WE-300
WE-300 wordt georganiseerd door Plato (http://platoonline.wordpress.com/) Elke maand bedenkt hij een thema. Voor de maand februari is dat ‘poetsen’.
ZILVERMETAMORFOSE.
Na zijn huwelijk, wat meer dan vijfentwintig jaar geduurd heeft, heeft hij zich opnieuw gesetteld in een zo geheten semi bungalow. Het oogt goed.
Bij mannenhuishoudingen valt het mij dikwijls op, dat het wel verzorgd kan zijn, maar dat er vaak iets ontbreekt. Ik noem dat de sfeerattributen. Dat kan van alles zijn. Een paar kussens, een beeldje of een vaasje.
Ik neem plaats op de donkerrode leren bank. Terwijl de koffie wordt ingeschonken kijk ik wat rond. Daar ik nooit in zijn andere huis ben geweest, heb ik dus geen idee wat hij van daaruit heeft meegenomen en wat hij zelf heeft aangeschaft. Ik ben eigenlijk wel nieuwsgierig hoe iemand in zo’n situatie dit aanpakt.
Als de koffie en de bijbehorende plak cake geserveerd is neemt hij plaats tegenover mij. Ik maak een opmerking over het interieur, dat dit in mijn ogen zo’n gezellige uitstraling heeft.
Het blijkt een schot in de roos. Ik krijg over diverse meubelstukken een uitleg waar het vandaan komt. Een aantal meubels zijn nieuw, maar er schijnt ook het één en ander uit een kringloopwinkel afkomstig te zijn.
Met hier en daar iets te plaatsen of neer te zetten wat niet nieuw meer is krijgt de kamer als het ware een ziel. Neem nu die zilveren lepeltjes. Ze zagen er niet uit, maar na ze even behandeld te hebben zijn ze gewoon een sieraad.
Gekuisd? vraag ik. “Nee, behandeld”, is het antwoord. “Ik leg ze in een teiltje water, met wat soda en een stukje aluminium folie en voila, na vijf minuten heb je een verbluffend resultaat”.
Ik kijk hem met grote ogen aan. Dit wist ik niet.
Bij thuiskomst neem ik onmiddellijk de proef op de som. En inderdaad, in een mum van tijd zijn mijn zwarte lepeltjes ook veranderd in blinkend zilver.
klik
Ik ben echt een spelletjesmens. Op de computer, wordfeud op de telefoon, een gezelschapsspel met zijn tweeën of met meerderen, bridge wel of niet in competitieverband, het maakt me niet uit. Gewoon gezellig bezig zijn is voor mij het belangrijkste ingrediënt.
Hond Hessel heeft dat heel goed begrepen en probeert daar bij aan te sluiten. Een goede hond wil immers zijn baas zoveel mogelijk een plezier doen. Zodoende heeft hij voor binnen zijn eigen schaakspel met daarbij behorend een aantal geheel eigen spelregels bedacht.
Benodigdheden: Twee mensen die televisie kijken, een hond die geen aandacht krijgt en een bot. (dit laatste kan trouwens makkelijk vervangen worden door een ander attribuut als zijnde het bijttouw, een kong of een bijtbeker als dit even beter uitkomt)
Spelverloop: Wij, P. en ik, zitten gezellig samen naar bijvoorbeeld 'wie is de mol?' te kijken. Hessel staat op neemt zijn bot in de bek en probeert P. geinteresseerd in zijn bot te krijgen. Dit mislukt. Na een aantal pogingen komt hij naar mij toe en dan begint het spel pas echt.
Zet 1. Hij deponeert het bot bij mij op de bank. Als tegenzet leg ik het bot terug op de grond. Hessel doet zet 2. Hij pakt het bot in zijn bek en legt het nog dichter bij mij neer. Mijn tegenzet is bijna hetzelfde, ik pak het bot leg het op de grond, ik kijk hem aan zeg en zeg luid en duidelijk: Nee, Hessel, niet doen.
