Mijn leven kabbelt in een heel rustig watertje voorwaarts en voor het eerst sinds tijden heb ik er ook het geduld voor om het lekker voort te laten kabbelen. Het is een soort van freewheelen. Niets drijft mij en in de verste verte doemt er ook geen 'EINDE en nu weer aan de slag' op waardoor ik toch ongewild weer wat druk zou gaan voelen. Nee, niets van dit alles en het is daardoor dan ook niet te vergelijken met een vakantie.
Na een aantal weken met een breiwerk in de hand, ongebreideld naar de tv te hebben gekeken, Australian Open (tennis) en de Olympische Spelen (schaatsen) moesten door mij gewoon gevolgd worden onder het motto: nu heb ik er de tijd voor, komen er heel langzamerhand brokstukjes van dingen naar boven die ik echt heel leuk vond om te doen, maar waar ik eigenlijk geen tijd voor had, of geen puf meer en daardoor in de vergetelheid waren geraakt.
De slogan: zelf kleur aan het leven geven bracht mij opeens op het idee, dat ik een aantal jaren geleden met zoveel plezier een aantal mandala's had ingekleurd. En het was net of de duvel er meespeelde, toen ik naar de bibliotheek ging was het eerste boek wat ik zag liggen: Werkboek natuurelementen in de mandalas. Ik heb het meegenomen en ik ben er wat in gaan grasduinen. Of ik ooit echt zelf een mandala ga ontwerpen weet ik nog niet maar ik heb er in ieder geval wel weer eens eentje gekleurd. Ik heb gemerkt dat bezig zijn met kleuren mij blij maakt.
Dat merkte ik vanmiddag ook, toen ik in de tuin bezig was. Er staan al heel wat crocusjes en kleine narcisjes te bloeien. Ik kan daar heel erg van genieten. Zo in de tuin wat bezig te zijn met dode bladeren verwijderen en al wat snoeiwerk te verrichten, overdacht ik nog even een gedachtenwisseling die gisteravond op de bridgeclub plaats vond. Tijdens zo'n avond zijn er geen grote gesprekken, maar toch, die kleine gesprekjes kunnen er soms toch toedoen.
Het kwam er op neer, dat de conclusie was, dat wij als ouderen, het leven als heel prettig ervaarden en dat we hier nog een lange tijd van wilden genieten. Hierna kwam mijn vader even ter sprake. Ik vertelde dat hij op een leeftijd was, dat hij de laatste tijd nog al eens te kennen gaf dat het voor hem niet meer hoeft. Hij is er als het ware klaar mee.
"Dat lijkt mij zo mooi", zei de vrouw met wie ik even dit gesprekje had, "het gevoel hebben om klaar te zijn met het leven en niet met de gedachte te hoeven leven, maar ik wil nog helemaal niet weg." Met een "laten we er nu in ieder geval nog van genieten", gingen we uit elkaar om naar de volgende bridgeronde te gaan.
Vanmiddag in de tuin overdacht ik dit nog even. Ja, ik heb het gevoel dat ik nog een lange tijd van plezier voor me heb om van alles te kunnen gaan ondernemen, wat dat dan ook allemaal wezen mag. Maar ik kan mij ook goed voorstellen dat mijn vader er met zijn 92 jaar wel een beetje klaar mee is. Er wordt wel eens gezegd, het leven is een feest, maar je moet wel zelf de slingers ophangen, toch denk ik dat elk feest een einde heeft en dat na menig feest gezegd wordt, het is goed zo en dat de slingers dan ingehaald worden.
Vorige week hebben wij een gesprek met de verpleeghuisarts gehad en ik hoop van ganser harte dat de nieuwe aanpak om hem wat meer bij allerlei activiteiten te betrekken wat aanslaat, want om hem zo weg te zien kwijnen vind ik best moeilijk om te zien, maar dat hij het leven niet meer ziet als een feest kan ik goed begrijpen.
