En elke dag ga ik verder met mijn leven, of, en dat is een heel andere zienswijze, het leven gaat verder met mij. Met die laatste zienswijze kan ik het maar gedeeltelijk eens zijn. Soms ervaart mijn vader zijn leven van nu wel eens op deze manier, het leven had wat hem betreft met die val ook wel mogen stoppen....., maar als ik zie hoe goed hij opknapt, dan moet ik wel bijna concluderen, dat het zijn tijd nog niet was. Hij heeft nog een stukje te gaan. Vader is weer helder van geest en over enkele weken zullen de foto's uitwijzen hoe het genezingsproces van zijn been verloopt. We wachten het af, evenals de behandeling van de ingediende klacht tegen de taxicentrale. De gemeente heeft in een ontvangstbevestigingsbrief laten weten binnen een termijn van zes weken op de klacht in te zullen gaan. Dat is dus een kwestie van geduld hebben en rustig afwachten. Niet erg, want ik heb al lang geleden geleerd dat Keulen an Aken ook niet op één dag gebouwd zijn. Dat is even min het geval geweest met dat vreemde dubbele viaduct in Morlaix. Voor de nieuwgierigen onder ons, de foto van mijn vorige blog, die met al die poortjes is op de eerste laag van dit viaduct genomen. Goed kijkend naar de eerste foto, alvorens er geklikt wordt, kan men op die foto één poortje ontdekken. Voor wie verder de speurneus wil uithangen kan ik aanbevelen om het moordspel gifmoord te gaan volgen. Ik ben één van de acht spelers. Aan u de eer te ontdekken wie ik ben en of ik misschien ook de moordenaar ben.....
(klik)
En zo heb ik de vakantie weer achter mij gelaten. Dit jaar was de officiële start van het schooljaar voor ons, docenten, niet op een maandag maar op een vrijdag gepland, anders zouden we dit jaar een vrije dag te veel gehad hebben. Het is me niet helemaal duidelijk geworden waardoor dat dan ontstaan zou zijn, maar goed, de tijd dat ik me daar druk om maakte ligt al weer in een ver verleden achter mij. Terwijl ik naar school reed, merkte ik, dat ik er weer plezier in had om iedereen weer te zien. Een heel ander gevoel dan twee jaar geleden, toen ik met lood in mijn schoenen en tranen in mijn ogen naar mijn nieuwe werkplek toereed. In de afgelopen twee jaar ben ik mij daar toch thuis gaan voelen en is het plezier in mijn werk weer volledig terug gekomen. Naast het gevoel aan mijn verplichtingen te voldoen, heb ik ook weer een stuk gezelligheid gevonden. Terwijl ik het woord "gezellig" opschrijf moet ik even glimlachen. De opening van het nieuwe schooljaar gaat nooit onopgemerkt voorbij. Elk jaar wordt er geprobeerd om ons met enige inspiratie toe te rusten. Twee jaar geleden was dat Hans van Breukelen, dit jaar was het een duo waarvan ik de naam even niet meer weet, maar de inhoud van hun voordracht, of workshop, zoals het in deze tijd betiteld wordt, is mij des te meer bijgebleven. Door de vele en snelle moggelijkheden om contact te hebben met elkaar, verschilt de jeugd van nu wel heel erg met de jongeren uit de tachtiger jaren. Toen moest je heel duidelijk een mening over van alles en nog wat hebben, dit goed onder woorden kunnen brengen en kost wat het kost dat zien te verdedigen. Nu gaat het vooral om de babbel, om een grote hoeveelheid aan tekst, vaak van weinig betekenis, in zo'n kort mogelijkte tijd bij zoveel mogelijk anderen in welke vorm dan ook terecht laten komen. Het woord "gezellig" is daarbij van levensbelang, zij het dat het woord "gezellig" anders dan dat wij het kennen, in vele betekenissen gebruikt kan worden. School moet "gezellig" zijn, de pauze moet "gezellig" zijn, de lessen moeten als het even kan "gezellig" zijn... Dit laatste hoeft niet te betekenen dat er in zo'n les niets geleerd wordt of dat er niets gebeurt, samen hard aan het werk zijn kan een leerling als "gezellig" ervaren. Verder schijnt de leerling van anno nu als mens gerespecteerd te willen worden, en niet gezien te willen worden als een leeg vat waar alleen maar kennis ingegoten hoeft te worden. Er is wel een behoefte aan structuur en discipline. Voor mij betekent deze zienswijze niet echt een koerswijziging, omdat ik vanuit deze optiek al vele jaren mijn leerlingen benader, eigenlijk voortborduur op de wijze waarop ik zelf school als "gezellig" heb ervaren. Samen de tafels opzeggen heb ik altijd als heel gezellig ervaren en een uurtje hoofdrekenen kon ik ook heel gezellig vinden, zeker als het buiten hard woei en de regen tegen de ramen kletterde. In het middelbaar onderwijs kon ik ook genieten van het feit dat ik de uitleg van wiskundesommen had begrepen en deze vervolgens zelf kon uitwerken. Volgens dat recept heb ik later altijd zelf les gegeven: elke leerling moet het lokaal verlaten met het gevoel iets gedaan te hebben en in staat zijn om thuis, gevraagd of ongevraagd, iets te vertellen over de les. Alleen de discipline zal ik wat meer aan moeten scherpen. Ik ga nog te veel uit van het overlegmodel. Ik heb inderdaad gemerkt dat het soms wat wrevel bij anderen oproept wanneer ik een leerling het voordeel van de twijfel geef en toesta om bijvoorbeeld een werkstuk iets later in te leveren dan was afgesproken. Kortom, ook komend schooljaar staat er weer een uitdaging te wachten, maar ik heb er wel weer zin in om dit aan te gaan. Eén ding is zeker, aan het eind van het schooljaar ligt er weer een lange periode van vrij zijn in het verschiet.
