Het laatste blog van dit jaar. Ik heb er wat over nagedacht, maar dit jaar acht ik niet zo geschikt om in een terugblik te verwerken. Ooit heb ik dat wel eens met veel plezier gedaan. De vorm waarin ik dit had verwerkt vond en vind ik nog steeds leuk toen ik het één dezer dagen terugzag. De vorm heb ik daarom opnieuw gebruikt, maar nu met een ander uitgangspunt. Vooruitblikken is moeilijk, maar met goede voornemens het nieuwe jaar binnenstappen is nooit verkeerd.
Als illustratie wilde ik in dit blog een door mij nieuw ingekleurde mandala. Een paar weken geleden heb ik een halfafgemaakte, in mijn ogen mislukt exemplaar vernietigd en dat zit me nog steeds niet lekker. Zoiets in een opwelling weggooien zal ik dan ook nooit meer doen.
Met het maken van deze kleurrijke mandala heb ik geprobeerd mijzelf open te stellen voor een vrolijke kleurrijke toekomst. De kleuren die ik hierbij gebruikt heb zouden nooit mijn eerste keuze geweest zijn, als ik mijzelf die opdracht niet gesteld had. Het is door mijn ogen opmerkelijk sprankelend en mooi. Ik had niet gedacht dat ik met het gebruik van deze kleuren tot dit resultaat zou komen. Ik word er vrolijk en blij van. Het geeft mij spirit om afstand te nemen van wat is geweest. Op volle kracht vooruit naar een kleurrijke toekomst.
V oornemens voor het nieuwe jaar E erlijkheid betrachten E rgernissen geen kansen bieden L iefde volop de ruimte geven
H open op een voorspoedig herstel E goïsme uitschakelen I nschikkelijkheid tonen L even
E n N iet zeuren
Z oeken naar de zonzijde E nkele reis voorwaarts G elukkig zijn met het vele moois wat er is E lke dag heeft vele mogelijkheden en N u is het moment van heel even stilstaan:
Ik wens iedereen
een veilige overstap naar een heel gelukkig nieuw jaar 2013
Het woord ziekenvonnis heb ik uit een ver verleden meegenomen. Het stamt nog uit de tijd, dat allerlei lopers en bodes langs de deur gingen om diverse gelden zoals gas, licht, water verzekeringen en wat dies meer zij, te innen. Ik kan het mijn moeder (meestal sprak ze een slordig Veluws dialect) nog zo horen zeggen, het ziekenfonnis kwam ook al weer langs....
Deze goede? oude tijd ligt ver achter ons en komt niet meer terug. De tijd van nu is geheel anders. Het ziekenfonds heet nu zorgverzekeraar, we mogen? moeten nu zelf kiezen en middels de vele, vele reclamespotjes worden we er van doordrongen, dat we heel bewust en uitgekiend ons zorgpakket moeten samenstellen. En dat het heel goed is om uit te zoeken welke zorgverzekeraar het meest voordelig is.
Ik zie al lang door de bomen het bos niet meer. Wel heb ik mij de afgelopen weken afgevraagd waar al die reclamespotjes van betaald worden? Zouden de premies niet naar beneden kunnen als er minder aan die reclamecampagnes besteed worden, want dat geld moet toch ook ergens vandaan komen?
Maar goed, dan ben je verzekerd, maar dat wil dan nog niet zeggen dat je zeker kunt zijn van specialistische hulp wanneer dat nodig zou blijken te zijn.
In mijn geval wacht ik al meer dan tien weken op een oproep van een reumatoloog. Van pure ellende heb ik (lees: mijn eega) de zorgverzekeraar maar eens gebeld met de vraag of dit een normale gang van zaken is. Tot mijn grote verbazing bestaat er bij de zorgverzekeraar zoiets als een: platform wachtlijst bemiddeling. Zij zijn voor mij aan het werk gegaan. En met succes.
