Eens was ik arm. Niet dat ik nu heel rijk ben, maar ik heb nu een inkomen, waar ik heel behoorlijk van kan leven. Toen ik nog arm was, keek ik altijd uit naar de maand februari. Dat was maar een korte maand. Dat merkte je weliswaar pas in maart, maar februari had de naam. Van 28 februari liep de kalender in één nacht door naar 1 maart. Er waren zomaar drie dagen minder waarin ik geld zou kwijt raken aan de dagelijkse boodschappen. Vanaf eind januari liep ik mij al te verkneukelen. Volgende maand, dan werd het een heel ander verhaal.... En als ik dan eens een leuk koopje zag, het was immers ook opruiming, dan veroorloofde ik mij wel eens de luxe om tot de aanschaf van dat enigszins oberbodige maar daardoor o zo felbegeerd object. Dat object kon van alles zijn. Een leuk, maar een veel te duur kledingstuk voor één van mijn kinderen, iets voor mezelf bijvoorbeeld een LP, een boek of een tijdschrift of een klein snuisterijtje zoals een ketting of eem shawltje, of bijvoorbeeld een keer naar de schouwburg gaan. Het moest toch een keer kunnen, want de korte maand stond immers voor de deur? Met een beetje goede wil kon ik dan het opgelopen tekort wel weer wegwerken. En werkelijk, hoe dom kun je zijn? Ik kon in die maand februari wel drie keer op grond van deze overweging zo'n beslissing nemen die financieel dus absoluut niet verantwoord was. Ik was altijd weer blij als het dan eindelijk maart was. Dan was ik weer verlost van deze verleidingen en kon ik weer over gaan tot de orde van de dag. Het is uiteindelijk nooit echt fout gegaan, maar achteraf gezien kon ik er zo af en toe toch hele wonderlijke redeneringen op na houden.
Al dagen ben ik bezig om het boek Harlekino van Tessa de Loo uit te krijgen en dat valt niet mee. Zo langzamerhand heb ik er een soort haat liefde verhouding mee gekregen. Het boeit me en het boeit me toch ook weer niet. Ik kan me er niet helemaal in verliezen. Ik lees er een stuk in, dan probeer ik het hoofdstuk toch maar uit te krijgen, ik leg het boek weg om het vervolgens een tijd later toch weer ter hand te nemen. Nu ik ruim over de helft ben, beginnen de lijnen steeds zichtbaarder te worden. Ik vind het boek een wat gekunstelde constructie van de verschilende verhaallijnen. De beschrijving van de fantasiewereld van de twee hoofdpersonen wordt op een aardige wijze weergegeven. De zoektocht naar de vader van één van de twee hoofdpersonen dient meer als een verbindingslijn en lijkt een middel te zijn om verschilende landstreken en de daarbij behorende gebruiken in beeld te brengen. De derde verhaallijn is de Nederlandse leefwereld van een jongen die een Marokkaanse vader heeft, deze niet kent en daar naar op zoek gaat.
Naast deze verhaallijnen krijg ik nogal veel voor mij nieuwe begripen voorgeschoteld, waarvan de meesten geen nadere uitleg krijgen. Het is dus best handig dat, omdat ik de dag toch grotendeels zittend moet doorbrengen, ik mijn laptopje op een tafeltje naast mij heb staan. iedere keer als ik iets tegenkom wat ik niet ken, toets ik het in en zie daar, mijn kennis is weer iets toegenomen. In het begin van het boek is er een paar maal sprake van: "de appel van Magritte", het zei mij helemaal niets, maar het is mij inmiddels helemaal duidelijk. Onderaan dit blogje zal ik hiervan een afbeelding plaatsen.