(klik)
Na alles van het weekend weer opgeruimd te hebben, een ferme wandeling met een oud collega/nu vriendin gemaakt te hebben, vader een bezoekje gebracht te hebben en de klacht tegen het taxibedrijf geschreven te hebben, voelde ik het gisteravond al aankomen, 'even' niets meer willen. 'Even' niet naar de tennisbaan toffelen, 'even' niet dit en 'even' niet dat. Gewoon 'even' rust nemen om 'even' tot mezelf te komen. Om 'even' allerlei gedachten door mij heen te laten gaan. Om 'even' blij te zijn met het boek wat ik zo maar 'even' op de markt in Volendam, toen we 'even' een weekendje er tussenuit waren, tegenkwam, waardoor het net leek alsof het er 'even' voor mij was neergelegd. Het boek HEKS van Susan Smit. Natuurlijk loop ik wat achter de feiten aan. Het boek dateert uit het jaar 2001, maar voor deze editie schreef Suzan in 2008 een nieuw voorwoord. Ergens, maar dom genoeg heb ik het nooit genoteerd, stond dit boek in mijn gedachten op een lijst van nog te lezen boeken. En opeens loop je er dan tegenaan. Dan krijg ik altijd iets van kriebels, van hé, kennelijk is het nu de juiste tijd om het te gaan lezen. Tijd om tijd te nemen om het één en ander te overdenken. Tijd om te overdenken wat ik van deze omstandigheden zou kunnen leren. Bijvoorbeeld betrokken zijn, maar daarnaast toch ook kunnen relativeren om maar eens wat te noemen. Kortom, ik neem 'even' tijd voor mijzelf en ik ga lekker even? in mij zelf zitten pruttelen.
(klik)
Na inspanning was het voor ons even tijd voor ontspanning. Vader kon gaan uitrusten en bezig gaan met acclimatiseren in het verpleeghuis, waar hij tijdelijk verblijft en waar hij kan gaan revalideren. Broederlief en schone zus zijn dit weekend onze kant opgekomen en hebben de honneurs even waargenomen. En ik? Ik heb genoten. Volendam en Marken, ik was er nog nooit geweest. In mijn beleving zou het veeeeel te toeristisch zijn, maar in de afgelopen jaren ben ik vele malen DE TOERIST in het buitenland geweest, dus waarom niet in eigen land?Ik heb heerlijk door de straten van Volendam geflaneerd. Niet alleen de straat met de winkeltjes, nee ook de kleine straatjes achteraf, waar bijna geen andere mensen komen. We werden daar door een winkelier opgewezen toen ik mijn Volendamse popje kocht. Daar hoort een achtergrondverhaal bij, maar dat schotel ik u een andere keer voor. Er stond een stevige, bries, maar na 14 kilometer fietsen kwamen we dan toch in Marken aan. Niet te vergelijken met Volendam. Doordat het een eilandje is geweest, heeft het een heel ander karakter.Natuurlijk ben ik even in het huisje van Sijtje Boes geweest, maar we zijn ook naar de vuurtoren gefietst. Het stadje Edam heeft zo ook haar eigen charme. Kortom ik was een weekendje weg in eigen land, maar in een omgeving die geheel nieuw voor mij was. Lekker uitgewaaid kan ik morgen weer tot de orde van de dag overgaan en de taken uitvoeren waarvan ik geacht wordt dat ik ze doe. Eén er van zal zijn een klacht tegen het taxibedrijf indienen. Met een bos bloemen en een werkelijk ontroerende brief, gebracht door een directielid, is dit bedrijf niet klaar. Daarvoor is met ditzelfde taxibedrijf in het verleden ook al te veel mis gegaan. Het is nog geen jaar geleden dat vader ook al een bos bloemen kreeg, omdat wij klaagden dat ze een vreemde volgorde in het rijden van de route hadden waardoor ze hem de halve provincie doorreden. Maar goed, dat bewaar ik tot de dag van morgen.