In de tweede week van januari kan ik eindelijk naar de specialist en hoef ik niet tot eind maart te wachten. Ik moet er dan wel ruim honderd kilometer voor rijden, maar dat neem ik dan voor lief. Ik wil na zo'n lange tijd uiteindelijk wel eens weten waar de pijn vooral aan de voet, die momenteel weer verschrikkelijk de kop op steekt, waardoor ik nauwelijks in staat ben om te lopen, waar die pijn en de andere pijnen vandaan komen. En wat er misschien aan gedaan kan worden. En advies over wat ik beter niet kan doen en wat juist wel goed is.
Door onwetendheid heb ik nog geen enkele ervaring met dat zorgverzekeraars zich echt bezig houden met het bemiddelen bij doorverwijzingen naar specialisten. Of dit nu een goede weg is, of omdat het domweg bij de tijd van nu hoort, dat kan me op dit moment niet zo veel schelen. Ik ben blij met de afspraak die ik eindelijk heb. Misschien is dit een klein stapje vooruit.
Gezien de rij auto's die er al stond, waren wij vast niet de eersten die naar binnengingen. Het kerkje was inderdaad al voor drie kwart gevuld. Er heerste een prettige ongedwongen sfeer. We vonden nog een mooi plekje, ongeveer in het midden van de kerk.
Een paar dagen geleden hadden we in het plaatselijke krantje gelezen, dat deze bluesband nog een keer zou optreden. Ruim dertig jaar geleden waren één van de bandleden en ik collega's. We werkten toen in een clubhuis, ik als sociaal cultureel werkster en hij gedurende een jaar als administratief medewerker in het kader van een jeugdwerkloosheidsmaatregel. Hij was nog heel jong, amper achttien jaar en kwam net van de HAVO, maar bezat een humor die ik nooit vergeten ben.
Toen de band begon te spelen, werd ik, vooral in het begin, eerst wat afgeleid door de vele herinneringen die boven kwamen. De korte inleiding van de leadzanger en mondharmonicaspeler, mijn vroegere collega dus, had dit alleen nog maar meer aangewakkerd. Dertig jaar geleden had hij de blues vertolkt, de woorden gezongen, zonder echt te beseffen wat hij zong, zo vertelde hij.
Voor mij was dat toen een beetje anders. Ik was begin dertig, reeds moeder van twee kinderen en voor de tweede maal getrouwd. En toch, nu dertig jaar later, heb ook ik het gevoel dat ik toen nog wel heel erg jong en onervaren was.
Na een paar nummers slaagde ik erin om in het hier en nu te komen en te blijven. Ik voelde mij één met de bezoekers van dit concert. De blues! Wat een heerlijke muziek, wat een sfeer.
Elk jaar wordt er de avond voor kerstavond in dit hele oude kerkje een speciaal concert georganiseerd. Het is meer een traditie dan dat het echt iets met de kerst te maken heeft, maar het roept wel de sfeer van saamhorigheid op. We gaan niet ieder jaar, maar dit jaar dus wel. Het was een heerlijke avond vol warmte en gezelligheid.
Ik wens een ieder hele sfeervolle en gezellige kerstdagen.
Haastig loop ik door de hele lange entree van het ziekenhuis. Het is er altijd druk met gaande en komende mensen. Ik doe een stapje opzij om twee tegemoetkomende, luid tegen elkaar pratende, vrouwen te ontwijken. Daarmee kom ik achter een groepje mensen terecht die dezelfde kant uit gaan als ik, maar het gaat zó langzaam. Een van hen, gekleed in een joggingsbroek en een mouwloos hemdje waardoor de rijk getatoeëerde armen goed zichtbaar zijn, wordt voortgeduwd in een rolstoel en zit vast aan een verrijdbare infuusstandaard. Ik probeer hen voorbij te komen, dat lukt.
Een tel later loop ik al weer vast achter een ander groepje mensen. Een hele familie, bestaand uit ouders, waarvan de één een wandelwagen met peuter voortduwt, geflankeerd door waarschijnlijk een paar grootouders, een paar tantes met nog wat ronddartelende kinderen en allemaal druk met elkaar pratend in een taal die niet de mijne is. Ze nemen zo ongeveer de hele breedte van de grote lange binnenstraat in beslag. Geen doorkomen aan.
