Ondanks alle drukte en afspraken is er gelukkig ook nog wat tijd voor voorpret. In de afgelopen dagen heb ik een aantal goede gesprekken gehad. (Ja ook met iemand van het verpleeghuis waar mijn vader verblijft en het zij vermeld, dit gesprek had een positief karakter; vader krijgt vanaf nu gewoon zijn koffie aangereikt.) Een heel ander gesprek had ik met de Goedheiligman en zijn assistenten. Ook dit jaar zullen wij het traditionele 5 decemberfeest weer volop gaan vieren. Meiske Nina en haar moeder zijn weer in het land en zullen zaterdag van de partij zijn om dit festijn mee te maken. Ik voelde me weer volop oma toen ik in de speelgoedwinkel in een lange rij stond om de cadeautjes voor haar en voor die andere grote kleine meid te kunnen afrekenen. Wat een feest....Thuisgekomen leek ik zelf wel even een kind. Ik had niets in laten pakken en ik vond het heerlijk om al mijn gevonden schatten even op tafel uit te stallen en een verdeling te maken. Dit voor haar en dat voor haar. Niet dat ze het van elkaar zullen zien, nee daarvoor zijn de verschillen te groot. Voor Nina is het een feest wat bij papa en Nederland hoort, voor Rixte is het HET kinderfeest. Maar toch, met grote zorgvuldigheid heb ik (samen met P) de cadeautjes uitgezocht. Dat was echt mijn feestje. Voor de papa's en de mama's zijn er ook wat pakjes. In de komende dagen zal ik toch wat tijd moeten vinden om alles van een papiertje te voorzien, maar dat gaat vast wel lukken.
De deuren zoeven open en ik stap naar binnen en ik zeg luid en duidelijk goedenavond. Links in de nis zitten een paar bewoners van het verpleeghuis. Een oude vrouw zit op een bank uit het raam te staren, de anderen, vier of vijf oude mannen zitten in een rolstoel. Bij één man ontbreken de benen.
Ik sla rechts af de gang in op weg naar de kamer van mijn vader. Als ik langs de huiskamer kom zie ik het gebruikelijke tafereel. Twee oude dames, in hun rolstoel geparkeerd bij de grote tafel. Ondanks het gedimde licht, oogt het niet echt gezellig. Ik kan wel begrijpen dat mijn vader daar niet vaak zit. "En het is er niet gezellig, èn ik kan daar niets doen", klaagt hij vaak. "Het is er veel te donker. Ik kan daar niet eens de krant lezen, ik moet daarmee wachten tot het overdag licht genoeg is." Ik begrijp het. Ik zou daar ook niet kunnen lezen. Als ik zelf in deze donkere tijd de krant lees, doe ik dat ook aan tafel, onder de grote lamp. Ook ik heb al een beetje last van het ouder worden en daardoor meer licht nodig.
Ik klop aan en ga zijn kamer binnen. Het harde TL-licht komt mij tegemoet. Ik knipper even met mijn ogen. Dit is dan wel weer het andere uiterste......Als ik vraag of ik het licht iets zachter mag zetten krijg ik geen antwoord. Kennelijk wil hij de vraag niet horen. Ik doe mijn jas uit en schuif een stoel bij.
Op mijn vraag hoe het is, krijg ik het gebruikelijke antwoord: "och..." Na wederzijds wat algemeenheden uitgewisseld te hebben, ik een paar opmerkingen over het weer en vader over de kwaliteit van het eten, komt opnieuw zijn wrevel van de laatste dagen weer aan bod.
"Ik heb weer geen koffie gehad". "Nee pa, dat zou ook niet meer. Je kunt nu weer lopen. Men vindt dat je dit nu moet komen halen, want als je straks naar huis gaat moet je het ook weer zelf doen. Dat is de therapie zoals men dat hier noemt." "Maar, zo verweert hij zich, zoals hij al eerder deed, "ik zat in de huiskamer, ik was daar al naar toe gelopen. En dat is veel verder dan dat ik thuis ooit zal lopen. Er zaten wel vijf mensen aan de grote tafel en iedereen kreeg de koffie aangereikt, alleen ik moest het als een klein kind zelf gaan halen. Alsof ik straf heb......Als het zo moet hoef ik het al niet meer. Dan drink ik wel een glas kraanwater".
