EEN STAARTJE
![]() | ![]() |
![]() | ![]() |
Door de verhalen heen komt het leven van skoanmem steeds duidelijker in beeld. Het is vooral in het begin niet altijd een vrolijk leven geweest. Als de tijd van vijfenzeventig jaar geleden, toen zij rond de tien jaar was, tegen de tijd van nu wordt afgezet, dan is het verschil wel heel erg groot. Op tienjarige leeftijd werd mem van school gehaald en geacht de huishouding voor haar heit, haar broertje en haar zieke mem te gaan doen. Haar mem had al jaren TBC, werd verpleegd in een sanatorium maar toen bleek dat zij ten dode was opgeschreven werd ze naar huis gehaald. Doodgaan kon thuis ook. Alleen dat laatste gebeurde niet. Haar mem is ruim zeventig jaar geworden. Skoanmem heeft bijna nooit over haar jeugd willen praten.
Beetje bij beetje krijg ik dan ook zicht op de tijd waarin de ouders van skoanmem hun leven leidden. Het was een hard bestaan. De heit van skoanmem was boerenlandarbeider en werkte bijna dag en nacht. De mem van skoanmem ging al vrij snel na de geboorte van skoanmem overdag met de kinderwagen naar het land om daar bieten en wortels te trekken. En zo kwam er met heel hard werken, soms letterlijk dag en nacht, en met heel veel schrapen een klein geldbedragje, dat gebruikt werd om een klein boerderijtje te bouwen toen het jonge gezin aangezegd kreeg, het kleine arbeiderswoninkje te moeten verlaten.
Dat had een omslag kunnen zijn, maar toen gooide die ziekte roet in het eten. Om moedeloos van te worden lijkt mij. Nadat de mem van skoanmem na jaren eindelijk beter was, begon de crisis, gevolgd door de oorlog. Voor skoanmem braken na de oorlog gelukkig betere tijden aan. Ze trouwde, kreeg haar kinderen en ze heeft altijd uitermate goed voor haar gezin, inclusief haar moeder die altijd bij haar is blijven wonen, gezorgd.
Zomaar een stukje van het levensverhaal van een gewone vrouw. Tijdens de koffie vanmorgen, namen P. en ik haar leven nog eens door. Ik ga mij hier in de toekomst ooit, vast en zeker, verder in verdiepen. Nog lang niet alle eindjes zijn aan elkaar geknoopt. Vandaag nemen we voorgoed afscheid van haar. Zij heeft haar rust verdiend.
Voor de vakantie echt van start kan gaan moet er vaak nog het één en ander gebeuren. In opperste beste stemming waren we vanmorgen bijtijds opgestaan. Er moest immers nog een heel lijstje afgewerkt worden. Na de koffie togen we op pad. P. zag eindelijk in dat een paar nieuwe schoenen geen overbodige luxe was. In de schoenenwinkel zag ik ook hele mooie voor mijzelf en alles op een rijtje zettend zou me dat heel wat kopzorgen schelen. Dit was het soort schoenen die overal bij pasten. En modern dat ze waren....
Helemaal blij gingen we verder. Opgewekt deden we de drogist aan, de HEMA had ook de benodigheden die we wilden hebben en vervolgens gingen we naar de biblotheek. Ook dat lukte. Er was nog een boek van René Appel en ik mocht het boek over de Canarische Eilanden ook meenemen, ook al overschreden we daarmee het toegestane maximum. We gingen ten slotte met vakantie zo vond de juffrouw achter de balie.
In de supermarkt liepen we wat te dralen. Wel of geen potje jam of pindakaas mee. Alles is daar ook wel te koop, vond P. Een pak koffie en een paar theezakjes en voor de rest zouden we daar wel zien aldus P. Alleen voor vandaag en morgen nog wat eten en als ik dat zo nodig wilde, iets in de vriezer voor als we terugkwamen, maar dat was dan ook meer dan voldoende. Na nog wat heen en weer geloop hadden we alles en konden we afrekenen. Het liep tegen twaalven toen we naar buiten liepen. Nog een hele middag voor ons. En toen ging de telefoon.
Zwagerlief vertelde, net een telefoontje te hebben gehad met het bericht, dat skoanmem (schoonmoeder) zojuist was ingeslapen......
Na die mededeling leek de parkeerplaats opeens een heel andere parkeerplaats. De wereld was in één tel veranderd. Vanmiddag waren we met de familie bijeen en het was goed.