"Rustig Hanscke", vermaan ik mij zelf, "waarom toch altijd die eeuwige haast" en terwijl ik mijn tempo wat aanpas kijk ik om mij heen. Schuin naast mij loopt een vrouw van mijn leeftijd, goed gekleed, met een tas schuin over haar schouder zoals ik denk dat het moet, maar wat ik zelf nooit voor elkaar kan krijgen. Of het hengsel knijpt mijn keel af, of de tas hangt te ver naar achteren of het hangt te veel op mijn buik.
Ondertussen loop ik te bedenken dat ik op deze manier maar niet verder kom met het verhaal wat ik in mijn hoofd aan het componeren was. Een groot deel van wat ik als grote lijnen bedacht had lijk ik al weer kwijt te zijn.
Eigenlijk wil ik dit niet, al deze mensen zien en al die vluchtige indrukken moeten opdoen. "Zou dat de reden van mijn haastige tred zijn?" zo vraag ik mij af. Maar het kost elke dag toch ook een hoop tijd, zo'n zieken bezoek, gaat het door mij heen. Elke middag ben ik er toch bijna drie uur aan kwijt.
En dan gebeurt het toch nog, bijna bots ik tegen een mijnheer op die mij nog net weet te ontwijken. "Ho ho mevrouw, u moet wel uitkijken waar u loopt". "Pardon", stamel ik en met een rood hoofd loop ik verder. Ik weet ook wel dat ik met veel te veel dingen tegelijk in mijn hoofd bezig ben.
Na een uurtje rustig bij mijn vader gezeten te hebben, loop ik opnieuw door de lange gang, nu op weg naar de uitgang. Ik neem mij voor om de volgende dag toch eens wat minder gehaast te zijn. Ik kan ook van de nood een deugd gaan maken. Mensen kijken kan reuze leuk zijn en hoeft niet enkel vanaf een terrasje te gebeuren. Dat kan overal.
Met dit nieuwe gezichtspunt steek ik met een opgewekt gevoel de grote parkeerplaats over en stap ik de auto in. De storm in mijn hoofd lijkt wat zijn te gaan liggen.
De uitdrukking: 'het leven leek even op een achtbaan' heb ik wel eens meer gebruikt, maar zo leek het opnieuw, de afgelopen week. Ik hoop, dat ik voor deze keer genoeg rondjes heb meegedraaid en het mij toegestaan is om uit te stappen. Ik kan er namelijk niet zo goed tegen. Ik geraak hierdoor uit mijn evenwicht.
Hoewel het kerstgedoe mij niet echt aanspreekt, conformeer ik mij aan het maatschappelijk gebeuren en doe ik er traditiegetrouw, elk jaar weer aan mee. Toch wilde ik het dit jaar eens anders aanpakken. Eigenlijk beviel de grote kunstkerstboom, die we een aantal jaren geleden gekocht hadden, mij helemaal niet. Het ding begon mij tegen te staan. Misschien ook wel mede door het feit, dat hond Hessel zijn vertrouwde plekje af zou moeten staan en tijdelijk ergens anders gestationeerd zou moeten worden, als zijnde zijn plaats. Nee, ik had dit jaar veel liever een klein boompje en dan een echte en dan op een plek waar het niemand tot last zou zijn.
En dan was er ook nog een tweede wens, die ik overigens ook heb uitgevoerd. Ik wilde dit jaar niet de oude vertrouwde ballen van drie generaties ver. Nee, even geen nostalgische herinneringen. Ik begin er zo langzamerhand oog voor te krijgen, dat ik veel te lang in het verleden ben blijven zitten en daarom wilde ik nieuwe ballen en dan het liefst in een blauwige kleur. Mijn enigst eigengebreide citroengele bal met zilverstrepen past hier natuurlijk helemaal niet bij, maar dat mag de pret niet drukken. Een eigenaardige dissonant kan het geheel juist spannend maken.