Uit de zinsnede kon ik dan nog wel opmaken wat zazen is, maar kinhin en koan zei mij echt helemaal niets. Het schijnt iets met hasj en andere geestverruimende middelen verband te houden. Dat de ud een muziekinstrument is, laat zich, zonder dat ik er ooit van gehoord had, raden maar als dan opeens de bendir genoemd wordt, mag dit toch wel even nader verklaard worden. Zo zijn er vind ik, wel meer onvolkomenheden. Op bladzijde 265 is er opeens sprake van een Lalla. Nergens wordt uitgelegd wie dit is.
Nee, het is niet helemaal een boek naar mijn hart. Het spreekt mij veel minder aan dan het boek Suezkade van Jan Siebelink. Beide boeken zullen in de toekomst wel als literatuur van de vroege 21ste eeuw te boek gaan staan, maar ik wil toch de aantekening maken dat Harlekino wat mij betreft niet in de schaduw kan staan van De Tweeling, een eerder boek van Tessa de Loo.
Voor de nieuwsgierigen voeg ik een link naar René Magritte toe. http://www.cultkanaal.nl/Kunst/rene-magritte.html
Tijd voor een artikeltje in de categorie voedsel, dacht ik zo, want het is al weer een tijdje geleden, dat ik daar een blogje aan gewijd heb. En tijd heb ik nog wel even, vol op, dat is niet het punt. Nee, het is veelmeer, dat de noodzakelijkheid wat aan urgentie ingeboet lijkt te zijn, want sinds ik niet meer donkerkloosterbrood met veel granen, zonnepitten en andere toevoegingen van zaden eet, lijken mijn darmen tot rust gekomen te zijn. En ik had deze categorie nu eenmaal aangemaakt met de opzet om te kunnen schrijven over voedsel wat mij van nature niet heeft aangestaan, maar wat ik in de loop der jaren ben gaan leren eten. Dat was dus ook het geval met dat bruine brood. Tot voor een jaar at ik alleen maar witbrood en had ik dus nooit problemen.......Maar daarover wilde ik het nu eigenlijk helemaal niet hebben.
In de krant van afgelopen vrijdag stonden verschillende artikelen die allemaal met voedsel te maken hadden en daarover wil ik het één en ander kwijt.
Zo las ik dat vorige week horden kinderen in het Natuurmuseum in Leeuwarden lekkere sprinkhanen en meelwormen in hun koekenpannetjes hebben gebakken en verorberd. Volgens een medewerkster van dat museum is dit het voedsel van de toekomst en is het gezond en goed voor het milieu. Het zal wel, maar ik hoef het niet. Het staat mij van nature tegen dus ga ik het ook niet uitproberen. Wie weet wat voor enge kwalen ik daar van zou krijgen
Ook zal ik niet met de verwachte trend meedoen om vanwege de recessie vaker naar een fastfoodrestaurant uit te wijken. Zo heel af en toe een patatje behorend bij een menu als ik uit eten ga vind ik lekker. Maar ja, door de crisis zal er minder uit eten gegaan kunnen worden en zal ermeer gebruik gemaakt gaan worden van de fastfoodrestaurants. Mij zul je daar zelden in aantreffen. Ik houd er niet zo van. Toch zal de fastfoodsector als enige horecaonderdeel geen last van de economische malaise hebben zo is de verwachting. De schappelijke prijs van fastfood speelt hierbij een grote rol. Mensen willen nu eenmaal niet altijd zelf koken,.
Zou dit dan een oplossing zijn? Afdingen op de prijs van een speciaal onderhandelingsmenu. Binnenkort zal dit in restaurant Cuba Libre in Vijlen regelmatig gebeuren, zo las ik in die zelfde krant. Ook, zo las ik verder, overweegt men daar met een speciaal crisismenu te komen. Waaruit dat bestaat is nog niet bekend. Ik vrees met grote vreze dat het zal gaan bestaan uit sprinkhanen en meelwormen. Dat gedoe in dat museum van Leeuwarden was vast een voorproefje
Eén gelukje voor mij, gelukkig vind ik het niet erg om dagelijks mijn eigen potje te koken en dat blijf ik dan maar gewoon doen. En ik ben al lang blij dat die vervelende darmklachten over lijken te zijn. Toch laat ik de categorie voedsel blijven. Er zal zo af en toe best nog wel eens een onderwerp voorbij komen wat hierin geplaatst kan worden.