"Dus je hebt geen koffie gepakt?" vraag ik. "Nee, ik ben opgestaan en weer terug gegaan naar mijn kamer. Ik hoor er toch niet bij. Dat hebben ze me wel weer goed laten voelen. En dit is niet de eerste keer." "Nee pa, ik weet het, je hebt me dit al vaker verteld. Zij bedoelen er niets mee, ze denken je hier mee te helpen zodat je over een paar weken weer een aardige conditie hebt, als je naar huis gaat." "Kan best zijn, maar ik laat me niet steeds te kijk zetten. Dat vrouwtje naast mij zei ook al: 'wat raar dat u niets krijgt', die had het wel in de gaten."
Ik zucht. Ik krijg het hem niet uitgelegd. Het geen koffie meer ingeschonken krijgen wordt zo als vernederend ervaren. Ik snap niet dat het personeel niet aanvoelt, dat deze aanpak het begrip bij deze 89 jarige te boven gaat en dat het daardoor heel anders door hem beleefd wordt. Ik word er heel verdrietig van. Waarom zo ridicuul vasthouden aan een idee, wat misschien wel bij de één past maar bij een ander, in dit geval mijn vader volstrekt niet. Ik vind ook niet dat hij dit verdiend heeft. Altijd heel hard gewerkt, de laatste maanden heel hard gewerkt aan zijn revalidatie en nu dit.
Ik weet, revalidatie is soms topsport waardoor er heel veel bereikt kan worden. En als dat iemand van 45 betreft die teruggeplaatst kan worden in het arbeidsproces begrijp ik het ook nog dat er alles uit iemand gehaald wordt, ook al is er weerstand, maar om dit ook te eisen van mensen zoals mijn vader gaat mij veel te ver. Wanneer mag iemand eigenlijk oud zijn en hier en daar een beetje vertroeteld worden? Is 89 nog niet oud genoeg?
Ik sta op en haal een bekertje koffie voor hem. In de auto, weer op weg naar huis, zucht ik en schud ik nogmaals mijn hoofd. Het is eigenlijk te gek voor woorden, toch maak ik er wel een blogje van. Ik vind het namelijk wel eens goed wanneer mensen hier kennis van kunnen nemen. Echt blij word je er niet van.
Ik weet het, als ik een avondje uitga, moet ik in de overige tijd wat meer activiteiten verrichten om toch alles rond te krijgen. Welke actvitieiten? Gewoon de dagelijkse rompslomp, maar kennelijk zit mijn leven zo vol met dagelijkse rompslomp, waardoor een avondje uit bijna als een extra belasting gaat klinken.
Maar het was leuk. Niet dat ik er iets wijzer van ben geworden. Nee, ik heb gekeken, waargenomen en steeds de wetenschap gehad dat het niet waar was wat ik zag. Kijkt u hier zelf maar. http://www.hansklok.com/nl/
Het is een hele wervelende show met misschien wel te veel hoogtepunten. Te veel? Ja, te veel, hierdoor is het achteraf een beetje moeilijk te verteren. Bij een terugblik, bij het nakauwen zeg maar, is het moeilijk om bepaalde facetten nog eens lekker te herbeleven.
Het zal wel de Amerikaans saus zijn, maar buiten dat blijft het een knappe prestatie en leuk om een keer te zien.
Uw lijfrente vervalt! Hoe vaak ben ik dat kaartje wel niet tegengekomen toen ik in mijn jeugd dit spel speelde. Eindeloos vaak heb ik dat spel gespeeld, zonder te weten wat dit nu was, lijfrente. Het was ook nooit een groot bedrag ineens wat je dan ontving, maar zoals toen een gevleugelde uitspraak tussen mijn vriendinnetje en mij was: alle kleine beetjes helpen.
Nu ben ik in de grote mensenwereld in het echt bezig met het afwikkelen van zo'n verzekering en ik moet zeggen, dat valt niet mee. Ik ben, net als zo velen, vele jaren geleden overgehaald mee te doen met het loonspaarplan. Hier kon belastingtechnisch gezien voordeel uitgehaald worden en dit voordeel kon nog uitgebouwd worden als het daarna in een lijfrentepolis omgezet werd. Door de jaren hen zijn hierop vele veranderingen aangebracht. Het is moeilijk om door de bomen het bos nog te zien.
Nu werd ik onlangs op een goede morgen door de bank gebeld met de vraag of ik even wilde aangeven op welke manier ik het geld uitgekeerd wil krijgen. Ik antwoordde dat mij deze vraag overviel en dat ik graag de voorstellen op papier toegezonden wil krijgen, zodat ik in alle rust hierover een beslissing kan nemen. Ik heb nog zeker drie keer moeten herhalen dat ik graag de voorstellen op papier wil zien.