Een aantal jaren geleden zou ik mij niet hebben kunnen voorstellen, dat ik het mijzelf toestond om aan zoveel geldverspilling te doen. Een goede boom op zolder met de wereld aan kerstballen erbij....En toch, het voelt zo goed! Symbolisch betekent het voor mij, niet stil blijven staan, maar doorgaan met het leven.
Al lijkt de situatie van nu op vier jaar geleden, toen de ziekte en het sterven van schoonvader op de dag na kerst, op drie jaar en op twee jaar geleden toen vader rond de kerst net in of net uit het ziekenhuis kwam en vorig jaar de begrafenis van de vriendin van vader, daags voor kerst, en dit jaar, vader nu weer in het ziekenhuis, ik probeer voor mijzelf toch een andere situatie te creëren. Zo krijgt kerst voor mij een nieuwe uitdaging.
Ik ben dit jaar meer en meer met veranderingen bezig geweest en nu het bijna het einde van jaar is, wordt het tijd om terug te kijken. Dat zal ik ook zeker gaan doen. Maar ook tijd om vooruit te blikken. Ik heb de brug om van oud naar nieuw te gaan maar vast klaar gezet. Leek me een aardig bruggetje.
De afgelopen dagen zijn een beetje rommelig verlopen. Woensdagavond, net voordat ik naar de schouwburgcursus "muziek luisteren met het thema magische muziek metropolen" vertrok, ontdekte ik dat mijn site gehacked was. In eerste instantie maakte ik mij er niet zo druk om. Mijn P. kon immers heel veel en als ik thuis kwam zou het probleem vast opgelost zijn. Dit bleek helaas niet het geval te zijn. U hebt al kunnen lezen hoe het één en ander ten slotte is opgelost.
Maar.... naast dit gedoe werden we donderdagnacht opgeschrikt door een telefoontje waaruit bleek dat mijn vader naar het ziekenhuis was gebracht vanwege een longontsteking en andere klachten. De vrijdag hebben we voor een groot deel besteed om vader te voorzien van kleding, toiletspullen, bril, gebit gehoorapparaat en zijn elektrische rolstoel. Ondertussen hebben we ook nog een goed gesprek gehad met de behandelend arts.
In de chaos die bezig was te ontstaan, wilde ik wel graag vasthouden om twee reeds lang geplande leuke dingen door te laten gaan. En dat was met de Red Hat Sociëty op zaterdagavond naar de Winterwelvaartkerstmarkt in Groningen, ik had daar immers mijn verjaardag voor verzet en toch ook mijn verjaardag vieren. De gezondheid van vader was niet zo ernstig waardoor alles op losse schroeven zou moeten komen te staan.
Het uitstapje was leuk, ik heb er van genoten. Geheel tegen de gewoonte in, verjaardagen worden in onze groep niet gevierd en er worden ook geen cadeautjes gegeven, kreeg ik aan het eind van de avond toch een prachtig ingepakt cadeautje. Ik was immers echt op die dag jarig. Een prachtige mooie rode bloem die ik als corsage op jurk of hoed kan gebruiken. Op de foto is duidelijk te zien dat ik heb genoten van dit alles.
Ik kom altijd heel blij en vrolijk thuis wanneer ik met de Red Hat op stap ben geweest. Het is zo leuk, zo ontspannen. Een kleine twintig vrouwen, allemaal in het rood en paars zwierend over straat. We worden vaak aangehouden door voorbijgangers en ons wordt dan gevraagd wat de doelstelling is en of we ook aan goede doelen doen. Ons antwoord heeft op de één of andere manier altijd dezelfde boodschap, maar iedere keer net weer iets anders gezegd. Onze doelstelling is, zo zegggen we dan, zelf plezier maken en daarmee anderen vrolijkheid bezorgen. En dat is gisteravond weer uitstekend gelukt.
En toen ik thuis kwam, waren er ook daar weer wat donkere wolken vertrokken. Ik kan de draad van het webloggen weer oppakken. Het is mij in de afgelopen dagen wel duidelijk geworden hoe sterk ik aan deze hobby gehecht ben. Ik wil het niet graag missen.