Als het goed is kunnen onderstaande foto's door er op te klikken vergroot worden. Dan ben ik erin geslaagd om dit experiment stadium 1 tot een goed einde te brengen. Stadium 2 zal zijn om de foto's wat meer in het midden van het scherm geplaatst te krijgen en in stadium 3 zal ik trachten de foto's elders op het net weg te zetten.
Het dal waarin we op zaterdagmiddag na aankomst rondgewandeld hebben
Zondagmorgen in de wondermooie sprookjeswereld
Maandag bleek dat verre tochten niet mogelijk waren. We wachtten in Hausach in een etablishement op de bus. Daar stond zij ook. Zij liet mij even glimlachen en de pijn vergeten
Maandagmiddag met de auto naar Triberg om als Truus Toerist "even" de waterval te doen. Dinsdag is de poging om toch iets van de vakantie te maken gestaakt.
Het stil zitten begint me steeds meer te vervelen, maar met dit experiment ben ik toch even leuk bezig geweest.
De tijd mag dan wel gewoon doorlopen, maar voor mijn gevoel duurt een dag veel en veel langer als wanneer ik ook gewoon uit de voeten kan. Maar dat lukt nog helemaal niet. Vooral als ik uit bed kom, is de pijn bijna niet te harden. Op de voet staan is dan eigenlijk uitgesloten. In de loop van de morgen verdwijnt de heftige pijn dan weer goeddeels. Ik moet me er maar bij neer leggen dat het echt enige tijd in beslag gaat nemen. Ook bij "onze" JanPeter, de minister-president, liep het in 2004 niet allemaal naar wens. Daar kwam zelfs een operatie bij aan te pas. Hoe het herstelproces bij mij zal gaan verlopen is maar helemaal afwachten. Het zal wel lopen zoals het loopt. Geduld hierbij zal een schone zaak zijn. Het is denk ik wel een goede aanpak als ik er per dag naar streef om toch maar iets te doen wat ik zelf als zinvol acht. Zo ben ik vandaag begonnen om het geheim te ontdekken van foto's door een klik groter op het beeld te laten verschijnen. Zodra ik dat onder de knie heb zal ik enkele foto's van de paar dagen in Gutach publiceren,waaronder de mooie waterval van de Gutach in Triberg. Deze keer heb ik mijn blogje opgefleurd met een foto, gevonden bij wikipedia. Zonder dat ik het wist, waren wij in het land van de koekoeksklokken aangeland. Op ons autoritje van zondagmiddag kwamen we langs allerlei verwijzingen naar de grootste koekoeksklok van de wereld en maandag zijn we maar eens zo'n grote kitscherige winkel in Triberg binnengegaan om ons op de hoogte stellen. En daar gebeurde het. Ik viel helemaal voor die dingen en als we langer waren gebleven, was ik zeker met zo'n klok thuisgekomen. Maar dan wel een "echte". Ik had ook graag naar dat klokkenmuseum in Furtwangen gegaan. Maar dat gaat zeker nog wel eens gebeuren. Over een tijdje zal ik toch ook wel weer kunnen lopen. Dan zal er zeker een tijd komen om terug te gaan.
Het is niet anders, maar na twee dagen kon ik geen andere conclusie trekken dan dat het vrij zinloos was om in Het Zwarte Woud te blijven. Het is daar mooi, dat leidt geen twijfel, maar ik leed wel. Ik heb het geprobeerd, maar het gaat niet. Zaterdagmiddag waren we na een voorspoedige reis lekker vroeg aan. Tijd genoeg om voor dat het donker werd nog een mooi stapje door het witte dal te maken. Het zal niet langer dan een kleine drie kilometer zijn geweest, maar ik was blij dat we rond waren.