Uiteindelijk kreeg ik een schrijven. Hierin werden een paar mogelijkheden genoemd, maar niet met bedragen uitgewerkt. Of ik maar even een keuze wilde maken. Ik heb per brief geantwoord, dat ik de voorstellen graag in bedragen uitgewerkt wil zien. Donderdag stond er een verzoek op mijn antwoordapparaat of ik contact op wilde opnemen voor en mondeling overleg omtrent de offerte die gedaan was. Wat nou offerte. Een paar vage voorstlellen hoe het zou kunnen, maar er wordt geen bedrag genoemd! Vrijdag ontving ik een brief met een verzoek om terug te bellen voor overleg. Maar ik wil geen telefonisch overleg. Ik wil dit schriftelijk. Ik ben doodsbenauwd dat ik in dit warrige gedoe verkeerde beslissingen neem. Het is ten slotte mijn geld wat iik jarenlang heb opgespaard. Ik wil daar zorgvuldig in zijn met de keuzes die ik maak.
Bij de Frieslandbank denken ze daar kennelijk anders over. Ik ben weer terug bij af. Vandaag gaat er opnieuw een brief de deur uit, dat ik alles omtrent de mogelijkheden tot uitbetaling van deze lijfrentepolis schriftelijk afgehandeld wil zien.
klik op de kleine foto
Het was mij zondag al verteld. Alle bomen die die prachtige bomenrij vormde, welke vanuit ver in de omtrekken te zien was, is niet meer. GEKAPT!!!!!! WEG!!!!!!!! Vanmorgen was dat ongeveer het eerste waaraan ik moest denken. Ik wist dat ik de moed bij elkaar moest rapen om de in mijn ogen aangebrachte schade te gaan bekijken. Gisteren had ik die moed nog niet maar voordat ik vanmorgen aan het werk ging, ben ik er heen gereden. Het weer zat mee. Het was mistig. Die mist lag als het ware als een verband over de pijnlijke leegte...... Nooit zal ik meer van veraf het mooie schouwspel van deze bomenpartij kunnen zien, of door de bogen, die de takken vormden, kunnen lopen of fietsen. Het is denk ik niet zo heel raar dat er een liedje naar boven komt wat mijn moeder nog al eens zong: Niets is hier blijvend.....Ik heb gezocht naar een foto in zomertijd, maar deze kon ik (nog) niet vinden. Ergens denk ik dat ik er vast één moet hebben, maar eigenlijk hoef ik die nu ook niet meer te zien. Het is toch voorbij. Ik zal me daar bij neer moeten leggen.
Ook na twee dagen ben ik nog steeds ontgoocheld en danig van mijn stuk gebracht. Ik moet er over schrijven, maar of het een samenhangend artikel gaat worden is nog maar de vraag. Vrijdagmiddag vond er een bespreking plaats tussen de behandelend verpleeghuisarts van mijn vader, een verzorgende, mijn vader en wij, P en ik als familie. Voor ons was het duidelijk, het gesprek zou gaan over het vervolgtraject van mijn vader. De revalidatie gaat, de leeftijd in ogenschouw nemend, voortreffelijk en het wordt ons, en daarmee bedoel ik ook mijn vader, steeds duidelijker, dat er keuzes gemaakt zullen moeten worden over hoe de toekomst van vader er uit gaat zien. Mede dank zij het lezen van het boekje De Grote Zaal hebben mijn vader en ik duidelijk over het fenomeem verzorgingshuis kunnen praten. Het lijkt erop dat hij er langzamerhand naar toe is gegroeid om zijn zelfstandig wonen op te geven. Hij heeft mij toevertrouwd dat hij er wel eens wakker van ligt als hij er aan denkt hoe hij het straks thuis allemaal weer zou moeten klaren.
Het leek er dus op dat het geen moeilijk gesprek zou hoeven te worden. Maar dat pakte geheel anders uit. Mevrouw de arts liet weten, nadat er verteld was wat wij in gedachten hadden, het aanvragen van een plaats in een verzorgingshuis, dat dit geen optie was. Mijnheer, mijn vader dus, was zo'n kranige man, het herstel ging zo voorspoedig, het ontslag en de terugkeer naar zijn eigen huis zou nog slechts een kwestie van enkele weken zijn. Natuurlijk moest er wel thuishulp ingeschakeld worden maar dat zou aangevraagd worden.