Hessel denkt even na en doet zet 3. Hij pakt opnieuw het bot in zijn bek en legt het op mijn knie. Mijn 3e tegenzet is niets doen. Ik negeer het gewoon. Hessel is weer aan de beurt. Hij blijft geruime tijd voor mij zitten en kijkt alleen maar naar het bod. Na enige tijd vindt hij dat ik mijn beurt verbruikt heb. Hij interpreteert het niets doen van mij ook als een volgende zet, dus dan is hij weer aan de beurt.
Zijn volgende zet is, met zijn bek het bot van mijn knie pakken, om het daarna al knagend en het daardoor inmiddels wat natte bot, nog een eindje verder op mijn schoot terug te willen leggen.
Dat wil ik niet, ik pak het bot, duw het bot in zijn bek en stuur hem naar zijn plaats.
Hessel gaat richting zijn kleed, maar draait halverwege om en deponeert het bot weer naast mij op de bank.
Einde spel: Hessel heeft gewonnen. Ik pak het bot op, begeleid Hessel naar zijn plaats en ik gebied hem daar te blijven. Wanneer ik na tien minuten tot een nieuw spel uitgedaagd word, laat ik het bij de eerste zet afweten. Ik stop het spel door Hessel opnieuw naar zijn plaats te brengen en hem de opdracht te geven om daar ook te blijven. Soms legt hij zich daar berustend bij neer.
Echt ik houd van spelletjes, ik ben een echt spelletjesmens, maar er zijn grenzen...............
Toen ik dit 's avonds onder het genot van een glas wijn nog eens analyseerde, moest ik steeds harder lachen. Een huisdier kan zo veel vreugde geven!
klik
Dit is de plek waar Hessel en ik vaak het spel 'balletje gooien en halen' spelen. Sneeuw of niet, Hessel staat al klaar, het spel dient gespeeld te worden als we daar zijn. Weer of geen weer, het maakt hem niet uit. Net als de baas, gek op spelletjes. Toch?
Natuurlijk, dan is het goed! Dit suggereert, dat alles wat de natuur doet goed zou zijn. Ik waag dat te betwijfelen. Niet alles wat de natuur voortbrengt is zo onschuldig. Paddenstoelen, digitalis, berenklauw, het is allemaal natuur, maar het kan bij eten of aanraken heel veel schade veroorzaken. Onweer, bliksem, storm, aardbevingen, allemaal natuurverschijnselen die grote problemen kunnen veroorzaken.
Het is ook mogelijk dat er op natuurlijke wijze fouten kunnen ontstaan. Zo zou ik een auto-immuunziekte willen zien. Wanneer iemand door welke reden dan ook ziek wordt, is het een natuurlijk gegeven dat het lichaam probeert zicht te herstellen, maar bij een auto-immuunziekte valt het lichaam zichzelf aan. Het immuumsysteem, bedoeld om ongewenste gasten te weren, ziet het lichaamseigen weefsel voor vreemd aan en gaat aan de slag om antistoffen tegen deze cellen en stoffen te vormen en de persoon bij wie dit gebeurt wordt ziek.
Na enig reumatologisch onderzoek lijkt het er op dat ik met bovenstaand verschijnsel te maken heb. Ooit, ruim tien jaar geleden, kreeg ik opeens te maken met kloven en vreemde schilvers in mijn handpalmen. Na enige tijd werd de diagnose gesteld: psoriasis. Dit wordt aangemerkt als een auto-immuunziekte. Vervelend, maar niet onoverkomenlijk.
In de beginfase ben ik actief op zoek geweest naar zalfjes en ik vond Skin Solve. Deze balsem had een helende werking op mijn handen en ik vond het dan ook heel vervelend dat dit uit de handel werd genomen. Maar ziedaar, de wonderen zijn de wereld niet uit, het leek erop alsof de psoriasis in mijn handpalmen wat uitdoofde. Zo heel af en toe had ik er nog maar heel licht wat last van.