Na een lekkere lange nacht was de zon ook al op toen ik naar buiten keek. Een strak blauwe lucht, de bomen prachtig gestoffeerd met mooie witte sneeuw, kortom een droomwereld. (foto's volgen nog) Na een lekker ontbijtje met Duitse kaiserbrötchen, thee, koffie, een ei en andere heerlijkheden trokken we de wandelschoenen aan. Het hotel bood geen informatie over de omgeving, maar een eerste dag zonder wandelkaarten is niet erg. In het dorp stonden wat afstanden over wanderwegen vermeld en wij besloten de blauwe route te nemen. We klommen om op hoogte te komen en het uitzicht was mooi. Na anderhalf uur besloten we niet nog verder weg te draaien van het dal en het pad maar te nemen dat naar beneden leek te gaan. Na bijna drie uur waren we weer bij het hotel en ik was helemaal op. 's Middags hebben we maar een autoritje gemaakt. Ik vond het jammer van het mooie weer, maar het was niet anders. 's Avonds was ik totaal op. Ik had geen enkele aspiratie meer om ook maar één letter op het toetsenbord in te typen.
De volgende dag hebben we info bij de toeristinformation gehaald. Daarop hebben we een wandeltocht naar Hausach gepland en gemaakt. En toen was het helemaal op. We zijn met de bus teruggegaan en maar weer een autoritje gemaakt. En weer was ik aan het einde van de dag helemaal total los. Had ik de laptop mee en was er een internetbereik, maar doordat ik totaal uitgeput door de pijn was, kon ik er niets mee doen. Zelfs de foto's even op het scherm zetten was me nog te veel moeite. 's Nachts kon ik niet meer slapen vanwege de pijnlijke kloppende voet en toen ik gistermorgen opstond wilde ik maar één ding: Naar huis! Dat hebben we gedaan en toen we de grens gepasseerd waren heb ik de huisarts gebeld en een afspraak gemaakt.
Vanmorgen om half negen kon ik daar terecht. Dat is vroeg, maar als je pijn hebt wil je wel. Het zou toch om een ontstoken pees kunnen gaan maar om een gebroken middenvoetsbeentje uit te sluiten heb ik vanmiddag een foto laten maken. Vooralsnog was hier geen breuk op te zien, vrijdag hoor ik hier meer over. Het advies is so wie so breukje of ontsteking: twee weken rust houden. Zitten met het been omhoog en lopen met behulp van krukken. Klaar ben je.
Ik had met mijzelf de afspraak gemaakt dat als ik op woensdagmorgen, gisteren dus, nog pijn had, ik een afspraak bij de huisarts zou maken. Maar.....Gistermorgen dacht ik dat de pijn aan mijn voet minder werd, of anders gezegd, dat het beter ging met mijn zere pootje. Ik liep dapper door school en ik probeerde tijdens het lopen door de gangen met aandacht mijn gehele voet af te wikkelen. Halverwege de middag ging ik naar huis en aan het eind van de middag voelde ik dat de pijn in alle hevigheid weer terug was. Maar..... Toen was het te laat om de huisarts nog te bellen.
Vanmorgen had ik andere plannen. Ik had eerst een afspraak bij de kapper en daarna zou ik naar school om ijn lessen te gaan geven. Terwijl ik even in huis rondredderde alvorens te vertrekken, herinnerde ik mij opeens een verhaal over de klapvoet. De symptomen die beschreven worden op een site over een klapvoet, waren voor mij heel herkenbaar. Dat zou het dus wel zijn.....