Even was ik heel stil, maar in mijn hoofd waren er heel veel maren. Weer terug naar huis? Weer het risico van vallen, van ontregelde suikers en daardoor ook weer een teruggang van de geestelijke conditie, waardoor er symptomen van een beginnende dementie zichtbaar worden en en en.....En dat nadat vader zelf ook de keuze gemaakt had liever naar de veiligheid van een verzorgingstehuis te willen. Is 89 jaar, diabeet en slecht ter been, want het lopen gaat met rollator maar voetje voor voetje en in dit afgelopen jaar al driemaal in het ziekenhuis opgenomen te zijn, twee maal voor darmstoornissen en ontregelde suikers en als toegift een derde keer met die lelijke val omdat hij zomaar wegviel, geen indicatie?
Al onze vragen werden gepareerd met het antwoord, dat de thuiszorg ingeschakeld zou worden. Tja dat kennen we, van binnen en van buiten. Op papier kan alles , maar in de praktijk laat het veel te wensen over. Het staat ons natuurlijk vrij om, wanneer vader weer thuis is, zelf een aanvraag te doen, zo liet mevrouw de arts ons weten.
Gisteren was ik bij vader. Hij was teneergeslagen en ziet zijn toekomst met zorg tegemoet. "Zittend in de stoel lijk ik een hele Piet", zo vertelde hij mij, "maar als ik mij moet verplaatsen gaat alles heel moeizaam. Het wil niet meer en ik zie niet dat dit in een paar weken verandert. Ik had gehoopt dat er wat rust in mijn leven zou komen, maar nu moet ik eerst weer naar mijn eigen huis. Dan moeten we vandaar maar een aanvraag gaan doen", verzuchtte hij. Stilletjes hebben we nog wat bij elkaar gezeten.
Ik zou het graag anders willen, maar hier valt niet tegenop te tornen, ben ik bang. En zo kijken we de toekomst zorgelijk tegemoet.
Gisteren schreef ik:
Vandaag heb ik gewonnen. Om met Elizabeth Gilbert van het boek(ben ik in de auto als luisterboek aan het afluisteren): Eten Bidden Beminnen te spreken, de bullebak Depressie lette even niet op. Vanmorgen had ik zelf het stuur weer even in handen. Ook al was het nog bijna donker en werd er slecht weer voorspeld, het was nog droog en ik nam de beslissing om na het ontbijt niet terug te gaan naar bed maar om gewoon een uurtje naar de tennisbaan te gaan om een balletje te slaan.
Mijn tenniskleding lag al klaar in de badkamer toen bullebak Depressie er zich mee ging bemoeien. Zou je dat nu wel doen, kruip er toch nog even in, misschien is er wel niemand, dan sta je daar voor niets, je kunt ook lekker gaan lezen, of schrijven…. (waar het overigens al tijden niet van komt) en met nog veel meer argumenten probeerde Depressie mij te bewegen, mijn hoofd maar weer in de schoot te leggen en verder te gaan met mijn gedrag van terugtrekken.
Dit keer had ik de slaap uit en genoeg pit in mijn lijf. “Ga opzij” brulde ik tegen bullebak Depressie, “laat me er door!” Zoveel weerstand had de bullebak niet verwacht en er bleef hem niets anders over dan mij mijn gang te laten gaan. Ik ben heerlijk een uurtje buiten geweest. Echt lekker getennist heb ik dan wel niet, maar op de terugweg naar huis heb ik wel mijn feestje van de overwinning op de bullebak gevierd.