Gelukkig kan ik dit wel een eigen plekje in mijn gedachten geven waardoor het mijn blijdschap over het naderend voorjaar niet vertroebelt. En ik vind het helemaal geweldig dat ik nu echt tijd heb om dit voorjaar nu eens zonder haast te kunnen beleven. De tuin weer in orde maken vergt elk jaar weer heel veel tijd, maar ik kan zo intens genieten van alles wat zo maar weer boven komt en gaat bloeien en van de uitspruitende takken van de bomen en de struiken. Het jaargetijde van de vele frisse kleuren is weer in aantocht. Ik ben er klaar voor. Laat maar komen.
klik
Het schaatsevenement, want dat was wat de Olympische Spelen voor Nederland vooral waren, is weer voorbij. Met enige verbazing heb ik de afgelopen weken het één en ander gevolgd. Met stijgende verbazing heb ik gezien hoe topsporters, die hun hoogste doel niet bereikten veranderden, zich gingen gedragen als verwende kleine kinderen. Je kunt wel trainen om goud te willen halen, maar dat wil nog niet zeggen dat de winst gegarandeerd is.
"Absoluut niet sportief", zo liet ik mijn eega weten en hij was het helemaal met mij eens. Bij een wedstrijd zijn er nu eenmaal winnaars en verliezers.
Maar het woord sportief bleef maar een beetje in mijn hoofd rondspoken, want wat wordt er nu eigenlijk met sportief bedoeld. Het wordt bijna als een waarde gebracht, maar wat zijn dan de normen? Wanneer is men sportief en wanneer niet?
Men noemt iemand sportief als de persoon ziich voor zijn plezier lichamelijk inspant, maar dit bedoelde ik niet toen ik de uitspraak 'absoluut niet sportief' deed. Echt veel is er niet te vinden over het begrip sportief. Wel ben ik ergens tegengekomen dat het te maken heeft met tegen zijn verlies te kunnen. In het puzzelwoordenboek zijn er dan ook nog de omschrijvingen: eerlijk, fair en kwiek te vinden.
Maar goed, even terug naar de topsporters. Ik hoop dat zij hun lesje hebben geleerd. Iets heel graag willen is niet hetzelfde als het ook daadwerkelijk bereiken. Natuurlijk begrijp ik dat, als het gestelde doel niet gehaald is men teleurgesteld is, maar om dan uren met een zuur gezicht rond te gaan lopen gaat mij wat te ver. Je een goed verliezer tonen vind ik minstens zo belangrijk als goed halen.
Bij het bridgen heb ik ook wel eens te maken met verlies en ik weet heus hoe dat voelt, niet leuk dus, maar ik stel mij altijd als doel, om daar op een volwassen manier mee om te gaan en dat heb ik bij een aantal topsporters toch echt gemist. Echt een voorbeeld voor de jongere generatie zijn zij in mijn ogen niet geweest, de vele medailles ten spijt.
klik
Hangop! Leg neer! Bel uw bank! Gelukkig belde de bank, in dit geval de Visa, mij. Hoe dom kun je zijn! Ik heb altijd met enig vermaak, mede omdat ik het een leuk spotje vond, naar deze commercial gekeken onderwijl denkend, hoe dom kun je zijn. heel dom dus. Het volgende overkwam mij gisteren.
Tijdens het kijken naar de schaatswedstrijd, hoorde ik een mailtje binnenkomen. In de dweilpauze las ik het berichtje. In het berichtje met het logo van de VISA werd gesteld dat mijn gegevens van de VISAkaart niet meer up to date bleken te zijn en of ik dit op het formulier onder de klik even wilde bijwerken. Geërgerd drukte ik het berichtje weg, omdat ik van nature gewoon een hekel heb aan dit soort regelzaken.
Na het schaatsen dacht ik direct maar even flink te zijn en de zaak af te handelen. Omdat P. en ik gezamenlijk een VISArekening hebben riep ik hem er bij om samen de gegevens even na te lopen. Klaar. Een fluitje van een cent. Dit zou ik vaker moeten doen, de koe direct bij de hoorns vatten, dacht ik nog.