Het plaatje heeft als titel BOOS en dat ben ik ook. Niet boos, maar WOEST! Vaak kan ik nog wel enig begrip opbrengen als er iets mis gaat, maar vanmorgen liep het zodanig de spuigaten uit, waardoor ik nu echt de behoefte heb dit wereldkundig te maken. Ik was rond negen uur in het ziekenhuis om mijn vader van daar naar het verpleeghuis te begeleiden Er was voor hem een rolstoeltaxi geregeld en ik zou met eigen vervoer gaan. Toen hij om 9.45 in de taxi geplaatst was, heb ik parkeergeld betaald en mijn auto opgezocht. Ik kon rustig aan doen, want er zou eerst een medepassagier weggebracht worden.....Ruim een half uur later kwam ik bij het verpleeghuis aan. Na meer dan een uur wachten, het was inmiddels 11.15uur, was er nog geen taxi komen aan rijden. Om half twaalf heb ik P. maar eens gebeld. Dit gesprek werd door de receptioniste gehoord en ook zij kwam in actie. Kwart voor twaalf, mijn vader was al twee uur onderweg in een ritje wat normaliter 25 minuten kost. Twaalf uur, vader was er nog niet. Het transferpunt in het ziekenhuis werd ingeschakeld en er werden diverse taxicentrales gebeld, maar niemand kon vertellen waar mijn vader op dat moment was. De tranen stonden mij op dat moment in mijn ogen. Ik had zo met mijn vader te doen. Hij was nog nooit langer dan twee uur achter elkaar uit bed geweest en nu hing hij al uren in die rolstoel. Geen koffie, geen koek, wat juist voor een diabetespatient zo belangrijk is. Eindelijk kwam er een telefoontje. Hij was onderweg en zou nu over een kwartier wel arriveren. En ja om bijna half één kwam het taxibusje voorrijden. Na vele omzwervingen door diverse dorpen, ver voorbij D en ruim twee en een half uur later, had mijn vader een rit die normaal gesproken 26 kilometer lang is en nog geen half uur duurt de reis er op zitten. Het personeel van de revalidatieafdeling van het verpleeghuis kon niet veel anders doen dan hem heel begripvol ontvangen. Met aandacht, zorg en warmte is hij verzorgd en naar bed gebracht. Wat was ik blij voor hem toen hij eindelijk lag en aan zijn boterhammetje kon beginnen. Natuurlijk wilde ik dat wel even voor hem snijden. Zojuist kreeg ik een telefoontje van het taxibedrijf met excuses, maar daar is het wat mij betreft te vroeg voor. De stoom komt bij mij nog uit de oren. Met excuses zijn we er niet, ik ga toch echt officieel een klacht indienen. Ik had dit blog graag als titel allemaal van die gekke tekens willen geven, waaruit dan blijkt dat iemand echt woest is, maar ik weet de juiste code niet, daarom volsta ik alleen maar met woest, maar u begrijpt het als lezer vast wel.