Na de kapper reed ik naar school. Daar aangekomen kon ik in mijn lopen niet meer verbergen dat ik echt veel pijn had. Ik was zelfs misselijk van de pijn. Onderweg naar mijn afdeling nam ik het besluit om de huisarts te bellen. Heel verstandig vonden mijn collega's. En met een beetje assertiviteit kreeg ik het voor elkaar om aan het eind van deze middag nog even langs te mogen komen.
De huisarts legde mij het begrip klapvoet uit. Dat heeft te maken met verlammingsverschijnselen en dat was het dus niet. Na wat wroeten drukken en duwen AU AU stelde ze vast dat het niet kon gaan om een gebroken middenvoetsbeentje, maar daar was wel wat aan de hand. Waarschijnlijk een ontstoken pees bij de aanhechting. Ze bood aan om er een spuit "in te zetten". Dat is weliswaar een paardenmiddel, maar als het werkt, zal ik op een vrij snelle manier van de pijn afkomen èn zal ik als het een beetje mee zit, na een paar dagen wat rustig aan doen, weer gewoon kunnen lopen. En dat is toch nooit weg als je op vakantie gaat, zo was haar commentaar. "Een fijne week" waren haar laatste woorden toen ik de spreekkamer verliet.
Mijn eigen diagnose was weer niet juist, maar dat is niet erg. Ik ben geen arts. Maar als het moet kan ik dus wel doorpakken om bij een dokter terecht te komen
Zal ik nu wel of zal ik niet? Al dagen voer ik een innerlijke strijd om een beslissing te nemen. Ik weet nog precies wanneer ik de pijn voor het eerst voelde. Dat was afgelopen zaterdag een week geleden. Om precies te zijn op 31 januari. Ik stapte uit de auto en liep naar de kantine om mij te melden voor de tenniswedsrtijd. Ik voelde een licht pijntje in mijn rechtervoet. Ik weet nog dat ik dacht, vreemd pijntje, als ik daar straks maar geen last van heb. Raar, ik heb niets bijzonders gedaan, ik kan mij tenminste niet herinneren mij verstapt te hebben of zo. Ik heb er verder geen aandacht meer aan geschonken en ik ben aan de damesdubbelpartij begonnen en gedurende de gehele wedstrijd heb ik dat pijntje niet meer gevoeld.
De volgende dag en zo in de loop van de week kwam dat pijntje steeds maar terug, alleen iedere keer wat heftiger. Nu wilde het geval dat er een collega die week daarvoor in de leskeuken gevallen was en zich zodoende al een heel aantal dagen met krukken voortbewoog. Na bijna een week kwam er aan het licht dat er in haar voet iets gebroken was. De voet werd alsnog in het gips gezet. Ik schonk geen aandacht aan de toch wel steeds terugkerende pijn aan mijn eigen voet.
Een dag later, vorige week woensdag, ontmoet ik een collega met wie ik jaren geleden heb samengewerkt. Ze vertelt mij nu moeder van een mooie dochter te zijn, maar dat dit wel haar voet gekost heeft. Bij een trombose, opgelopen na de keizersnede, kon de voet niet meer gered worden. Het was net of die dag de pijn in mijn voet toenam, maar ik sprak mijzelf toe dat ik niet moest zeuren.
Weer een dag later kom ik op school en daar zie ik collega Gunda zitten met een dikke voet op een bijgeschoven stoel. Ze had zich thuis verstapt en ze zou verderop in de morgen naar de huisarts gaan. Jawel, voet gebroken en ook in het gips. En weer was het of de pijn in mijn eigen voet toenam en weer sprak ik mijzelf toe dat ik mij niet zo moest laten beïnvloeden.
Maar de pijn in mijn voet blijft. Boven op de wreef en als ik goed duw kan ik een heel pijnlijk plekje vinden. soms zegt het even "knap", maar het knapt er niet van op. Ik kan wel lopen, maar het doet wel pijn. Vooral als ik een tijd heb gezeten. Maar als ik doorzet kan ik door de pijn heen lopen. Ik ben al twee dagen bezig om een beslissing te nemen of ik toch maar niet even een afspraak met de huisarts zal maken. Inmiddels maalt het in mijn hoofd met steeds maar weer de volgende gedachten:
- Het zal wel niets zijn. In je hoofd heb je last van die verhalen over die andere voeten. Doe even normaal.