Helaas, naast de huidklachten kan deze auto-immuunziekte zich verder ontwikkelen. Een aantal mensen krijgt na verloop van tijd naast huidproblemen ook pijn in de kleine gewrichten zoals vingers, pols, enkel, of tenen. Men spreekt dan van artritis psoriatica. Net als bij psoriasis hebben de ontstekingen telkens een verloop van opvlammen en weer uitdoven. In het bloed wordt geen spoor van reuma aangetroffen, maar de verschijnselen van de ontstekingen zijn vergelijkbaar met reumatische artritis.
Tsja, en dit schijnt er bij mij aan de hand te zijn. Niet heel ernstig, maar wel erg lastig. Iedere keer als zo'n ontsteking begint, ontstaat er pijn in het betreffende gewricht, krijgt men last van spierpijn en stijfheid en lijkt het net of de persoon griep krijgt. Dit is precies het verloop wat ik nu al een aantal malen meegemaakt heb.
Wanneer een gewricht ontstoken raakt, is het raadzaam dit gewricht te ontzien omdat anders het gewricht aangetast kan worden, waardoor er vergroeiingen met blijvende schade ontstaan.
Het komt er dus op neer, dat wanneer ik geen pijnlijke gewrichten heb, ik redelijk normaal mijn gang kan gaan, maar wanneer er weer sprake is van een opvlammende ontsteking, dan zal ik dat betreffende gewricht de nodige rust moeten gunnen. En iedere keer zal moeten blijken hoe lang het dit maal gaat duren.
Behalve een paar injecties in mijn voet heb ik (nog) geen verdere medicatie gekregen. Over zes weken heb ik een nieuwe afspraak met de reumatoloog. Ik merk dat ik nog wat moet wennen aan deze situatie. Ik zal er mee moeten leren omgaan, want net als tegen de huidziekte psoriasis, bestaat er geen afdoend medicijn. Wel wil ik bij een volgend consult vragen of er ook richtlijnen zijn om de ontstekingen zo weinig mogelijk kans te geven om te gaan opvlammen.
Nu ik weet wat er aan de hand is, kan ik gaan beginnen dit een plekje te geven. Forceren heeft geen zin, maar met deze kennis wil ik volgende week wel gaan proberen om, wanneer ik niet door pijn gehinderd word, weer gedeeltelijk aan het werk te gaan.
klik
Een paar dagen geleden las ik al dat Plato (http://platoonline.wordpress.com/) een nieuwe uitdaging had bedacht. Hij heeft het als volgt onder woorden gebracht:
de vijftig-gitfjiv.
De bedoeling:
- schrijf een stukje (50 woorden) waarin je een mening of zienswijze weergeeft.
Noem dit A.
- schrijf daaronder een stukje (50 woorden) waarin je het tegenovergestelde beweert.
Noem dit B.
- de titel is één woord.
Ik houd wel van nieuwe uitdagingen en ik wist ook gelijk over welk onderwerp deze vijftig-gitfjiv zou gaan. Ik was, c.q. wij waren, immers zelf stevig aan het afwegen geweest over de beslissing van wel of niet een tweede hond(je). Ik hoop dat ik heel in het kort iets van de afwegingen, voorafgaand aan ons besluit, heb kunnen weer geven.
GEZINSUITBREIDING
A: afweging
Elsa van ’t Haviksbos krijgt opnieuw pups. Ik word helemaal enthousiast. Twee honden lijkt me zo leuk èn praktisch bovendien. Zo kunnen ze elkaar moe maken door met elkaar te hollen en te ravotten. Hessel blijkt een hele sociale hond te zijn die goed met andere honden overweg kan.
B: afweging
Elsa, de moeder van onze hond krijgt weer jongen. Nog een hond erbij? Ik moet er niet aan denken. Wat een drukte en een gedoe. Dat draait al gauw uit op vechten met elkaar. Het brengt alleen maar beperkingen met zich mee. Hessel kan veel beter alleen blijven.
klik
En raad eens wat? Wij hebben wel voor een tweede hond(je) gekozen. Ons hondje is nu drie dagen oud en wij hebben hem de naam Iemand gegeven. Het is het middelste hondje.