Zondagmorgen was het tijd om alles heel relaxed in slow motion te doen. Eindelijk een paar uurtjes voor mijzelf. Om het lekker comfortabel te hebben draai ik de verwarming in de slaapkamer ook maar even open zodat het wat temperatuur ook behaaglijk is zodat ik lekker kan rondtuttelen. De radio zorgt voor een aangenaam geluid op de achtergrond. Opeens, ik ben in de badkamer, hoor ik muziek, hoor ik een stem en het eerste wat ik denk is: dat is toch niet Neil Diamond? Ik loop naar de slaapkamer om het geluid iets harder te zetten. Onmiskenbaar, dat moet hem zijn. Geboeid blijf ik op de rand van het bed zitten luisteren. Ik vind het een prachtig nummer. Het timbre in zijn stem, wat mij altijd zo geboeid heeft is nog volop aanwezig. Ik denk opeens weer terug aan het concert wat ik in mei 2008 bezocht heb. Hans Schiffers kondigt de plaat af en vertelt dat dit een nummer is van de pas uitgekomen CD. Terwijl ik bezig ga om mij in de juiste kleding te steken om daadwerkelijk met de dag te gaan beginnen, weet ik het zeker, die CD wil ik hebben, al was het alleen maar om dat éne nummer. Eerst maar eens op de playlist kijken. De CD heeft als titel Dreams en het nummer wat gedraaid werd is Don't forget me. Het lijkt er even op dat de CD bij Bol.com nog niet verkrijgbaar is, maar na wat heen en weer gegoogle komt hij toch te voorschijn en ik doe mijzelf dit maar cadeau. Ik ben namelijk nog steeds niet bekend met de kunst van het al dan niet betaald muziek downloaden. Dit is na het verzenden van de bestelling iets veranderd. Spotify is nu op de computer geïnstalleerd en ik heb via de computer de CD kunnen beluisteren. Gisteren is de CD keurig bezorgd en ik ben er blij mee. Het is een aanwinst voor mijn Neil Diamond collectie. Het is overigens heel frappant dat ik op 1 februari 2006 schrijf dat het voor bij is. Dat ik geen CD meer van hem koop omdat zijn stem te breekbaar was geworden. Ruim 2 jaar later ga ik wel naar een concert van hem. En nu koop ik dus wel een CD terwijl ik ook nu vind dat zijn stem aan mooiheid heeft ingeboet, uitgezonderd het laatste nummer. Het zal de hang naar wat het is geweest zijn om toch deze CD te willen hebben. En een beetje een goedmakertje omdat ik voor mijn gevoel twee keer te laat ben geweest. De eerste keer om tijdig fan van hem te worden, hij was er al heel lang voordat hij bij mij in de picture kwam; de tweede keer omdat we bijna, maar net niet te laat voor zijn optreden waren.
Soms valt het één met het ander samen, waardoor het leven net een iets andere dimensie lijkt te krijgen. Ik wil het niet aan toeval toeschrijven, maar meer aan het oog hebben voor. Toen ik vorige week aan mijn vader vertelde dat de man die normaliter bij ons in de straat woonde maar nu een medebewoner is van de revalidatieafdeling van het verpleeghuis waar mijn vader momenteel verblijft, niet meer terugkeert naar zijn eigen huis, kon ik niet vermoeden dat dit het begin zou zijn van een diep nadenken van mijn vader. Zijn revalidatie gaat voortreffelijk, maar ondanks dat gaat hij inzien dat terugkeren naar het zelfstandig wonen eigenlijk niet meer mogelijk zal zijn. Hoe graag hij dit ook zou willen, 's nachts komen de spookbeelden naar boven als hij zich een voorstelling maakt van wat een zelfstandig leven allemaal inhoudt en hoe hij dat zelf allemaal zou moeten organiseren. Veel zegt hij daar niet over, maar zo af en toe brengt hij een flard van zijn gedachten naar buiten. En daarom is het zo fijn dat ik in staat ben om bijna iedere dag even naar hem toe te gaan. Het vervelende is, dat hij ook daarin een keuze moet maken. Wanneer hij zijn intrek neemt in een verzorgingstehuis maar terugkeert naar zijn eigen woonplaats zal het voor mij niet meer mogelijk zijn om hem bijna dagelijks te bezoeken, hem bij te staan met de dagelijkse ditjes en datjes. Het niet verstaan van de Friese taal lijkt bij het maken van de keuze een barrière te zijn. Hoewel er in de hoofdstad ook veelvuldig de Friese taal gebezigd wordt, zal dit toch net iets in minder mate zijn dan hier in het provinciestadje. Ook kijk ik wel naar dorpen hier in de buurt met een hoog importgehalte, dat zou ook nog een optie zijn, maar hij, mijn vader moet zelf de keuze maken en ik begrijp dat dit moeilijk is. En ik begrijp het helemaal na het lezen van dit boek, de vijfde editie van www.nederlandleest.nl Ik had het boekje voor hem meegenomen met de gedachte, het zijn grote letters, misschien lukt het om dit zelf te lezen (Hij luistert wel heel veel naar gesproken tekstboeken) Toen ik gisteren bij hem kwam, zat hij vol overgave te lezen. Hij liet mij weten dat hij zich voor een deel in dit boekje terugvond. Reden voor mij om het boekje ook te lezen. In één adem las ik het uit. Het heeft mij diep geraakt. Maar omdat het blog anders veel te lang gaat worden, kom ik daar een volgende keer op terug. Het geeft mij in ieder geval heel veel stof tot nadenken, maar anders dan het nodeloze en zinloze gepieker over, niet alleen mijn vader, maar over van alles en nog wat waar ik de laatste tijd nogal mee bezig ben.