- Het is een verrekt spiertje, gaat vanzelf wel weer over
- Stel dat er een foto van gemaakt moet worden, wanneer moet dat dan? Alweer lesverzuim en dan zul je zien dat er niets aan de hand is. Schaam je je toch ook een weet ik niet wat. Het zal wel overgaan
- Ik ga zaterdag op wintersportvakantie. Ik wil toch wel graag kunnen wandelen. Stel dat de arts zegt, dat is niet zo verstandig, dan kan ik maar beter de kop in het zand steken en maar zien waar het schip strandt
- Als ik morgen nog steeds pijn heb moet ik toch maar bellen
- Het lijkt wel of het toch iets beter wordt.
- Au, wat een pijnscheut, het wordt niets beter. Ik kan lopen maar het is op de tanden bijten
- Kijk ik beweeg gewoon mijn voet, ik voel niets. Oh nu ik hem neerzet in gestrekte vorm voel ik het wel. De pijn trekt door tot aan de grote teen links en rechts naar de zijkant van de knie.
Vanmiddag ging ik de oppas voor de poes en de vissen regelen. En wat vertelt Astrid de overbuurvrouw? Ja hoor dat wil ik best doen, we zijn toch thuis. We zouden eerst ook weg, maar ik heb zo'n last van mijn voet. Er lijkt een goedaardig gezwel in te zitten en dat wordt er eind februari uitgehaald. Echt wandelen kan ik dus niet en zodoende blijven wij thuis.
En nu zit ik dus met een zere voet en al dit stukje te bloggen en ik heb nog steeds geen beslissing genomen. Even afwachten nog maar. Misschien is het morgen beter. Wie weet......
Tijden veranderen. Vroeger, (ik hoor u al denken, daar komt zij weer aan met haar vroeger, maar dat vroeger heeft een grote indruk op mij gemaakt) toen ik nog kind was, gingen we ook wel eens een dagje op familiebezoek. Apeldoorn-Eerbeek is ongeveer 15 kilometer. Daar de broers en de zussen van mijn moeder in Eerbeek woonden, gingen we toch wel twee à drie keer per jaar naar Eerbeek. Op zondag dan. In de zomer op de fiets, in de winter met de bus. De VAD. Het was altijd een hele onderneming en er werd dan ook steevast een hele dag voor uit getrokken. 's Morgens half tien weg, 's avonds rond acht uur weer thuis.
Later toen wij naar de Achterhoek verhuisden, nam een familiebezoek, of wij nu op bezoek gingen of de visite kwam bij ons, een heel weekend. Maar we hadden toen ook nog geen auto en het openbaar vervoer nam wel een paar uur in beslag. In de jaren dat wij, en daarmee bedoel ik mijn generatie, pas getrouwd waren en al wel in het bezit van auto waren, heerste ook nog de gedachte dat, als je langer dan een uur moest rijden, het eigenlijk ondoenlijk was om op één dag heen en weer te gaan. Een bezoek bestond dan vaak uit twee dagen. Soms ook uit drie. Vrijdagavond komen en zondag tegen de avond weer vertrekken. Zo'n visite moest dan ook ver van te voren gepland worden.
Vandaag zijn wij naar Rotterdam gereden en weer terug. Even bij schone zus kijken die thuis bezig is te herstellen van het krijgen van een nieuwe knie. Dat even werd op uitdrukkelijk verzoek toch wel iets meer dan een halve dag. Op de terugweg moest ik toch even in mijzelf een beetje lachen toen we al zoevend over de vierbaanswegen flink de vaart erin hadden en ik terugdacht aan de familiebezoekjes van weleer. 15 kilometer, waar hadden we het over? Maar zo was toen de gedachte, het moest de moeite lonen. Voor mij zit het lonen niet in de kwantiteit aan tijd maar aan de kwaliteit. En die was er vandaag volop. Het was de moeite van het rijden waard.