Ik had er nogal een handje van om al snel te denken, dat ik tot op het zekere hoogte, het leven wel naar mijn hand kon zetten. Weliswaar met de nodige aanpassingen en improvisaties, maar toch. Vaak is mijn slogan, als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.
De laatste maanden heb ik echter wel ervaren, dat er grenzen zijn. Hoe graag ik het ook zou willen ontkennen door langs pijnen en andere ongemakken heen te leven, het lukt niet altijd. Ik moet keer op keer toegeven, dat er "iets" in mijn lichaam is, wat het normale functioneren in de weg staat. Misschien dat er maandag na een lange tijd van gissen van wat het zou kunnen zijn, een einde komt; ik hoop oprecht van de reumatoloog enige duidelijkheid te krijgen. Niet dat alle kwalen dan verdwenen zijn, maar misschien is er dan een weg naar verbetering.
Mijn streven is om zodanig te herstellen, zodat ik weer aan het werk kan. Ik krijg namelijk een beetje haast. Het tijdstip dat ik met werken zou willen stoppen, komt steeds naderbij en mijn wens is nog steeds om met werken te stoppen als ik ook nog daadwerkelijk aan het werk ben. Pas, na op enig moment, officieel afscheid genomen te hebben, zal ik in vrede alle dagen thuis kunnen zijn.
Thuis zijn, ik heb wel ervaren hier geen moeite mee te hebben. Ik kan heel erg genieten van mijn thuis. Ons thuis. Wij hebben geen model ingericht huis. P. en ik hebben namelijk geen uitgesproken smaak van hoe ons thuis ingericht moet zijn. Voor ons is het belangrijk dat wij er warmte, geborgenheid, genegenheid, zorgzaamheid, vrijheid, veiligheid en liefde vinden.
De schapenstal is daar een mooi voorbeeld van. Jarenlang hebben de schapen als een grote kudde op een kast gestaan. Deze zomer is die kast vervangen door een tvmeubel en daar was geen plek voor de schapen. Zo af en toe zeiden we wel tegen elkaar dat het jammer was, dat we nog geen oplossing voor het schapenprobleem gevonden hadden.
En opeens zag ik de vitrinekast in een foldertje van de Lidl staan. Dit zou wel bij ons interieur passen. Samen hebben we op een vroege maandagmorgen het loodzware ding opgehaald, P. heeft ruim een dag nodig gehad de kast in elkaar te zetten en ik had een uurtje nodig om de schapen er in te plaatsen. En nu kijken we heel tevreden naar de vitrinekast. De schapen zijn er weer, het hoort bij ons "thuisgevoel".
Zo hebben we een aantal weken geleden ook samen besloten dat er bij ons "thuis" nog plaats is voor een tweede hond. Hessel krijgt er een broertje bij. Zijn volbloed broertje, zelfde moeder en vader, is gisteren geboren. Ik kan bijna niet wachten om dit nieuwe leven te gaan zien en vastpakken. Dat gaat vast binnenkort gebeuren. Het zal nog wel ruim twee maand duren voordat we hem bij ons thuis kunnen halen.
Met zijn komst zal onze situatie weer gaan veranderen, maar we kijken er naar uit. Het zal ons leven zeker gaan verrijken, kijkend naar hoeveel plezier Hessel ons geeft. Natuurlijk zal het ook enige beperkingen geven. Daar hebben we wel aan gedacht, maar de slogan: als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan, zal ons dan zeker nog wel eens van pas komen.
kilk
De pijl wijst hondje Hessel aan. Hij was toen 8 dagen.
Waarschijnlijk komt de aversie tegen het zoveelste siliconen polsbandje voort uit de afkeer die ik zo langzamerhand begin te voelen tegen Lance Armstrong.
In de zomer van 2004 leek heel de wereld in de ban van die man, ex kanker patiënt en de bedenker van de gele Livestrong armbandjes. Iedereen begon die afzichtelijke gele bandjes te dragen...