Gisteravond had ik al het idee, om een heel gewoon, alledaags, doorsnee blogje te schrijven. Gewoon om een indruk van het dagelijkse leven van anno 2010 weer te geven, een tijd waarin mensen gemiddeld veel ouder worden dan de mensen die vroeger in de kleding van de foto's rondliepen. Behalve het wachten tot er ergens een plaats is waar mijn vader verder verzorgd kan worden en kan gaan revalideren, gebeurt er om mij heen eigenlijk weinig wat mij echt boeit. Het leven gaat zo zijn gangetje en ik probeer mij er mee te verstaan. Ik kan gelukkig meedelen dat mijn vader zowel lichamelijk als geestelijk weer redelijk tot goed aan het herstellen is. Lopen is uit den boze, want hij mag zeker zes weken niet op het been staan. Ook is hij weer uit het verwarde dal opgeklommen en kan weer redelijk tot normaal een gesprek voeren. Zo gaat dat met deze vorm van dementie, veroorzaakt door infarcten. Het kan nu weer een hele tijd goed gaan totdat een volgend infarct zich aandient. En opeens gaat vanmiddag mijn mobieltje en iemand vertelt mij dat er ergens plaats is voor mijn vader en nog wel in het stadje, op schootsafstand van ons dorp. Morgen zal de verhuizing plaats vinden. Ik hoop dat hij het daar een beetje naar zijn zin krijgt. Het betekent voor mij, dat er waarschijnlijk iets meer rust in mijn leven gaat komen. Ik kan hem in de komende tijd heel regelmatig bezoeken, maar het is, omdat ik dan niet meer hoef te reizen, niet iedere keer meer zo'n aanslag op mijn tijd. Aankomend weekend zal hij genoeg bezoek van de rest van de familie krijgen en dat betekent dat P. en ik er nog fijn een paar dagen op uit kunnen trekken. Het zal wel Noord-Holland worden. Ik was nog nooit bij de Zaanse Schans geweest, maar zoals u hebt kunnen lezen, inmiddels dus wel, maar ik heb ook nog nooit Volendam en Marken bezocht en dat staat hoog op mijn verlanglijstje. In het buitenland vind ik het altijd mooi om die oude klederdrachten te zien. Museé Bigouden in Pont l'Abbé is het enige museum wat ik dit jaar in de vakantie van binnen heb gezien en dat was voornamelijk om die klederdracht. Dat boeit mij, net zoals als oude interieuren. Het helpt mij om een voorstelling te kunnen maken van het dagelijkse leven toen ik nog niet bestond.
(klik)
Ik houd dus niet echt van het weertype van vandaag, een harde vlagerige wind in de zomer. Het is weer waar ik niet veel mee kan. Ik vind het gewoon niet mooi, al die heen en weer zwiepende en zwaaiende takken van bomen, struiken en planten. Ik houd meer van de verstilling zoals de foto's, die ik gisteren gemaakt heb, tonen. Omdat gisteren één van de (klein)kinderen bij vader op bezoek zou gaan, waren wij in de gelegenheid om voor ons zelf iets leuks te gaan doen. Wij hebben de keuze gemaakt om van het mooie weer te genieten en een fraaie fietstocht te gaan maken. Voordat ik daarover iets schrijf, wil ik eerst ingaan op het begrip "kinderen". Vrijdagavond had ik in de rapportage over mijn vader gelezen dat zijn sociale netwerk bestond uit de contacten met zijn kinderen. Dat zijn wij dus, mijn broer en ik. De één net boven de zestig en de ander eind vijftig. Het was vreemd om te lezen dat wij daarmee bedoeld werden. Ook wij, P., mijn broer, zijn vrouw en ik hebben het ook regelmatig over de kinderen en dan praten we dus over onze kinderen, mensen die ergens in de dertig zijn. Op zijn minst merkwaardig dat het begrip kinderen zo'n ruime betekenis kan hebben. Ik was mij dat dan ook zeer goed bewust toen ik gistermiddag tijdens onze fietstocht zei, dat ik het zo fijn vond, dat zowel onze kinderen als de kinderen van J. zo af en toe willen bijspringen door hun opa te bezoeken. Daarmee ontlasten zij ons, P en mij, waardoor we zo nu en dan even op verhaal kunnen komen. Het was echt genieten gistermiddag. In de gauwigheid had ik met behulp van de fietsplanner Friesland een route in elkaar gezet. Ik wilde een eind richting mijn werk fietsen, maar dan over de kleine weggetjes. Het moest via Zwagerbosch, Twijzelerheide, Jistrum, richting Eastermar gaan, omdat ik het daar altijd zo mooi vind. Het weggetje en het kerkje zijn in het dorpje Heechsân genomen. Het geeft mij op de één of andere manier altijd het gevoel dat hier de tijd stil staat. Wanneer ik er langs kom ben ik telkensweer verbaasd dat er ook zoveel moois zo dicht bij huis is. Ons appeltje aten we op een bankje bij het monument. Dit staat bij Sumar en het is een eerbetoon aan de aardappel Bintje. In lang vervlogen tijden, tussen 1898 en 1921 was een schoolmeester uit dit dorp, Kornelis Lieuwes de Vries, bezig om nieuwe aardappelrassen te telen. In 1905 was er voor het eerst Het Bintje, vernoemd naar een leerling. De aardappel 'het bintje' is nu over de hele wereld bekend. Zo steek je van zo'n fietstocht nog heel wat op. Nooit te oud om iets te leren en ten slotte, ik ben toch nog steeds een kind.