Ondertussen heb ik nog helemaal niets van het muziekavondje kunnen vertellen. Ook dat heeft diepe indruk op mij gemaakt maar daarover een andere keer meer.
Een dag voor zijn verjaardag, op vijf december is Dave Brubeck overleden. Bijna 92 jaar. Een jaar ouder dan mijn vader, wiens verjaardag we afgelopen zondag gevierd hebben. Van beide mannen heb ik een klein beetje muziekbagage meegekregen.
Mijn vader speelde tuba in het fanfaremuziekkorps De Eendracht in Apeldoorn. Echt mooi vond ik de klanken die hij uit dit muziekinstrument tevoorschijn haalde niet, maar ik had als kind wel bewondering, dat hij er geluid uit kreeg. Hoe hard ik het ook probeerde, dat mocht zo af en toe, niets, geen enkel geluid. Maar hij, mijn vader, wist toch maar mooi, de juiste noten die in het boekje stonden, met behulp van maar drie ventielen op het instrument, ten gehore te brengen. Het klonk zo lekker vertrouwd als ik al in mijn bed lag en hij 's avonds een poosje repeteerde, het hinderde mij totaal niet om de slaap te vatten.
Ik leerde van hem wat het verschil is tussen een harmonie en een fanfare en hij was trots op mij toen ik het notenschrift kon lezen, maar het luisteren naar muziek vond ik moeilijk. Wanneer het korps speelde kon ik de verschillende instrumenten niet van elkaar onderscheiden. Ik hoorde bijna nooit het riedeltje waar mijn vader thuis zo ijverig op gestudeerd had.
Ergens zal het vast wel een plekje in mijn hoofd gevonden hebben, waardoor ik ontvankelik werd voor andere riedeltjes. Ik zal nog maar negen of tien jaar geweest zijn toen ik Take Five van Dave Brubeck op de radio hoorde. Het riedeltje is nooit meer uit mijn hoofd gegaan. Een paar jaar later vond ik in een platenbak met uitverkoopsingletjes bij V en D een ep-tje met daarop dit nummer. Ik heb het voor een gulden gekocht en tot vervelendst toe gedraaid.
Als puber nam ik mij voor om mij wat meer in de jazzmuziek te verdiepen, maar het is er niet van gekomen. Het was misschien ook meer vanuit een behoefte om bijzonder te zijn. Klassiek sprak mij, toen ik jong was niet echt aan, popmuziek werd in die tijd als oppervlakkig en als weggooiprodukt gezien, dus leek het mij wel wat om belangstelling te hebben voor een wat bijzondere muzieksoort, de jazz. Waarschijnlijk was die muziek in die vorm toen niet toegankelijk genoeg voor mij.
Ook nu ben ik nog steeds geen echt groot jazzliefhebber, alhoewel ik wel steeds meer kan genieten als ik een jazzmuzikant zie optreden. Vooral de saxofoon mag zich dan in mijn echte belangstelling verheugen en voor makkelijke toegankelijke riedeltjes kan ik nog altijd warm lopen.
wwtobben (tobde enk ovt; heeft getobd volt deelw) [?t?b?(n)]1 onrustig en zorgelijk nadenken;= piekeren tobben over je werk
2 tobben met... problemen hebben met;= sukkelen met/met je gezondheid tobben
In de afgelopen weken, de tijd dat ik wat tob met mijn gezondheid heb ik van een aantal mensen het advies gekregen om eens wat minder te tobben. Ik ben eens gaan nadenken, tobben zo u wilt, of ik inderdaad bij de tobbers ingedeeld kan worden.
Ik was mij er niet zo bewust van, maar ik kom er zo langzamerhand achter, dat ik mij inderdaad verliezen kan in het tobben. Neem de afgelopen week. Het plan was om woensdag naar Den Haag te gaan. We zouden 's morgens het Binnenhofen de Eerste Kamer (en ik hoopte ook de Tweede Kamer) bezoeken en dan 's middags met dochterlief en Rixte Sinterklaas gaan vieren.