Nu, vele jaren later, komt stukje bij beetje aan het licht hoe deze man te werk is gegaan om aan zijn overwinningen te komen. Aan het eind van deze week zal in een feuilleton van twee afleveringen, waarschijnlijk omdat het reclametechnisch zo meer geld in het laadje brengt, wereldwijd een soort bekentenis van deze ex-wielrenner te zien zijn. Van hem, de sportieve? sportman, en inzicht? in de organisatie om hem heen.
Ik kan er niet warm voor lopen en ik kom er niet voor uit mijn bed. Ik word er een beetje narrig van.Ik voel mij een beetje bedrogen.
Ooit heb ik genoten van de wielersport. Zellfs in de laatste vakantie nog. Een heel klein beetje toevallig waren wij een dag voordat de Tour langs de camping van Lissac, vlakbij Brive, voorbij zou trekken, terecht gekomen. En natuurlijk hebben wij met stoeltje en al langs de weg gezeten om het spektakel te aanschouwen. Voor mij is er met die hele dopingkwestie de lol er wel een beetje af. Het is een beetje over en uit.
Alls ik dan lees dat een geheel andere club in navolging van- toch weer met polsbandjes wil gaan leuren, dan denk ik: niet doen mensen. Verzin wat anders. Het project dat schuil gaat onder de naam You are good, is gericht tegen pesten en wordt geleid door twee voor zich zelf begonnen dames, vroegere fondsenwervers voor Oxam Novib. Ze hopen via vier grote winkelketens (Kijkshop, Lucardi, Zeeman en Van Haaren) één miljoen groene bandjes voor 2 euro per stuk te verkopen. De opbrengsten zullen ten goede komen van de Kindertelefoon en Sensoor
Groene bandjes. Brrr. Het wordt mij geel en groen van ergernis voor de ogen!
Niet omdat ik het project niet zie zitten. Ook ik vind pesten heel erg en natuurlijk is het goed om van alles te ondernemen om dit tegen te gaan. Maar een groen siliconen polsbandje? Ik had liever iets anders gezien. Een lieveheersbeestje is misschien ook al net iets te vaak ingezet, maar ik had het veel beter gevonden als men iets in dat genre gezocht had. Polsbandjes zijn zo langzamerhand oubollig en zeker niet venieuwend meer.
Na de schanduleuze dopingpraktijken met de daarbijbehorende polsbandjes, toen misschien heus wel goed bedoeld, lijkt het mij goed om dat achter ons te laten. Nogmaals, we zijn toch echt aan iets nieuws toe.
klik
Vandaag ben ik eenenveertig jaar moeder. Hoe kun je je vergissen. Nee, niet omdat ik toen moeder ben geworden, dat had ik voor geen goud willen missen, maar ik had gedacht dat ik het blogje wat ik nu zou willen schrijven ooit al eens geschreven had. Hoe ik ook in de archieven zoek, ik kan het niet vinden.
Het zoeken in de archieven blijkt trouwens iedere keer een heel tijdrovend karweitje te zijn. Niet omdat het niet goed gerubriceerd zou zijn, nee ik blijf veel te lang hangen in het lezen van die verhalen die nu al lang weer verleden tijd zijn.
Op de één of andere manier kan zo'n verleden toch weer actueel worden door de beleving van toen weer heel even naar het nu te halen. Zo'n gedenkwaardige dag als de verjaardag van je kind leent zich daar natuurlijk ook als bij uitstek voor. Ieder jaar om twee minuten voor elf gaat het door mij heen: eindelijk, daar is ze, na een wat moeizame bevalling.
Wanneer ik tijd heb komen de herinneringen als vanzelf naar boven.
Mijn moeder bracht als troost voor de wat zwaar uitgevallen bevalling, een prachtig zilveren vaasje gevuld met een orchidee voor mij mee. Het was voor de eerste keer dat ik deze bloem zag. Tot voor die tijd had ik alleen maar over orchideeën gelezen. Ik was toen niet zo heel blij met dat vaasje bloemen. Ik maakte me zorgen dat het dure bloemstukje waarschijnlijk heel snel in het ziekenhuis verwelkt zou zijn en dat dit toch wel jammer van het geld was......