Een paar uur later, ik stond op het punt om naar de bridgeavond te gaan ging de telefoon en ik besloot om dit toch nog maar even aan te nemen. Het bleek een mevrouw van de VISA te zijn. Ze wilde graag even iets verifiëren. Alvorens ik haar antwoord moest geven gaf ze kort en duidelijk uitleg waarom ze mij belde. Er was een vreemde transactie op ons rekening nummer te zien en ze wilde graag nagaan of dit klopte. Ze vertelde me wie ik was, waar ik woonde en om te verifiëren of ik echt was van degene die ik zei die ik was, moest ik mijn geboortedatum vertellen. Dit scheen allemaal te kloppen. Ook vroeg ze bevestiging of mijn laatste aankoop met de VISA een boek bij BOL.com was geweest en of ik kon aangeven wanneer dit ongeveer geweest was. En dat kon ik.
Toen vroeg ze mij of ik vandaag een overboeking naar Odetel had gedaan. Mijn antwoord was kort en krachtig: Nee en ik gaf daarbij te kennen geen idee te hebben wat Odetel zou kunnen zijn. Haar antwoord was, dat het haar duidelijk werd en dat ze de overboeking ongedaan zou maken. Waarschijnlijk was via internet mijn nummer bij derden bekend geworden. Ze stelde mij onmiddellijk gerust dat vanaf dit moment mijn rekeningnummer geblokkeerd was en dat ik binnen enkele dagen een nieuwe pas met een andere code toegestuurd zou krijgen.....
Onderweg in de auto bespraken P. en ik de gang van zaken nog eens. Opeens vielen ons de schellen van de ogen. We waren er die middag beiden ingetuind. We hadden braaf de gegevens in zitten vullen op een formulier waarmee we anderen toegang tot onze creditkaart hadden gegeven. Wat goed dat de VISA had ingegrepen.
Vanmorgen heb ik de VISA teruggebeld en het één en ander nogmaals geverifieerd. Het klopt allemaal. Ik was gisteravond inderdaad door een medewerkster van hen gebeld vanwege een wel heel vreemde geldtransactie die er plaats ging vinden. Het paste totaal niet bij ons creditkaartgebruik, vandaar dat men actie had ondernomen. Ik heb de mijnheer die ik deze morgen aan de lijn had uitbundig bedankt voor hun opmerkzaamheid, want dankzij hen ben ik voor heel wat leed gespaard gebleven. De mijnheer vertrouwde mij toe, dat de VISA altijd over de schouder van klanten meekijkt naar vreemde opmerkelijke manoeuvres die op de digitale snelweg uitgehaald worden en dit was er zo één.
De rest van de dag heb ik steeds tegen mezelf gezegd, sufferd, je moet toch beter opletten, want, als je het mailtje achteraf heel kritisch bekijkt, is aan de zinsopbouw toch te zien, dat het geen zuivere koffie was. De hele verdere dag hoorde ik als een mantra: Hang op! Klik weg! Bel uw bank! En gelukkig kan ik er nu wel weer om lachen.
Heb ik nog één kleinigheidje. Waarom gebruikt men in dit spotje die ouderwetse telefoons die bijna niemand meer heeft? Alleen omdat Hangop zo lekker klinkt en het daar bij past?
Ergens, in een verloren hoekje in de krant, werd er een beetje gekscherend melding van gemaakt, dat het commentaar bij het schaatsen op deze Olympische Winterspelen na vele vele jaren niet meer door Mart Smeets in dikke schaatstrui verzorgd werd. Dat herinnerde mij eraan, dat ik het onderwerp visserstruien nog eens verder zou toelichten.
In het afgelopen jaar is er in ons land breed iets gaande wat te maken heeft met het op zoek zijn naar oude motieven van gebreide visserstruien. Musea, archieven, historische verenigingen en particulieren verlenen alle medewerking door foto's van voor 1925 van vissers of zeevarenden zoals redders of veerbootbemanningen toe te spelen aan de schrijfster van het boek Stella Ruhe. Zij is op zoek gegaan naar de historie achter deze truien.