Met veel moeite en inspanning ben ik er dan toch in geslaagd om een boek uit te lezen: -medeplichtig- van Nicci French. Of het nu alleen mijn gebrek aan concentratie betrof, of ook aan de opzet van het boek, de verhaallijn is in twee gedeelten verdeeld, namelijk ervóór en ernà en om en om verteld, weet ik niet, maar dit keer was het naar de ontknoping toe doorlezen meer een kwestie van doorzetten. Waarom dan toch zo volhardend zijn? hoor ik de lezer denken. Het antwoord is om zoveel mogelijk weer in mijn gewone doen en laten te komen en op deze wijze wat minder ruimte aan mijn dwarrelende gedachten te geven. Tussen alle bedrijvigheden door denk ik niet aan al het moois wat ik in de afgelopen (of eerdere) vakantie heb gezien, nee ik zie hele flarden uit mijn verleden. Ik zie en voel mij weer als een zeventien jarig meisje die vakantiewerk doet op een geriatrische afdeling van een verpleeghuis in de Achterhoek. Een prachtige wereld vond ik dat. Kennelijk zag men iets in mij, want zonder opleiding of iets "mocht " ik de afdeling op en assisteren bij het verplegend en verzorgend werk. Als ik op mijn vrije dagen thuis kwam zat ik boordenvol verhalen. Ik kon heel wat bewoners uitbeelden. "Blauw, blauw, blauw ik ben de konginin! riep een bewoonster, die er ook werkelijk als een dame uitzag, vele malen op een dag. Een ander, voor elkaar volkomen vreemde man en vrouw speelden samen een echtpaar te zijn: "zullen we maar naar huis gaan moeder, ja laten we dat maar doen vader." Ik had heel veel plezier tijdens dat vakantiewerk en lachte heel wat af, niet wetend welke inpact het gedrag van de bewoners voor de nabije familie zou kunnen hebben. Niet dat ik mij over mijn plezier in het werk van toen nu schuldig voel, nee ik was jong en onschuldig en het werk boeide mij ook echt. Ik kijk nu naar de veelal jonge meisjes die nu mijn vader verzorgen. Sommigen doen dit ook als vakantiewerk. Ook zij zullen van tijd tot tijd met verhalen thuiskomen. Eigenlijk verandert er in het leven niet zo veel. Ook deze jonge deerns zullen ouder worden en later op hun beurt misschien ook hun ouders moeten verzorgen. Oneindige eindigheid. Jaar na jaar. Deze plaatjes vind ik daar zo mooi bij passen. Het dwingt mij bovendien om de vakantiefoto's door te lopen om weer even in gedachten hier naar terug te gaan. Het ontspant, want, om al die flarden die door mijn hoofd gaan, uit elkaar te rafelen, is veel te vermoeiend. Ik loop er niet voor weg, dat niet, maar ik wil het toch enigszins doseren. Vandaar ook mijn wil om gewoon een boek te kunnen lezen. Dan maar stukje bij beetje. Overigens is het wel zo dat mijn vader aardig opknapt en voor zover mogelijk aan het revalideren is. Binnenkort zal wel duidelijk worden waar hij voorlopig een plekje krijgt, want naar huis gaan zit er (voorlopig?) niet in.
Vandaag volsta ik maar met een paar plaatjes van schilderijen die ik gezien heb tijdens mijn vakantie. In Locronan bezochten we een expositie van http://www.MarieJaouan.com De kleuren staan mij aan en de stijl van schilderen ook wel. Het eerste schilderij vind ik heel vrolijk van kleur. Het suggereert zelfs zonovergoten. Het tweede schilderij is veel somberder van karakter. Het doet mij denken aan een dag zoals vandaag, een dag zonder zon. Gisteren, toen ik naar het ziekenhuis reed , scheen de zon volop, dat voelde niet goed. Ik had graag buiten willen zijn, wandelen of fietsen, maar niet zittend in een blik, op weg naar het ziekenhuis, op weg naar mijn vader die steeds vreemder voor mij wordt. Vandaag was er geen zon, maar dat voelde ook niet goed. Al werkend in de tuin bedacht ik dat ik er triest en somber van werd. En vanavond, tijdens een plensbui weer op weg naar het ziekenhuis vond ik het leven even helemaal niet leuk. Niets blijft zoals het was. Mensen worden ouder en sterven op den duur. De knuffelbaby's verdwijnen en worden peuters en net als je daar weer aangewend bent worden het kleuters en zijn het opeens voor een deel weer heel andere mensjes. Ach en dat is nu leven, houd ik mijzelf voor. Leef je leven en doe datgene waar je plezier in hebt. Het leven heeft nu eenmaal een begin en een eind. U begrijpt het misschien al, ik ben bezig met het verwerken van het feit dat het met mijn vader gaat zoals het gaat. Dat heeft tijd nodig, dat is een proces en tijdens zo'n proces gaat er van alles door je hoofd.