Als mijn moeder nu nog leefde zou ik haar zeggen achteraf heel blij te zijn met het vaasje bloemen. Hiermee gaf zij overduidelijk aan, niet alleen de baby belangrijk te vinden, maar ook oog te hebben voor mij, haar kind. Ik heb dat toen niet zo begrepen.
De verjaardag van dochterlief is de laatste van de lange rij feestdagen van december. Hierna keert de tijd terug naar het gewone verloop der dagen. En hoewel de winter vaak pas dan gaat beginnen, we keren wel terug naar het licht. De dagen beginnen merkbaar te lengen.
In deze tijd haal ik graag het voorjaar een beetje naar binnen. Voor een habbekrats koop ik een potje met bolletjes, het liefst narcissen, die dan in de kamer, helaas maar even, uitbundig staan te bloeien.
klik
Wanneer ik ergens kom, en er staat een aquarium, dan word ik er als ware het een magneet, naar toe getrokken. Ik moet altijd even zien welke vissen er in zwemmen. Ook wanneer ik in mijn werk als stagedocent in een tehuis kom waar een aquarium staat, dan blijf ik altijd even staan.
Het is al weer een paar jaar geleden, dat wij opnieuw een aquarium aangeschaft hebben. Een aquarium lijkt zo gemakkelijk, maar het vergt toch de nodige inspanning om het een beetje toonbaar te houden. Zelf doe ik weinig aan het onderhoud, dat neemt P. voor zijn rekening, maar toch kijk ook ik er regelmatig naar om. Niet dat ik nu vele uren voor het aquarium doorbreng, maar op de één of andere manier weet ik wel wat er gaande is het water.
Zo zag ik in het weekend dat één van de drie gestreepte vissen misvormd begon te raken. Door de jaren heen heb ik door alleen maar het observeren van de vissen toch enige kennis verworven. Wanneer vissen krom gaan trekken betekent dat in de meeste gevallen, dat dit het einde van het leven van de vis is.
Ik vind het altijd jammer als ik dat zie gebeuren en dat is ook nu het geval. Deze drie vissen zijn vrij sterk gebleken en hebben ruim drie jaar rond gezwommen, altijd bij elkaar in de buurt.
Gisteren lag de eerste vis op de bodem en bewoog nog een heel klein beetje. Vandaag was ze dood en is de vis uit het aquarium gehaald. Vis nummer twee is inmiddels ook krom en zal de zelfde weg wel gaan. Jammer, maar volgens mij hebben ze wel een goed leven gehad. Vis drie lijkt vooralsnog nog gezond....maar voor hoe lang nog? En dat geldt ook voor de tetraatjes. Ook zij worden oud. Ik heb heel wat jaren altijd tot twaalf kunnen tellen, maar dat stopt nu bij tien. Mijn geoefende oog ziet bijna direct als er eentje minder is.
Het aquarium raakt jammer genoeg wat leeg. Dit zal niet voor lang zijn. Binnenkort gaan we vast en zeker het aantal vissen weer op peil brengen, want hoe gek het ook klinkt, wanneer ik richting aquarium kijk, mis ik de visjes die er niet meer zijn. Ze zitten op mijn netvlies en horen er gewoon bij.
Ze zijn vervangbaar. Dat dan weer wel, hoewel nieuwe vissen wel eerst moeten wennen aan hun nieuwe omgeving alvorens zij een enigszins voorspelbaar zwempatroon gaan vertonen.
klik
WE-300
VERBETEREN?