Zelf zou ik er nooit opgekomen zijn om een uil als huisdier te houden. Ook niet na het lezen, nou ja lezen, na een aantal Harry Potter boeken als luisterboek gehoord te hebben. Ik had wel geprobeerd mij een voorstelling te maken hoe zo'n uil dan met boodschappen op pad gestuurd werd, maar ik zag Hedwig meer als een veredelde postduif. Harry mag dan wel gehecht zijn aan Hedwig, maar naar mijn idee is er niet echt sprake van een heel innige en diepe relatie. Zelf heb ik wel eens aan een papegaai gedacht, maar ellke keer als ik er heel diep over nadenk, vind ik, dat zo'n vogel maar een heel beperkt leven kan hebben, dus is het nooit een serieus verlangen geworden. Maar toch fascineert het mij op de één of andere manier. Toen ik het berichtje in de krant las, moest ik dan ook onmiddellijk denken aan mijn deelname aan het valkenieren, vorig jaar aan het begin van het schooljaar. Ik was diep onder de indruk van de uilen. Maar om nu zo'n vogel als huisdier te gaan houden in navolging van Harry Potter lijkt mij een vreemde fascinatie. Toch schijnt dit in India het geval te zijn, zo las ik vandaag in dat berichtje. Veel ouders in de middenklasse op het platteland van India schijnen hun kind een uil cadeau te doen. Het aantal wilde uilen in India holt hiermee achteruit. De Indiase minister wil een beschermingsprogramma voor de dieren opzetten. Dat lijkt mij een goed plan. Die uilen zullen net als papegaaien in die krappe kooien vast geen prettig leven hebben.
Halloween, Allerheiligen, Allerzielen, eigenlijk heb ik mij hier nog nooit zo mee bezig gehouden. Als kind ben ik wel opgevoed met het stilstaan bij de Hervormingsdag, maar in mijn verdere leven heeft mij dat niet meer aangesproken. Dit jaar dringt opeens het besef bij mij door, dat deze dagen, hoewel volstrekt verschillend van invulling, toch ook overeenkomsten vertonen en allemaal ongeveer rond dezelfde datum plaats vinden, 31 oktober en 1 en 2 november.
Hoe kan het dat ik meer dan een halve eeuw aan deze data voorbij ben gegaan zonder dat ik mij daar ook maar één moment bewust van was. Ligt dat aan mij, aan de ontwikkeling in mijn levensfasen, of is het toch iets wat als een tijdsverschijnsel gezien moet worden? Ben ik opeens in een levensfase aangekomen waarin ik opensta voor informatie betreffende deze zaken? Met andere woorden, valt mijn oog nu opeens wel op artikelen rond dit thema of, en dat zou een andere verklaring kunnen zijn, wordt er door de media anno nu veel meer aandacht hieraan besteed?
Wat Halloween betreft, is mijn vraagstuk snel opgelost. Een jaar of vijf geleden waren we in de herfstvakantie in België en daar viel het mij voor het eerst op hoeveel aandacht er voor dit feest was. Vele etalages waren ingericht met Halloween artikelen. In de jaren daarna heb ik gezien dat ook hier steeds meer tuincentra en andere winkels zich daarop zijn gaan richten. Het is een ware hype geworden. Ach op zich niet verkeerd. Zeker niet als het een bijdrage levert aan de gezelligheid van het leven.
Met Allerheiligen en Allerzielen ligt het wel anders. Dat heeft niet zo zeer met gezelligheid te maken, hier komt het religieuze aspect veel meer om de hoek. Allerheiligen zegt mij niet zoveel, dat staat (nog?) ver van mij af maar ik merk dat ik wel getriggerd ben door Allerzielen. En dan met name door het woord ziel. De ziel zou in het verleden te sterk door het geloof geclaimd zijn, schrijft Joke Hermsen in haar boekje ’ Windstilte van de ziel’. De ziel blijft intrigeren. Je kunt tot in je ziel geraakt zijn door zowel iets heel moois, bijvoorbeeld door een gevoel van vriendschap en verbondenheid, maar ook door intens verdriet.
|
|