Het blijkt dat elk vissersdorp een geheel eigen breimotief gebruikte en dat dit een reden had. Wanneer een visser verdronk en pas veel later werd teruggevonden, dan kon aan de hand van het patroon van de visserstrui vastesteld worden, uit welke plaats de drenkeling afkomstig was. In een flink aantal gevallen was dan vast te stellen om wie het ging. Van Zeeland tot Moddergat, maar ook de vissersplaatsen aan het IJsselmeer, toen nog Zuiderzee, elk vissersdorp had zo zijn eigen motief.
Het boek visserstruien heeft veel losgemaakt bij mensen en niet alleen bij vrouwen die nog kunnen breien. Nee de verhalen achter de truien, dus over het bestaan van de vissers en hun gezinnen mogen zich in een warme belangstelling verheugen. De tentoonstelling over de visserstruien en de achterliggende verhalen is op in het Katwijkse museum officieel van start gegaan heeft heel veel bezoekers gehad en is inmiddels verplaatst naar Museum Skil in Oudeschild op Texel.
Rond 1 mei wordt de tentoonstelling als drieluik verplaatst naar de musea van Peasens Moddergat, Dokkum en Zoutkamp. Truien die te laat zijn gevonde om nog gebreid te kunnen worden voor dit boek, zijn alsnog door ervaren breisters op de pennen gezet en hopenlijk zijn deze klaar voor deze laatste tentoonstelling.
Onderdehand ben ik zelf wel een aardig ervaren breister geworden, maar aan dit soort projekten waag ik mij nog niet. Ik ben namelijk niet snel genoeg. Waar ik dan wel weer goed in ben, al zeg ik het zelf, is de kunst van het breien over te dragen aan mijn kleindochters. Heb ik Rixte rond de kerst leren breien, kleindochter Nina was afgelopen week een aantal dagen bij ons en ook zij kan nu breien. Zij heeft de eerste gondbeginselen van het breien nu ook onder knie en heeft een zelfde uiltje gemaakt.
Nog even terug naar de schipperstruien. Inmiddels is er, los van dit eerste boek, in Zeeland een soortgelijk project ontstaan. Ook daar is men bezig om een boek over visserstruien samen te stellen, maar dan alleen van dorpen uit Zeeland. De werktitiel is: visserstruien uit de Zeeuwse Delta. Ook zij schrijven op hun blog over het culturele erfgoed en de zovele bijzondere verhalen.
Wat mij betreft slaan beide projecten de handen ineen en wordt er van dit alles één mooi naslagwerk gemaakt.
De laatste tijd heb ik een kladblok naast de PC liggen waarop ik onderwerpen noteer waarover ik wil bloggen. Niet dat ik om items verlegen zit, er gebeurt genoeg in de wereld, maar ook in mijn leven waarover ik zou kunnen en willen schrijven, maar meer omdat een woord of een gebeurtenis steeds maar weer wegebt om vervolgens een tijdje later weer op te duiken en dan heb ik het nog steeds niet in een blogje verwerkt. Maar vandaag is dat niet het geval, ik vat meteen de koe bij de horens.
Vanmiddag zullen wij niet aan de buis gekluisterd zitten om het schaatsen te bekijken. Bovendien wil ik het weinig over de Olympische Spelen hebben, omdat daar sowieso al veel aandacht voor is. De media staat er bol van. Wij gaan vanmiddag gezellig bridgen en we zien de schaatsprestaties wel een keer op één van de eindeloze herhalingen.
Tijdens de voorbereidingen, de honden moeten bijvoorbeeld vooraf goed zijn uitgeweest, komt opeens de uitdrukking: een stevig robbertje bridgen bij mij naar boven. De term komt vaak in boeken voor. Terwijl ik mij afvraag of dit nu met een D of met een T geschreven dient te worden zoek ik het gelijk maar op. En zie daar, een hele uitleg over de term robbertje.