En zo is het ook gebeurd. Maar wat heb ik daar vooraf over lopen tobben. Was dit wel gepast, ik was toch eigenlijk ziek? Het vorige blog is daar een exemplarisch voorbeeld van.
Ik heb echt een hele leuke dag gehad. De rondleiding door de Ridderzaal en de Eerste Kamer was een feestje en van de tip om even op de publieke tribune van de Tweede Kamer te gaan zitten hebben we dankbaar gebruik gemaakt. Ook het Sinterklaasfeest was erg geslaagd. Het was heel gezellig en ontspannen en met voor een ieder leuke cadeautjes. Op de terugreis hadden we geluk, het begon pas dicht bij huis te sneeuwen.
Maar dan de volgende dag. Wat was ik moe en wat viel dat tegen. Had ik de vorige dag opgewekt rondgelopen met een gevoel van:' zie je wel, niets meer aan de hand, ik kan de draad straks in januari, maar als het moet nu, zo weer oppakken' een dag later was daar niets meer van over. Ik had mij voor die tijd dus helemaal niet zo druk hoeven te maken in de vorm van mij schuldig voelen. Het bewijs werd vanzelf geleverd. Het is echt niet over. En dan begint het getob. Hoe moet het nu verder, blijft het nu altijd zo enzovoort.
Om nog een klein voorbeeldje te geven, de Sint heeft ons een mooi boekje over het Loiredal gegeven. Om niet in mijn gezondheidstobberijen te blijven steken ben ik mij uitvoerig gaan oriënteren over de mogelijkheden in dit gebied. En dan opeens, merk ik dat het tobbenmonster wel heel erg bezig is om mij in zijn macht te krijgen. Ik begin aan alles te twijfelen. Is die streek Touraine wel leuk, of moeten we juist naar Berry, wel een camping municipal of juist niet, een leuk wandelgebied, maar zou ik dat dan wel weer een beetje kunnen, of toch liever maar fietsen, maar dat is voor hond Hessel weer niet zo leuk enzovoort enzovoort.
Afijn, elke gedachte lijkt zich wel zo uit te spinnen zoals in het schema hierboven. Zelfs het kiezen van een onderwerp voor een kort verhaal wat ik wil gaan schrijven levert dit soort tobberijen op. Kan ik dat wel doen, zou het niet te schokkend worden. Het moet ook weer niet al te herkenbaar zijn, maar ik heb er wel een bedoeling mee... enzovoort enzovoort; denken denken denken in plaats dat ik begin met schrijven.
Het is goed dat het tot mij door begint te dringen. Ik moet hier mee stoppen. Dit leidt nergens toe.
Ik las ergens dat het uitspreken of het opschrijven van alle tobberijen een goed hulpmiddel is. Dat heb ik mij ter harte genomen en ik heb de daad bij het woord gevoegd, zonder mij vooraf druk te maken of de lezer hier wel of niet in geinteresseerd zou zijn. Nu ik enig inzicht heb, hoop ik mijzelf wat bij te kunnen sturen. Goede adviezen van lezers zijn welkom en zal ik zeker ter harte nemen.
Kent u die uitdrukking, (Om met dominee Gremdaat te spreken) twee stappen vooruit, één stap terug? Natuurlijk kent u dat, en momenteel heb ik met dit verschijnsel te maken. Gelukkig doet het feit zich voor, dat ik kan zeggen dat ik op alle terreinen aan de beterende hand ben, maar soms is de pluk hooi die ik op mijn vork neem gewoon nog te groot. Een beetje breien, (de inzetfoto boven laat het gewrochte breisel zien wat ik net voor ik ziek werd af had), sint en pietjes haken voor de kleindochters, zo nu en dan wat lezen en een dagelijkse wandeling van een klein uurtje, dit alles gaat helemaal goed. Soms doe ik iets meer dan dit rijtje en dan merk ik dat de volgende dag wel.