Het lijkt al weer weken geleden dat ik mij verbaasde over de Agapanthus in Bretagne. Al weer een flink aantal jaren geleden kreeg ik van bridgevrienden een aantal planten. Ze laten zich in het voorjaar door middel van het scheuren van de wortels makkelijk vermeerderen. Elk jaar geniet ik weer van de prachtige blauwe bloemen. Sinds enkele jaren zie ik ze nu ook in de tuincentra te koop. Ik had altijd gdacht dat deze planten in Spanje groeiden en ik was dan ook heel verbaasd om deze plant naast de enorme grote aantallen hortensia's veelvuldig in Bretagne aan te treffen. Niet als kuipplant zoals bij mij op het terras, nee in grote aantallen gewoon in perken langs de weg of in tuinen bij de huizen. Tijdens de vakantie maakte ik mij zorgen dat "mijn" agapanthussen wel uitgebloeid zouden zijn als ik weer thuis zou zijn. Gelukkig is dat nog niet het geval, maar echt veel tijd om van die planten te genieten heb ik nog niet gehad. De drukte die de ziekenhuisopname van mijn vader met zich meebrengt, geeft mij inderdaad het gevoel dat er sinds mijn thuiskomst al weer weken verstreken zijn, terwijl het maar om een goede week gaat. Hopenlijk wordt het de komende week iets rustiger. In de eerste plaats omdat het wat beter met de oude man gaat. Hoewel hij de eerste zes weken niet op het been mag staan, is er toch sprake van dat het herstel zich heeft ingezet. Vandaag is hij voor het eerst uit bed geweest en heeft hij een poosje op de stoel gezeten. De suikerziekte is weer wat meer beheersbaar en ook raakt hij meer aan de ontstane situatie gewend waardoor hij veel minder in de war is dan de eerste dagen. In de tweede plaats raak ik wat meer aan het ritme gewend van iedere dag naar het ziekenhuis te moeten. De tijd die ik er aan kwijt ben blijft hetzelfde, maar omdat het meer gewoon wordt, lijkt het of het minder tijd in beslag neemt, waardoor ik meer energie overhoud om leuke dingen voor mijzelf te doen. Het ziekenhuisbezoek gaat minder mijn leven beheersen. En als nu in de komende week het zonnetje ook weer eens te voorschijn komt, dan wordt het voor mij tijd om op het terras neer te strijken om van mijn eigen agapanthussen te gaan genieten.
Eindelijk heb ik even tijd om tot mijzelf te komen, iets te gaan doen wat ik leuk vind. Lezen wil even niet zo goed, omdat ik mij niet echt kan concentreren. Tuinieren vind ik leuk om te doen, maar dat heeft zijn grenzen. Ik moet mijzelf zo nu en dan een halt toe roepen, omdat ik anders in één dag te veel hooi op mijn vork neem, dus na een aantal uren moet ik daar mee stoppen. Borduren wil ook even niet, ik heb te weing zit in mijn gat, maar plaatjes op het beeldscherm kijken gaat heel goed. In de afgelopen jaren ben ik een heel klein beetje kunstminded geworden. In de laatste jaren gaan we zo heel af en toe naar een museum. Meestal betreft het een schilderijenexpositie en ik merk dat ik stukje bij beetje een heel klein beetje kennis opdoe. Naast het feit dat ik kan zeggen of ik iets mooi vind of niet en of het mij aanspreekt of niet kan ik nu soms wat vergelijkingen in stijlen maken In Bretagne waren veel, heel veel exposities en P. en ik schiepen er soms genoegen in om zo'n expositie binnen te lopen. Zo bezochten we in Locronan een expositie van Edouard Cribier. http://edouardcribier.canalblog.com/ Zijn schilderstijl deed mij denken aan Hundertwasser, de schilder die ik in Wenen heb leren kennen. Ik heb een flyer meegenomen met de vaste bedoeling om zijn stijl van schilderen met behulp van de computer eens te vergelijken met de stijl van Hundertwasser en ik moet zeggen dat ik dat in Locronan wel aardig goed heb ingeschat. Ik vind het heerlijk om naar te kijken, die min of meer naïeve manier van schilderen. ook de kleurstellingen hebben nog al wat overeenkomst. Ik heb een kostelijk half uurtje gehad om met de computer de verschillende werken van beide schilders naast elkaar te zien. Ik dacht er te laat aan, maar een volgende keer ga ik èn de laptop èn de pc naast elkaar gebuiken. Dan kan ik het werk echt naast elkaar zien. Een heerlijk tijdverdrijf om zo even rond te wandelen.
