving gegeven: "een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid hebbende". En dat is nu precies wat er gebeurt. Want na de bekendmaking van de controles wordt er vaak gezegd: En heb je "zelf ergens een flitser gesignaleerd, geef dit dan door aan onze jongens en meisjes". Meestal wordt er dan als afsluiting nog een flauwe grap over de flitser gemaakt.
En dan denk ik, je zult dat werk maar moeten doen. Iedereen wil wel eens over zijn of haar werkzaamheden vertellen, maar in dit geval is dat bijna niet mogelijk. Het flitsen is maar één van de taken van de politie. Ik hoop van ganser harte dat niet iemand alleen maar de taak van "flitser" heeft gekregen. Het komt het gevoel van eigen waarde vast niet ten goede, terwijl die man of vrouw ook alleen maar zijn werk doet. Of zouden deze werkzaamheden afgeschaft moeten worden als we er met zijn allen zo minachtend over doen?
Jaren geleden, ik was nog leerling verpleegkundige in een psychiatrisch ziekenhuis, was-ie er opeens. Op 12 mei was het de dag van de verpleging. Heel veel later werd de dag van de thuiszorg in het leven geroepen, de secretaressedag en weet ik welke dag al niet meer. Hoe meer van die dagen worden uitgeroepen hoe minder het mij aanspreekt.
Sinds een paar jaar is er nu ook een dag van de leraar. Vorige week, donderdag 5 oktober was het dus die dag. In het weekend heb ik wat research verricht en het schijnt landelijk nog wel enige publiciteit te hebben gehad. Ik stuitte op deze website
http://dagvandeleraar.kennisnet.nl/ en och de pagina die in de landelijke dagbladen heeft gestaan is best wel aardig te noemen, maar verder zegt het mij niet zo veel.
Wat wel opmerkelijk was, was het feit dat wij gebak bij de koffie kregen. Maar toen kwam er de correctie. Het onderwijsondersteunend personeel voelde zich gepasseerd. Voor hen is er nog geen speciale dag in het leven geroepen en daarom kreeg de dag bij ons een andere naam. Het werd "de dag van het onderwijs".
Nou ja.
Ik beken, ik ben een mens van verslavingen. Natuurlijk is de éne verslaving onschuldiger dan een ander, maar toch. Ik ben met veel moeite los gekomen van de nicotine verslaving, want zo langzamerhand begin ik in mijzelf te geloven dat ik onder alle omstandigheden nicotineproof ben geworden. Vreugde, spanningen maar ook verdriet, dit alles heeft mij er niet toe aangezet om er één op te steken. Sterker nog, zelf denk ik er niet eens aan, maar anderen vragen mij of ik niet in de verleiding kom....
Er is wel een andere verslaving voor in de plaats gekomen en dat zijn de Sudoku's. Ik maak er elke dag wel een paar. Heel plichtsgetrouw maak ik elke dag de Sudoku die in de krant staat en heel vaak wil ik er aan het eind van de avond ook nog ééntje uit het boekje maken. Aangezien dat een viersterrenpuzzelboekje is, kan dat soms wel eens even duren, want de ene is nu eenmaal moeilijker dan de andere. Het gevolg is, dat ik dan weer veel te laat in mijn bed beland.
En nu dreigt er een nieuwe verslaving aan te komen, de FUTOSHIKI, een nieuwe hersenkraker, die op de puzzelmarkt gaat verschijnen. De Engelse krant The Guardian had afgelopen weekend de primeur. In Nederland is de puzzel nog niet te krijgen, maar dat zal vast niet zo lang meer duren. Ik hoop dat, als ik voor deze nieuwe puzzel val, ik de verslaving aan de Sudoku van mij af kan schudden, want anders zullen de verslavingen mij veel te veel tijd cq nachtrust gaan kosten en dat is vast niet gezond.
Aan het eind van het vorige blogje had ik het over de U generatie. Ook in de reclamewereld duikt dit item zo af en toe op. Bij het zien van de reclame van het soepetende jongetje die zijn moeder met u aanspreekt krijg ik altijd een beetje een ongemakkelijk gevoel. Ik ben van die generatie die op dergelijke wijze door de ouders is opgevoed. Nichtjes, neefjes, vriendjes en vriendinnetjes, buurkinderen, velen spraken in hun kindertijd hun ouders aan met u.