Maar recupereren, (ik had nog nooit van dit woord gehoord) herstellen, het terugwinnen van hoe het was, moet steeds een stapje verder gaan. Dat gaan we morgen dus doen. Hoewel het een hele onderneming is, gaan we morgen toch kijken of Sinterklaas soms wat pakjes voor ons bij onze kleindochter in Den Haag heeft gebracht. Dan kunnen wij gelijk de pakjes, die wij van Piet hebben gekregen maar voor haar en haar moeder bestemd zijn, meenemen.
En of dat nog niet genoeg is, we willen morgen ook eens even een kijkje bij de regering nemen. Ik kom nu al vele jaren in Den Haag, maar ik heb nog nooit de Ridderzaal gezien, niet van binnen, maar ook niet van buiten. Morgen worden wij om 11.15u. verwacht; we krijgen dan in een rondleiding ook de Eerste Kamer te zien. Meestal zijn wij in het weekend in de residentie, maar nu vindt dit op een gewone doorde weekse dag plaats. Bovendien is het winter, waardoor het mogelijk is om Hond Hessel een uurtje alleen in de auto te laten.
Hoe ik de dag er na er aan toe ben weet ik niet, dat is afwachten. Ik heb dan geen verplichtingen of zoiets. En als je niets probeert, kom je ook niet te weten hoe ver het staat met het herstel. Ik wil toch wel graag weer een beetje de oude worden. Ik voel me echt nog te jong om mijn dagen alleen maar te vullen met een beetje breien, haken en lezen. Ik mag toch hopen, dat ik weer een klein beet je de vitaliteit van voorheen terug krijg.
Vandaag had ik sinds lange tijd weer eens het echte zondaggevoel. Lekker een beetje langer in bed blijven liggen, maar ook weer niet te lang, want dan is de dag zomaar voorbij. Het strijkgoed het strijkgoed gelaten, dat ligt er maandag of dinsdag ook nog wel en verder, behalve met hond Hessel een uurtje wandelen, geen plannen.
De zondag. Toen ik kind was, was de zondag een hele duidelijke dag. 's Morgens de zondagse kleren aan, samen ontbijten, maar dat woord kende ik toen nog niet, maar de beschuit en het ei smaakten heerlijk, en dan naar de kerk en daarna de zondagschool.
Als we, mijn broer, mijn vader en ik dan thuis kwamen, was de soep al warm, waren er de aardappels, de groente en een heerlijk stukje vlees èn de zelfgemaakte pudding mèt vel, wat ik toen nog lekker vond. En ondertussen praatte GBJ Hilterman ons biij over de Toestand in de Wereld.
's Middags ging ik de éne week naar mijn vriendinnetje en de andere week kwam zij bij mij. We mochten bij elkaar brood eten en dan was de zondag ook al weer voorbij. Saai? Nee hoor lekker duidelijk. Er was verder weinig wat MOEST.
Toen ik later zelf een gezin had, vond ik het soms best moeilijk om een beetje inhoud aan de zondag te geven. Naar de kerk gaan deed ik niet en toch wilde ik de kinderen dat veilige vertrouwde gevoel, wat ik zelf had ervaren, meegeven. Ik weet niet of dat gelukt is.
Nadat de kinderen uitgevlogen waren kwam de tijd van wat fladderen en wat flodderen. En in de zomer doen we dat nog wel veel. Na het uitgebreide ontbijt, dat heb ik altijd in stand gehouden, achterstallig tuinwerk of huishoudelijk werk doen, er op uit trekken, of.... ja wat al niet meer.
Maar vandaag leek ik wel even helemaal terug te zijn gegaan naar het basicgevoel van zo weinig mogelijk doen en ook niet bezig te gaan te met de moderne invullingen van deze tijd zoals webloggen of iets dergelijks. Nee, gewoon een beetje tijdschriftje lezen, een paar pennen breien en wat hoofdstukken lezen van het boek waar ik mee bezig ben. Het leek wel bijna jaren vijftig.
Voor één keer wel leuk, maar zo hoeft het niet altijd voor mij te zijn. Zal dit jaar ook niet meer gebeuren. Daarvoor staat er al weer veel te veel gepland.