Heel langzaam krijg ik een idee hoe de puzzelstukjes in elkaar zouden kunnen passen en krijg ik vaag een beeld hoe de puzzel er mogelijk uit kan gaan zien. Ik heb elk puzzelstukje ter hand genomen van alle kanten bekeken, weer eens weggelegd, het nogmaals opgepakt, vlakbij een ander puzzelstukje gehouden om zo tot enig vergelijk te komen. Het enigszins tot een beeld te kunnen komen maakt mij rustig. Nee, ik ben hier niet de hele nacht mee bezig geweest. Ik heb van een redelijk goede nachtrust kunnen genieten, evenals mijn vader, zo heb ik vanmorgen vroeg vernomen. Gisteravond laat vielen de puzzelstukjes al wat op hun plaats en al redderend ben hier ik vanmorgen verder mee gegaan. De verwardheid, gisteren, maar ook al eerder, de geriater die ingeschakeld is, de geriatrische verpleegkundige die dagelijks komt om een beeld van mijn vader te krijgen, de voorkeur voor de ruggenprik, mijn eigen kennis omtrent dementie, ik geef zelf niet voor niets les over de verschillende vormen van dementie, het wordt me allemaal wat duidelijker. Niet dat dit iets voor het verloop van het geheel uitmaakt, maar doordat ik meer en meer ga begrijpen lijkt het of ik iets meer grip op alles krijg. Natuurlijk heb ik achteraf al vele signalen gezien, maar deze nog niet zo met elkaar in verband gebracht. Ook weet ik dat het niet zo maar vast te stellen is of iemand beginnend dement aan het worden is, laat staan om vast te stellen of er sprake is van Vasculaire Dementie van Lewy Body Dementie, van Alzheimer of van een combinatien van Parkinson en Alzheimer om maar eens wat te noemen. Maar naast de spontane val van vorige week, wat de oorzaak van het gebroken bovenbeen is, zie ik ook verschillende andere dingen: de kortademheid, de hallucinaties waarvan ik lange tijd dacht dat hij zijn dromen, al haspelend en onsamenhangend maar toch wel heel beeldend vertelde alsof het voor hem werkelijkheid was, het zoeken naar de juiste woorden, moeite hebben met zijn gedachten onder woorden te brengen. Zijn taal bestaat de laatste tijd wel heel veel uit de woorden 'dinges' en 'nou ja je begrijpt wel wat ik bedoel' en meer van dat. Nogmaals, ik weet dat het niet zo heel eenvoudig is om vast te stellen wat er nu precies aan de hand is. Met dit verhaal wil ik hem ook niet labelen, maar voor mij zal het geen heftige schok meer zijn als ik binnenkort uitgenodigd wordt voor een gesprek met de geriater voor een zo geheten hetero-anamnesegesprek. Voor mij zal het in alle gevalllen steeds belangrijk zijn om mijn vader op een zo goed mogelijke manier bij te staan om zijn laatste levensjaren zo plezierig mogelijk te laten verlopen. Misschien vergis ik mij wel en zijn het alleen maar gedachtenspinsels van mij. Maar dan nog is het wel uit betrokkenheid met mijn vader.
Er is gekozen voor de ruggenprik. De operatie op zich schijnt geslaagd te zijn. De plaat is in het bovenbeen geplaatst. Bot en plaat is met draad omwikkeld en men hoopt dat de breuk op deze wijze weer zal herstellen. Na de operatie werd ik op de hoogte gebracht en heb ik zelfs een paar woorden met vader gesproken. Vol goede moed ging ik met een bloemetje naar het bezoekuur, maar het viel mij heel erg tegen hoe ik hem aantrof. Hij was niet goed aanspreekbaar en erg in de war. Ik ben niet zo heel lang gebleven. Toen ik 's avonds opnieuw een kijkje bij hem ging nemen was de situatie wel iets verbeterd, maar het moet ver weg komen. Het zal zeker een kwestie van lange adem worden.