Misschien was het u al wel eens opgevallen, ik schrijf graag stukjes over mijn herinneringen uit het verleden. Dat vind ik makkelijker dan het over nieuwe ontwikkelingen te hebben. Dingen uit het verleden zijn voor mij herkenbaar. Ik hoef er niets over uit te vinden, niet mee te experimenteren en in de meeste gevallen heb ik mijn standpunt al bepaald of heb ik er al een mening over. Maar dat wil niet zeggen dat ik het nieuwe uit de weg ga.
Ik was een zeer vroege gebruiker van de mobiele telefoon, Ik heb het type koelkast nog gehad. Op aanraden van dochterlief ben ik (al weer een heel aantal jaren geleden) het weblogland is gaan verkennen. Zo heb ik een paar jaar geleden eens een MP3spelertje aangeschaft om uit te kunnen vinden wat de werking van zo'n apparaatje is en wat vele leerlingen toen om hun nekjes hadden hangen. Ik heb hyves uitgeprobeerd en weer afgevoerd en vanmorgen liep ik via de krant tegen twitteren aan. Had u er al van gehoord, van twitteren, of van tweeten? Ik niet, maar ik las vanmorgen in het artikel dat velen zich hiermee bezig houden. Ook Obama. Niet dat dit laatste gegeven nu echt gewicht in de schaal legde om op onderzoek uit te gaan, maar mijn nieuwsgierigheid was wel geprikkeld. Twitteren of tweeten zo las ik, is het plaatsen van een berichtje van maximaal 140 tekens. Het kan via de computer, het mobieltje of pda. Het heet ook wel microbloggen.
Tijd om op onderzoek uit te gaan en ik kwam hier terecht http://twitter.com/. Het echte leven, zo hoorde ik de stem bij het videootje (zie link) vertellen, speelt zich af tussen de smsjes en de chatboodschappen door en daar wil twitter op in spelen met de vraag: wat ben je nu aan het doen? Door deze vraag van tijd tot tijd en veelvuldig aan vrienden en familie te stellen zou je meer op de hoogte kunnen blijven van elkaar en daardoor het gevoel krijgen dichter bij elkaar te leven. Ik hoef er niet lang over na te denken. Voor mij is het min of meer een variant op hyves met de vele "vrienden"'. Ik kan oprecht zeggen, aan mij niet besteed, ik ben al geweest. Maar nieuwe dingen, althans voor mij nieuwe dingen uitproberen, blijf ik wel leuk vinden. En ik zou het ook erg leuk vinden als ik wat reacties van u als lezer over dit fenomeen mag ontvangen.