De laatste weken worden de blogjes wat schaars en dat heeft zo zijn reden. Het einde van de dagen van mijn gedwongen thuis zitten zijn aangebroken, maar nee, ook deze laatste weken heb ik niet echt fluitend buiten de deur door kunnen brengen. Integendeel. Ik moest er voor oppassen om niet tenenkrommend binnen te blijven zitten. Ik dacht een paar weken geleden inderdaad dat er het één en ander zodanig geregeld was, waardoor ik weer enigszins met plezier aan de slag zou kunnnen. Tot het moment waarop er opeens een voorstel uit de lucht komt vallen. En dan gaan er opeens allerlei mechanismen werken die niet echt bevordelijk zijn om weer zin in het werk te krijgen. "Open" voorstellen die bij nader inzien zeer dwingend lijken te zijn, waar bij een nee op zo'n voorstel niet echt gewaardeerd wordt... Afijn ik wil de lezer er verder niet mee vermoeien, maar de lust tot schrijven was er even niet.
De foto heb ik gisteren in de Weerribben gemaakt tijdens een wandeling met een broeder in het vak. Hij is op een paar maand na veertig jaar in het onderwijs werkzaam geweest. Hij heeft dat werk altijd met heel veel plezier gedaan, behalve de laatste paar jaren, zo vertelde hij. Op de één of andere manier gaf zijn verhaal mij steun. Ook ik heb heel veel jaar met ontzettend veel plezier mijn werk gedaan. In ons gesprek vonden we elkaar in het feit, dat, als we op een gegeven moment een grote hoofdprijs gewonnen zouden hebben, dit geen enkele reden zou zijn geweest om met werken te stoppen. Je houdt van je werk of niet.
Ook voor hem waren de laatste jaren meer plicht dan vreugd geweest. Ik moet nog een paar jaar, maar zijn verhaal gaf mij wel steun om de schouders er toch nog maar even onder te zetten, "want," zo zei hij, "uiteindelijk kijk ik toch met tevredenheid terug op mijn arbeidzame leven." En misschien voelde ik mij daarom wel zo aangetrokken tot dit plaatje. Even leunen, voor ik mijn plicht, want zo zie ik het nu wel, moet gaan vervullen.
En met dat gevoel richt ik mij de komende dagen even helemaal op de vakantie die er aankomt. Gewerkt of niet, ik vind dat ik het dit keer dubbel en dwars heb verdiend. La Palma, ik maak mij klaar. Ik kom over enkele dagen!
UP DATE: Het dwingende voorstel bleek een onweersbui te zijn die gelukkig is overgedreven. Ik hoop dat de zon nu de ruimte krijgt om te gaan schijnen en kan blijven schijnen, ook als ik weer terug ben!
Toen ik vanavond met de hond uitging, bedacht ik, dat ik het absoluut niet wist waarover ik deze keer zou willen schrijven. Al lopend probeerde ik stil te staan bij alles wat er nu zoal door mijn gedachten heen ging. Boos. Aardig. Verdrietig. Wrokkig. Riposteren. Blij. Moe. Plezierig. Rust. Boek. Grappig. Mistroostig. Gesprek. Stoppen. Afrodisiacum. Hoopvol. Teleurgesteld. Vriendelijk. Trots. Karin Slaughter. Eerlijk. Humoristisch. Negatief. Niets. Doorgaan. Weinig. Alles. Anders. Onzichtbaar. Vooruitblik. Riposteren. Moedig. Mediteren.Terughoudend. Groet. Weinig. Mindfulness....... Allemaal woorden van gedachtenflarden die er in mij omgaan. Elk woord zou een aanleiding kunnen zijn voor het schrijven van een blogje. Niet te doen dus. Opeens dacht ik aan de zeef die P. gebruikt om de aarde, ontstaan uit de composthoop, te zeven. Dat zou ook wel een mooi werktuig voor mij zijn om van mijn gedachtenflarden iets moois, iets vruchtbaars te maken. Ik gooi alle woorden in de zeef en ik schud net zolang tot de woorden teruggebracht zijn tot letters en die letters strooi ik dan uit en daarvan maak ik alleen maar positieve gedachten. Ik zie het al bijna voor me. Ik heb er zin in. Ik ga zeven.
Zeven, een heilig getal. Het kan bijna niet anders. Dit moet zuiverend werken en tot een vruchtbaar resultaat leiden..
De afgelopen dagen ben ik wat op reis geweest. Hoewel de éne reis niets met de andere te maken had, is het wel een combireis geworden. Eén reis ging naar het tranendal. Ik kan u zeggen dat ik die niemand kan aanraden. Het is er koud, mistig, vochtig en mistroostig; een plek waar eenzaamheidgevoelens, gevoelens van overbodig en waardeloos zijn, welig groeien. De reden dat ik dat dal bezocht was, omdat schijnbaar de met zoveel moeite gemaakte afspraken betreffende mijn werk toch weer minder betrouwbaar leken te zijn dan ik had aangenomen.......