Het komt voort uit het kaartspel en juist ja, met name de uit de Engelse kaartspelen whist en bridge en het wijst een reeks bijeenbehorende partijen aan. In overdrachtelijk gebruik betekent het: bepaalde korte periode van actie, te vergelijken met een potje kaarten of met een potje huilen.
Het woord robber is begin negentiende eeuw voor het eerst in de Nederlandse taal aangetroffen.
Terwijl ik dit zo opschrijf, kijk ik even vertederd naar de twee honden. Ook zij staan in het lijstje van onderwerpen waar ik weer eens over wil schrijven en wat er maar steeds niet van komt. Zij houden er van om van tijd tot tijd elkaar te vermaken door een robbertje met elkaar te vechten. Ze hangen elkaar dan wat in de bek, maar elkaar pijn doen is nog nooit gebeurd. Ik heb nog nooit één van hen horen janken. het is meer tijdverdrijf voor hen en we hoeven eigenlijk nooit in te grijpen.
We kunnen tegenwoordig dan ook gelukkig weer weg zonder hen altijd mee te moeten nemen. Wij gaan vanmiddag dus een stevig robbertje bridgen. Zij zullen wel een lekker potje gaan slapen om wanneer wij weer thuisgekomen zijn er even stevig tegen aan te gaan door gezellig met elkaar een robbertje te bekvechten.
Het gebeurt niet zo vaak, dat ik inhaak op een vorig blogje, maar dit keer doe ik het wel. In het vorige blogje over de tabletkrant, heb ik zijdelings een opmerking gemaakt over een speciaal overlijdensbericht, iets wat mij was opgevallen.
Ik blijk niet de enige te zijn geweest, want de zaterdageditie van de Leeuwarder Courant kopte met grote letters op de voorpagina: DAVID EN WILLEMKE BESLOTEN SAMEN UIT HET LEVEN TE STAPPEN. Het artikel ging over het echtpaar uit die merkwaardige rouwadvertentie.
In dit artikel wordt uit de doeken gedaan hoe deze mensen tot hun keuze zijn gekomen en hoe het heeft plaats gevonden. De man schijnt de benodigde medicijnen zelf besteld te hebben nadat hij advies had ingewonnen bij stichting De Einder. In overleg met de kinderen en andere familie is er daarna een datum geprikt en in het bijzijn van de kinderen heeft het echtpaar de bekers yoghurt met de medicijnen opgelepeld, ze hebben nog even gezwaaid en zijn daarna voorgoed ingeslapen.
In de weekendbijlage Sneon en Snein is er zelfs een dubbelpagina voor ingeruimd. Hier wordt de lezer een inzicht in hun huwelijk gegeven, waar niet anders naar voren komt, dan dat zij met plezier ruim 61 jaar samen zijn geweest. De man heeft heel zorgvuldig hun dood tot in de finesse voorbereid, zodat de kinderen op geen enkele wijze hier justitieel vervolgd zouden kunnen worden
In een zijcolumn wordt verder ingegaan op het aantal zelfdodingen. Er schijnt ongeveer 4000 keer per jaar euthenasie toegepast te worden, maar zelfdoding als echtpaar schijnt sinds 2002 slechts een kleine tien keer plaats gevonden te hebben. Stichting De Einder zegt ook dat dit sporadisch voorkomt, maar dat de verwachting is dat dit aantal wel gaat toenemen. Men wil steeds meer de eigen regie in handen houden.
Voorlopig staat dit nog heel ver van mij af en gedraag ik mij nog liever als een struisvogel door mijn kop in het zand te steken en nog niet aan mijn einde te denken. Voorlopig geniet ik nog volop van het leven en de komende dagen helemaal, nu kleindochter Nina uit Roemenië een paar daagjes zonder haar vader of moeder bij ons verblijft. Grootouders worden betekent inderdaad, dat we wat ouder zijn geworden, maar daar staat zeker het genieten van de kleinkinderen tegenover.
klik
|
|