Had ik mij voorgenomen om iets over Barbie te gaan schrijven, gooit de plotselinge dood van Hans Beck, de ontwerper van Playmobil roet in het eten. Over Barbie kan ik wel uit eigen ervaring schrijven en dat komt dan ook nog wel. Uiteindelijk wordt zij in maart pas 50 jaar. Dat heeft dus nog de tijd. Nu vragen de playmobilpoppetjes even de aandacht, alleen staat dit veel verder van mij af. Hoe goed en veel ik mij ook uit het verleden kan herinneren, ik heb grote moeite om het één of het ander over dit speelgoed terug te halen. Ik had er niets mee. Ik heb het toentertijd heus wel gekocht en ook van deze en gene wel gekregen voor mijn kinderen, ik vond het ook mooi, maar daar stokt mijn herinnering. Er kleeft geen belevingswaarde aan dit speelgoed. Dit in tegenstelling tot Lego. Ik kan mij niet herinneren hoe mijn kinderen hier mee gespeeld hebben. Nogmaals, ik vond het mooi, het leken mij hele leuke hebbedingetjes voor mijn kinderen, maar nogmaals, ik heb er geen beelden bij hoe zij met dit speelgoed speelden. Ik heb de poppetjes, net als de lego, wel bewaard en het zit tegenwoordig ook in de speelgoeddoos van de kleinkinderen. En zie daar, tijdens het verjaardagsetentje van mijn vader in december, (ik had een linkje kunnen maken, maar dat was me op dit moment even iets te veel werk) had ik een paar stuks voor kleindochter Nina meegenomen voor het geval dat haar vader en moeder er zelf niet aan gedacht zouden hebben om iets van speelgoed paraat te mee te nemen. Sowieso is het speelgoed, meegebracht door een oma, in heel veel gevallen aantrekkelijker dan het eigen speelgoed, omdat het een andere lading heeft dan het meegebrachte spul van thuis. Het is speelgoed wat je als kind niet altijd tot je beschikking hebt, waardoor het als vanzelf heel aantrekkelijk wordt. Ze heeft er dan ook volop mee gespeeld. En dat beeld heb ik nu voor ogen en daarmee zal ik oud worden. Ik heb dus geen beelden van hoe mijn kinderen met deze poppetjes speelden, maar het spel van Nina zal ik niet gauw vergeten. Het zijn die beelden die ik koester. Nina woont nu (even) heel ver van mij vandaan en mede daarom is die herinnering is mij dierbaar. Dat was dan ook het eerste wat ik voor ogen had toen ik in het nieuws hoorde dat de maker van dit speelgoed overleden was.
Het mooie van een voorstellingsvermogen is, dat je daardoor soms even in staat bent om een eigen wereldje te creëren. Zo zie ik mijzelf boven op een duin zitten. Ik kan het harde helmgras bijna tegen mijn blote benen voelen bewegen. De lucht is strak blauw en de zon schijnt uitbundig. Er staat een klein briesje en het is aangenaam van temperatuur. Niet warm genoeg om op het strand te liggen maar niet te koud voor een wandeling langs het strand. Ik mag mij verheugen in een tevreden gevoel. Ik begin te merken dat ik al een lange weg heb afgelegd. Ik wil nog steeds verder, ook al is het soms wat zwaar. Het rulle zand van het strand geeft soms te veel weerstand waardoor ik vermoeid raak. Even lijkt het beter om langs de vloedlijn te gaan, totdat ik voor een te grote inham van het zeewater kom te staan. Eén ding weet ik zeker. Ik wil verder, hetzij er doorheen of er omheen. Ik besluit om uit te wijken en via het mulle zand te gaan. Ik neem de tijd en ik loop door naar het duin om daarboven even neer te strijken. Ik kijk naar beneden en ik zie dat vele mensen bezig zijn hun pad en hun richting te kiezen, maar elk zal afzonderlijk zelf de stappen moeten zetten om vooruit te komen.
Vaag meen ik in de mensenmenigte mijn kinderen te herkennen. Zij zullen ongetwijfeld dezelfde hindernissen tegen komen als waar ik tegenaan ben gelopen of die ik opnieuw zal tegenkomen. Zij zullen misschien net iets andere keuzes maken of op een ander moment dan ik het rulle zand van het strand kiezen, maar zij zullen gaan. En het zal niet beter zijn dan mijn gekozen pad, niet slechter, maar gewoon anders. Ik sta op om naar het strandpaviljoen te gaan. Zo af en toe treffen we elkaar om gezellig samen even een kop koffie te drinken. Een ieder zal daarna weer zijns weegs op eigen wijze gaan.
Deze mijmeringen, deze beelden, ik zag ze voor me en beleefde dit op mijn vrije dag, lekker zittend op de bank, in mijn heerlijke knusse warme huis en ik was gelukkig.
|
|