Terwijl ik in mijn auto naar het tranendal afreisde, stuurde ik ondertussen de autozelf richting Den Haag. Ik had afgesproken om een dagje naar dochterlief en haar piepmuisje Rixte te gaan. Deels voor de gezelligheid en deels om die dag een poosje oppasoma te zijn. Ik slaagde er gelukkig in om de reis naar het tranendal te onderbreken. We hebben met zijn drieën een fijne dag gehad. Het was echt mooi om te zien hoe Rixte haar moeder buiten de deur werkte. Ze was er helemaal voor in om zonder haar moeder, maar samen met mij, haar oma, boodschappen te gaan doen.
Midden op "de Fred", een drukke winkelstraat in Den Haag, hoorde ik haar zingen. La la la la. Ik herkende het en zong met haar mee: Joepie joepie is gekomen. Ik kreeg van haar een stralende lach als beloning. Ik voel er nog de kriebels van in mijn buik. Ik kocht een mooie rode Valentijnshartenballon voor haar en voor haar moeder heb ik een mooi boeket laten maken met moderne roodachtige bloemen erin. Ik heb nog nooit in mijn leven iets aan Valentijnsdag gedaan, maar dat kleintje haalde mij dit jaar over de streep.Op de terugreis merkte ik, dat de dag zelf een tussenstop was geweest, want na enkele kilometers bleek ik toch weer bij het tranendal aangekomen te zijn. Verdrietig reed ik naar huis. Zelfs de gedachte aan het Joepie joepie kon mij niet troosten.
In de loop van vandaag is gebleken dat de richtingaanwijzer naar het tranendal misschien afgeplakt had kunnen worden, zodat ik de weg daarheen niet in had hoeven te slaan.... maar ja dat is achteraf. Het was dus een dag met twee gezichten en eerlijk gezegd ben ik wel een beetje moe van die twee reizen op één dag waarvan er één niet echt nodig had hoeven te zijn. Gelukkig geeft de herinnering aan de stralende lach die Rixte mij schonk, steeds meer de goede kleuring aan deze dag.
Deze week zijn de kinderen van groep acht druk bezig met het maken van de CITO-toetsen. Terwijl de éne school de uitkomst als zeer bindend zal gaan beschouwen, zal een andere school veel meer uit gaan van het leerling-volg-systeem. Voor beide benaderingen valt wat te zeggen, maar toch wil ik bij de tweede benadering mijn kritische kanttekening laten horen.
Vorige week hoorde ik een collega vol vuur vertellen dat de school waar haar kinderen naar toe gingen met allerlei factoren rekening hielden. Zo vertelde ze dat haar dochter bevriend was geweest met een meisje dat uit een niet helemaal doorsnee gezin komt. De drie kinderen in dat gezin hebben drie verschillende vaders, maar geen van de vaders woont nog in het gezin. Moeder zou veel wisselende vriendjes hebben.
Het meisje uit dat gezin, begon zich op twaalf jarige leeftijd te gedragen naar het voorbeeld van moeder. Jongens waren al heel erg belangrijk voor haar. Hoewel dit meisje op grond van de CITO-toets wel HAVOadvies had kunnen krijgen, had men gemeend haar toch maar een ander advies te moeten geven. Dat paste beter bij de belangstelling van het meisje en zo zou ze ook bij haar vriendeinnen kunnen blijven. Dat is op deze leeftijd ook heel belangrijk, zo vond men.
Ik probeerde op dit verhaal niet al te fel te reageren, maar ik ben het hier absoluut niet mee eens. Op deze manier wordt er een mogelijkheid voor dit meisje afgesneden om boven haar sociale niveau uit te kunnen groeien. Het wordt niet als een mogelijkheid gezien dat de nieuwe vriendinnen die ze in mijn ogen ongetwijfeld zal maken haar belangstelling en haar gedrag zouden kunnen bijsturen. Op die leeftijd willen kinderen vaak niet afwijkend zijn en gaan ze zich aan de omgeving aanpassen.