Ik las in de rapportage: Mijnheer gaf aan graag naar het ziekenhuis te willen. Wat ik daarna las verontrust(te) mij. Ik citeer: beleid eerder afgesproken: geen ziekenhuisopnames, optimaal curatief binnen verpleeghuis (eigen toevoeging: lees verpleeghuiszorg binnen een verzorgingstehuis)
Ik weet dat mijn vader er voor gekozen heeft, dat hij niet meer gereanimeerd wil worden. Protocollair is hem dit verschillende malen gevraagd en iedere keer werd hij er een beetje boos om, maar ook wat angstig. “Zie je wel dat het heel ernstig met mij is, anders vragen ze dat toch niet”, was toen zijn commentaar.
Ik heb meerdere malen geprobeerd hem uit te leggen dat dit alleen van toepassing was, wanneer er sprake zou zijn van een hersenbloeding of een hartinfarct, waarbij hij buiten bewustzijn of in coma geraakt zou zijn. Er zou dan niet koste van alles geprobeerd gaan worden zijn leven te verlengen. Met de woorden “Als het zover is, laat mij dan maar gaan, dan is het tijd” heeft hij keer op keer aangegeven, dat zijn leven niet met behulp van allerlei ingewikkelde apparatuur verlengd hoeft te worden.
Maar ik krijg nu twijfels bij het ondertekenen van een niet-reanimatie verklaring. Als dat inhoudt, dat er vanuit die verklaring een gewenste ziekenhuisopname tegengehouden kan worden, dan begin ik dat toch wel een kwalijke zaak te vinden.
Mijn vader was niet buiten bewustzijn, niet comateus en zeker niet terminaal. Hij voelde zich heel erg ziek en wilde graag deskundige hulp.
In de verdere rapportage lees ik, dat hij, op zijn herhaaldelijk aandringen en in overleg met familie? ‘s nachts is overgebracht naar het ziekenhuis om pas drie weken later naar huis terug te keren.
Vroeger werd er voor en over mensen beslist. Tegenwoordig is de slogan: De patiënt beslist zelf! O ja? denk ik, maar waar ligt dat moment?
klik
Dit jaar ben ik anno 2013 niet met een echt blanco gevoel binnengestapt. Elke dag het bezoek aan vader in het ziekenhuis stond dit wat in de weg. Vandaag is hij na bijna drie weken weer naar zijn eigen appartement teruggekeerd. De draad van het gewone leven kan weer worden opgepakt.
Het voelt alsof ik nu echt met het nieuwe jaar van start kan gaan.
Dat brengt mij even terug naar Nieuwjaarsdag. Al vele jaren geniet ik van het nieuwjaarsconcert op de televisie en ook dit jaar had ik daar gelukkig wel de mogelijkheid toe. Heerlijk even wegdromen bij de mooie klanken en de mooie beelden.
Vaak heb ik tijdens het kijken het verlangen gevoeld om ooit zelf Wenen eens te aanschouwen. In mijn fantasie zag ik mijzelf daar lopen.......
Een paar jaar geleden is mijn wens vervuld. Ik was er en wat heb ik genoten.
Dit jaar heb ik zitten kijken en kon ik wegdromen in mijn herinneringen. Dat had ik gezien, en daar was ik geweest.
En ja, en dan, ik ben ik. Menigeen zal het vreemd vinden, (of misschien zelfs wel zwaar op de hand) ik begin dan met (mag ik het filosoferen noemen?) mijzelf de vraag te stellen welk gevoel nu intenser of heftiger is, het verlangen of de herinnering?
Natuurlijk, beide zijn mooi, maar ze zijn wel heel verschillend. Het verlangen is toekomstgericht, de herinnering is dat wat geweest is, het verleden. Ten tijde dat het verlangen vervuld wordt is het nu zeer sterk aanwezig.
Er wordt vaak gepromoot, dat we in het hier en nu dienen te leven, maar ik neem de vrijheid om zo af en toe toch ruimte te geven aan mijn verlangens, maar ook aan mijn herinneringen. Ze zijn mij dierbaar.
klik
Ieder jaar sta ik weer versteld van de Helleborus. Het is nu winter, maar ze bloeit als ware het nu hartje zomer. Het seizoen, waar ik elk jaar in deze tijd weer met verlangen naar uitkijk.
|
|