'U mag altijd bij de bali komen om vragen te stellen over uw vader', zo werd mij verzekerd nadat ik mij, toen ik de eerste keer dat ik bij vader op bezoek was, even voorgesteld had als het eerst aanspreekbare familielid. Gistereren, laat in de middag, maakte ik daar gebruik van. Het was bijna zes uur en de zaalarts was nog steeds niet langs geweest. Ik, wij, mijn vader ook, wilden graag weten of de operatie onder algehele narcose of door middel van plaatselijke verdoving met behulp van een ruggenprik zou plaats vinden. Het stond niet in de papieren, zo werd mij medegedeeld, maar hierover mocht ik 's avonds nog wel even bellen. 'Nee, het is nog niet bekend', zo werd mij medegedeeld. 'Het zou de volgende morgen in de holding? wel besproken worden'. Ik antwoordde dat mijn vader een voorkeur heeft voor algehele narcose. Meteen werd mij uitgelegd dat de andere manier toch vele voordelen had. Beleefd liet ik weten dat ik, maar ook mijn vader daar goed van op de hoogte waren. Met nogmaals de uitleg dat dit de volgende morgen met mijn vader in de holding? besproken zou worden, werd het gesprek beëindigd. Terwijl ik even later buiten bezig was om de uitgebloeide rozen te verwijderen gingen er verschillende gedachten door mij heen. Ik kan het niet met elkaar rijmen dat men de ene dag een geriater inschakelt, omdat mijn vader 's nachts nogal wat in de war schijnt te zijn, dit consult vervolgd wordt met een bezoek van een geriatrisch verpleegkundige en dat men dan met hetzelfde gemak beargumenteert dat de vorm van narcose, toch een gewichtig besluit in mijn ogen, vlak voor de operatie wel even besproken zal worden. Voor mij komt het er op neer, dat er dòòr hen wel vóór hem een keuze gemaakt zal worden. Vader is op dit moment uiterst beïnvloedbaar en levert zijn eigen ideeën maar al te snel in, zonder er over nagedacht te hebben. Voor mij is het een kwestie van loslaten en wachten op het telefoontje met de verlossende boodschap dat de operatie goed is verlopen, al dan niet onder gehele narcose.
Met het plaatsen van deze foto ben ik weer thuis en het dagelijkse leven ingezeild. De grote vakantielus, op de heenreis maakten we een foutje waardoor de reis een extra lus kreeg, is geëindigd daar waar we die begonnen, namelijk thuis. P. maakte op de heenreis na die omrijding de opmerking dat het niet zo veel uitmaakte. We waren immers toch bezig met het maken van een hele grote lus. Dat heeft mij er toegebracht om de logjes tijdens de vakantie die titel mee te geven. Ik vond het wel toepasselijk. Het is ook dit jaar weer een prachtige vakantie geweest. Alleen het einde is wat abrupt gegaan. Tijdens het ontmantelen van het ons 'eigen gemaakte plekje' op de camping kwam er opeens de zorg voor mijn vader bij(zie vorige blog). De tussenstop, want twaalfhonderd kilometer is echt heel ver, vond dit maal plaats bij mijn broer, die op dat moment met zijn familie in zijn boerderij in Normandië verbleef. Deze aanleg was in dit geval multifunctioneel, naast het feit dat we even geen camping hoefden te zoeken, het erf is immers groot genoeg, was het ook prettig om enkele zaken te regelen en goed op elkaar af te stemmen. En toen begon de drukte. Na de tweede dag ook 600 honderd kilometer afgelegd te hebben waren we eindelijk na zessen thuis. Snel de caravan afgekoppeld en weer dertig kilometer teruggereden om nog net voor het verstrijken van het bezoekuur vader te kunnen bezoeken. Nog een beetje in de war van de morfine was hij toch redelijk in staat zijn verhaal te doen. Dinsdag, morgen dus, zal hij geopereerd gaan worden om een plaat, die besteld moest worden, in het bovenbeen aan te brengen om de gecompliceerde botbreuk in het bovenbeen op deze wijze weer aan elkaar te laten groeien. Zaterdag was het een race tegen de klok om de caravan wat uitgepakt te krijgen, wat boodschappen in huis te krijgen, de wasmachine laten lopen, vader te bezoeken en een bedankbezoek(je), het liep enigszins uit... aan de overburen te brengen. Tussen alle bedrijven door moesten we ook nog zien, rolschaatsen voor de kleine meid te bemachtigen. Ze is namelijk jarig en wordt al weer vijf. Dat moet ook gevierd worden, dus op de zondag eerst even naar vader en daarna een heen en weertje naar Den Haag. Vandaag, maandag, ga ik proberen in een iets rustiger tempo de dagelijkse draad van het leven, ja, ook het bezoeken van de diverse weblogs, weer op te pakken. Met natuurlijk de daarbij behorende mantelzorgperikelen. Maar that's life. Ik ga er voor.
|
|