In mijn optiek zou dit meisje zeker een advies hebben moeten krijgen voor een vorm van onderwijs wat bij haar intelligentie past. Ik vind het heel eng als een onderwijskracht hier allerlei andere motieven mee laat spelen.
mooi weer buiten
een strak blauwe lucht
een stralende zon
een dag om van te genieten
helaas gaat dat even niet
boosheid blokkeert mij
en ook nog het verdriet
binnen stormt het in mij
en het regent dat het giet
Het is niet het mooiste gedicht wat ik ooit geschreven heb, maar het geeft wel aan hoe ik mij vanmorgen voelde. Om niet in deze bui te blijven hangen is er besloten om een behoorlijke stap buiten de deur te gaan maken. Ik pakte de doos met daarin "de mooiste wandelingen in Nederland" om te zien of ik er één kon vinden die aardig in de buurt ligt. Bovenop lag er een print van een wandeling in Eastermar.
Vandaag heb ik een dag gewerkt. Nee ik ben nog niet echt begonnen, maar vandaag ben ik naar een bijscholingsdag voor auditoren geweest. Het afnemen van audits blijft gewoon in mijn takenpakket zitten. Om in deze materie niet in kennis en vaardigheden achterop te raken, leek het mij een goed moment om mij, al was het maar voor één dag, in het schoolse te storten.
Het pad om het gewone dagelijkse werk weer te gaan hervatten is bijna geëffend. Toch zal ik pas na de crocusvakantie gaan beginnen, Zoals ik in het blogje achteraf al schreef, ik heb wel verlies geleden. Onze locatie heeft geen eigen team meer, ik ben geen teamvoorzitter meer en daardoor is mijn takenpakket op een aantal onderdelen gewijzigd.
Bij de aanpassingen van mijn takenpakket is er, toen de gesprekken, of anders gezegd , de onderhandelingen hierover eenmaal op gang waren gekomen, behoorlijk rekening gehouden met de mogelijkheden en wensen die ik zag. Waar dit mogelijk was zijn deze gehonoreerd en anderzijds heb ik zelf ook hier en daar water bij de wijn gedaan.
Afgelopen week heeft het team een schrijven ontvangen waarin tot uiting komt dat er in de loop der tijd een complexe situatie was ontstaan waardoor er op teamniveau gehandeld diende te worden, maar waarin de gang van zaken weliswaar betreurd wordt.
Voor mij blijft er voelbaar een stukje verlies over, omdat ik een stuk inhoud van mijn werk wat ik erg leuk vond om te doen, kwijt ben geraakt. Dat ervaar ik toch als een teleurstelling. Als ik dan in het tijdschrift Psychologie van deze maand lees dat het verwerken van een teleurstelling vergelijkbaar is met een rouwproces, dan kan ik dat alleen maar beamen. En een rouwproces vraagt tijd. Die tijd krijg ik en het prettige van dit moment is, dat ik merk dat die tijd mij ook gegund is. Geen hijgende adem in mijn nek van: niet morgen beginnen maar liefst gisteren. Nee, eerder het tegendeel: neem de tijd! Het resultaat is dat ik lamngzaam maar heel zeker weer toegroei naar de situatie dat ik weer zin krijg om aan het werk te gaan.
De pijn, het verdriet om het hele gebeuren verdwijnt naar de achtergrond. Door de gesprekken die gevoerd zijn, zijn de scherpe kanten bijgeschaafd. Er is weer toekomst. Ik blijf erbij, dit alles had naar mijn idee anders aangepakt kunnen worden, maar desalniettemin, ik hoop het plezier in mijn werk over een paar weken echt weer terug te vinden. Hiermee sluit ik deze episode af.
Als ik vandaag gewerkt zou hebben, zou ik zeker met mijn leerlingen over Joran gepraat hebben, maar ook over Natalee. Ik vind het zeer betreurenswaardig wat deze jongen gedaan heeft. Het komt er op neer dat hij het lichaam van Natalee niet anders meer kon zien als afval waarvan hij zich zo snel mogelijk moest ontdoen. Niet eens op de gedachte komend dat hulp mogelijk nog niet te laat was. Mensonterend.
Maar ik zou ook praten over het gedrag van Natalee. Wat is er zo ontzettend leuk aan om je helemaal klem te drinken en mogelijk ook andere middelen gebruiken waardoor alle normen ven waarden vervagen om vervolgens als meisje alles met je te laten doen. Ik zou toch wijzen op het feit dat het een goed streven is om als mens zelf baas te blijven over het functioneren van het eigen lichaam.
Ook onder mijn leerlingen schijnt er geen enkele gene meer te zijn over het feit dat men in het weekend dronken is geweest. In één van de laatste weken dat ik werkte hoorde ik een meisje over de trapleuning roepen: "Ze was helemaal smoor! Ze zwaaide op haar benen. Lachen!!!" Ik was toen niet in de setting om daar op dat moment op in te gaan, maar ik had het vandaag zeker ter sprake gebracht.