Toen ik in de puberteit kwam, begon dat wat te veranderen. Ik weet dat een nichtje van mij, haar ouders, een zus van mijn moeder, met jij begon aan te spreken. Mijn moeder vond dat helemaal niets. Dat was weer iets waar haar zus zo nodig aan mee moest doen door dat goed te vinden zo liet zij ons meerdere malen ietwat meesmuilend weten, maar ze liet het ondertussen wel stilletjes toe dat nichtje haar ook gewoon met je en jij aansprak. Aan ons, aan mijn broer en mij, liet ze heel duidelijk merken het er volstrekt niet mee eens te zijn, zodat wij braaf de term u bleven gebruiken.
Totdat ik in de jaren zeventig naar de sociale academie ging. In die kringen, en zeker in die tijd, was iedereen in elke geleding Henk, Jan, Klaas of Marie voor elkaar. Ik ontwierp een nieuwe visie voor mijzelf. "U schept afstand en juist tegen diegenen die mij het meest na staan zou ik u moeten zeggen? Dat kan ik niet rijmen met elkaar." En zo nam ik eenzijdig het besluit om vanaf dat moment je tegen mijn ouders te zeggen. Ook mijn kinderen hebben van kleins af aan je tegen hun opa en oma gezegd.
Tegen tantes en ooms ben ik altijd u blijven zeggen. Het was denk ik een te beladen onderwerp. Zeker in de tijd dat het bijna een must was om iedereen, ongeacht leeftijd status of wat al niet meer, bij de voornaam te noemen. Tegenwoordig lijkt het wat makkelijker bespreekbaar. Jongeren gebruiken weer liever de term u tegenover ouderen en ouderen onder elkaar maken elkaar wel duidelijk of het u of juist jij moet zijn. Ik train mijzelf er op om onbekende "jongeren" vanaf een bepaalde leeftijd, en zeker als ze in functie zijn, ook met u aan te spreken. Het heeft toch te maken met een zekere vorm van respect.
Maar mijn vader blijft je. Daar blijf ik bij.
Ergens weet ik het natuurlijk wel, dat als er nog drie (schoon)ouders, ieder ouder dan 85 jaar, een oom en een tante en nog een tante en een oom, beide van vaders kant en allemaal rond de tachtig tot mijn familie behoren, het zo maar kan gebeuren dat één van hen wegvalt. En dat is gebeurd. De jongste, de zus van mijn vader, mijn tante, is gisteren zeer plotseling, na een herseninfarct overleden.
Daar ga je dan, naar je oude vader om hem bij te staan, maar je staat met lege handen. Wat moet je zeggen, wat kun je zeggen?
We hebben samen thee gedronken en toen kwamen de herinneringen. Van hem maar ook van mij. Zij was de tante die met mij mijn eerste BH heeft gekocht. Het was een rose BB ruitje. Zij was de tante die mijn hond een thuis gaf toen ik het door omstandigheden niet meer kon. Zij waren de tante en de oom aan wie we nog maar een paar jaar geleden een verwenweekendje bij ons thuis hebben gegeven als cadeau ter ere van hun vijftig jarig huwelijk.
Zij was de zus die ondanks pas getrouwd te zijn, haar jongste broer uit hun ouderlijk huis meenam naar haar eerste hele kleine woning. Zij was de jongste van drie zussen...
Ik moet in de komende dagen nog maar eens een kopje thee gaan drinken met mijn vader. Het zijn, hoe verdrietig het ook is, wel waardevolle momenten. Samen herinneringen delen.
Het is een cliché, ik weet het, maar de dood komt altijd te vroeg. Ik was nog zo graag een keer bij haar op bezoek gegaan om in alle rust haar de foto's van mijn kleinkinderen te laten zien. Het mag helaas niet meer zo zijn. Ik draag haar verder in mijn herinnering mee als een fijne tante. Een tante van de U generatie, maar dat heb ik nooit erg gevonden en het heeft ook nooit de afstand tussen haar en mij beïnvloed.
|
|