Ik hoop dat deze hele treurige gebeurtenis er toe bijdraagt dat jongeren een pas op de plaats gaan maken, na gaan denken over het indrinken en het zogenaamde comazuipen. Misschien gaat dat dan tot het verleden behoren. Misschien dringt het dan door dat het onder invloed zijn van veel drank niet echt leuk is omdat men dan niet meer volledig voor zijn of haar eigen gedrag kan instaan. Als dat gebeurt, dan is Natalee niet helemaal voor niets gestorven. En over Joran wil ik het verder niet hebben.
Ik heb ruim twee weken geprobeerd om het boek: De duivel draagt Prada" uit te lezen, maar bij bladzijde 144 heb ik besloten af te haken. Op zich is dat merkwaardig, want, of ik besluit na zo'n dertig blazijden dat ik het boek niet verder lees, of, en zeker als ik al op de helft ben, besluit ik, het boek dan toch maar tot het einde toe uit te lezen.
Met dit boek lukt me dat absoluut niet. Ik vind de personages volstrekt ongeloofwaardig terwijl het een soort realityroman wil zijn. Een jonge journaliste begint haar carriere bij een vooraanstaand modetijdschrift en de hoofdredactrice is een draak van een mens. Ik heb wel eens boeken gelezen waarvan één of andere hoofdzuster of een directrice op een dergelijke drakerige manier beschreven werd, maar dat is dan uit een lang vervlogen tijd. Zelfs al van ver voor de tijd dat ik zelf nog leerlingverpleegkundige was. Ik kan mij niet herinneren, dat ik mij ooit zo heb moeten laten koeionneren, want dan had ik nooit mijn Staatsdiploma Zieknverpleging B (lees psychiatrisch verpleegkundige) gehaald
Ik kan mij dan ook niet voorstellen dat mensen zich zo door hun meerdere laten behandelen. Ook niet in de modewereld. De schrijfster wil mij laten geloven dat iedereen bijna in de houding springt als dat mens op kantoor verschijnt. Ook is men bijna verplicht om 24 uur per dag alle dagen van de week beschikbaar en inzetbaar te zijn, ook voor de meest onnozele opdrachten. De tweede helft van het boek heb ik met zeven mijls laarzenstappen genomen. Ik weet nu dat het jonge journalistje na een goed jaar er toch de brui aan geeft. En....Ik ben te weten gekomen dat Prada een merknaam schijnt te zijn. Ik had er nog nooit van gehoord.
Ik heb van verschillende kanten het advies gekregen niet meer zo streng voor mijzelf te zijn, dus ik heb het boek dicht geslagen met een gevoel van: Ik heb het uit! Wat zoveel wil zeggen dat ik het daarmee zonder schroom, ook al heb ik de tweede helft maar vluchtig bekeken, op de lijst van gelezen boeken kan plaatsen. Aldus geschiedde.
Het heeft me destijds heel veel moeite gekost om P. er van te overtuigen dat winkelen toch echt iets anders is dan boodschappen doen. Nu, heel veel jaren later, kan ik ook nog wel begrijpen, dat hij toentertijd onder, de wekelijkse booschappen doen, winkelen verstond. Hij was gewend dat er een boodschappenboekje werd ingevuld en dat vervolgens de boodschappen thuis bezorgd werden. Als je dan zelfstandig gaat wonen en je gaat wekelijks zelf op pad om de boodschappen te halen, dan kan ik mij daar ook nog wel iets bij voorstellen dat daar de term "winkelen"voor gebruikt werd.
Voor mij is er een groot verschil tussen boodschappen doen en winkelen. Het eerste doe ik heel doelbewust en bij het laatste wil ik alle tijd hebben om rond te kijken, zonder ergens op zoek naar te zijn. En dat heb ik in de kerstvakantie gedaan. Ik schreef toen al dat ik 's morgens al wist dat ik 's avonds waarschijnlijk iets zou hebben waarvan ik nooit geweten had dat er bij mij zoiets ontbrak. Dat was onder andere deze plank. Ik zou zelf nooit op het idee gekomen zijn, maar toen ik het zag, wist ik gelijk hoe ik het in mijn eigen interieur wilde toepassen. Winkelen is voor mij meer dan alleen kopen. Het is ook: inspiratie en ideeën opdoen.
Het is mij nooit goed gelukt om P. het verschil tussen winkelen en boodschappen doen uit te leggen. Samen boodschappen doen vind ik leuk, samen winkelen lukt niet zo goed. Gelukkig gaat het monteren hem dan wel weer goed af. En helemaal als ik er even niet bij ben..... Over het resultaat van onze beide acties zijn we het gelukkig wel eens. Wij zijn blij met de plank.