Ze zijn er weer, de lijstjes die traditiegetrouw aan het eind van het jaar verschijnen. Het mooiste nieuwe woord, het lelijkste woord wat eigenlijk geschrapt zou moeten worden, zoals vorig jaar het woord kids, ach lijstjes te over en ik houd ervan. Misschien ga ik daardoor ooit nog wel eens van die laatste maand van het jaar houden. Dat zou nieuw zijn, want ik ben niet echt een fan van de decembermaand. Ik houd veel meer van januari. Dan is alles nog nieuw, ongerept en is er veel nog niet ingevuld. Dan kan ik heerlijk wegdromen over wat er dat jaar allemaal wel niet kan gebeuren....
Dat wegdromen heb ik dan weer niet maar toch ook weer wel met de nieuwe kamer voor mij. De klus is geklaard, beide kamers zijn flink onder handen genomen, nieuw behangetje, nieuwe vloer; ik kan met de inrichting gaan beginnen. Ik sta te trappelen en ik kan bijna niet wachten om aan de slag te gaan. Tafel en stoelen zijn reeds uitgezocht, maar tegenwoordig heeft men lang niet alles meer op voorraad, waardoor ik een paar dagen moet wachten voor het geleverd kan worden. Maar een beetje dromen doe ik toch wel. Ik zie mij zelf in gedachten al achter de naaimachine zitten. Als eerste wil ik een slankmakende paarse kokerrok maken die ik dan aan kan trekken bij de Red Hatuitstapjes! Dat staat hoog op mijn to do lijstje.
En zo kom ik weer terug bij de eindejaarslijstjes. Bij DWDD werden onder andere de volgende woorden genomineerd om te schrappen: ombuigen, prima, deukdij, oudjes, gamificatie, gevaluiseerd. Ik geef hierbij niet de uitleg van het waarom van deze woorden, maar ik volsta met het alleen benoemen
Mijn keuze valt vooralsnog op het woord prima. Vroeger was ik heel trots als dit onder mijn werk in mijn reken- of taalschriftje stond. Dat gebeurde niet zo vaak, maar vandaag de dag wordt het woord om de haverklap gebruikt en daardoor heeft het aan waarde ingeboet.
De komende maand zullen er vast nog heel veel lijstjes verschijnen. Zoals gezegd, het hoort bij het eind van het jaar en ik geniet ervan.
klik
Terwijl ik druk bezig ben de plinten te ontdoen van stof, vuil en behangplakselresten, we zijn inmiddels begonnen met het opknappen van de tweede kamer boven en dat is ook de reden dat ik zo weinig blog, hoor ik in het nieuws, dat de rattenpopulatie fors toeneemt.
Vorige week was de vaatdoek een hot item en nu dus de ratten. Het lijkt er bijna op of er van regeringswege een opdracht is uit gegaan om een campagne te straten om ons er op te wijzen dat het met onze hygiëne de verkeerde kant uitgaat. Ik heb nog niet eerder meegemaakt, dat er op een maandagmorgen in verschillende nieuws- en actualiteitenprogramma's op de radio min of meer opgeroepen werd om de vaatdoekjes in onze huishoudens wat vaker te verwisselen. Dit naar aanleiding van een bericht dat er per jaar bij duizend mensen of meer, sprake zou zijn van een voedselvergifting.
Terwijl ik driftig aan het poetsen ben op de plinten hoor ik het verhaal van de oprukkende ratten aan. Aanleiding van dit bericht is, dat er per één januari buiten niet meer met rattengif gewerkt mag worden. Dit zal meer van invloed zijn op de toename van ratten dan de hygiëne van de doorsnee huishouding, denk ik een een beetje ballorig.
Wat denken ze wel, om mij week na week op mijn gevoel te gaan werken om toch vooral de hygiëne in acht te nemen. Ik doe niet anders. Ik poets me elke week suf. Okay, ik zie nu heus ook wel dat er op de plint onder het logeerbed, nu deze even verplaatst is naar de andere kamer, dat daar behoorlijk wat stof te vinden is, maar echt waar, ik kon er toch niet bij toen het bed er stond....maar als ik dan in ogenschouw neem dat het bed daar ruim zeventien jaar gestaan heeft, dan valt het ook wel weer mee.
Tijdens de diverse opruimingen die ik in de afgelopen weken gedaan heb, kwamen allerlei beelden van vroeger naar boven en zo kwam ik ook terecht bij de wekeleijkse poetsbeurten die mijn moeder, mijn tantes, de buurvrouw, maar ook de moeder van mijn vriendinnetje vol overgave uitvoerden. Bijna wekelijks werden de ramen gelapt, de kamer werd half afgebroken om overal maar goed bij te kunnen, hetzij met de stofzuiger, het zij om met de dweil het zeil goed te kunnen afnemen. Het was voor de huisvrouwen van toen een ware krachtmeting. Tegenwoordig gaat het er allemaal heel wat makkelijker aan toe.
Tevreden kijk ik naar de resultaten van de opknapbeurt van de beide kamers. Nog even en dan zal de tweede kamer ook klaar zijn. Ik hoop dat ik volgende week weer in mijn gewone doen zal zijn. Misschien ben ik dan ook weer wat minder gevoelig voor al die vreemde berichtjes die met hygiëne te maken hebben. In ieder geval zal ik dan weer eens wat meer tijd hebben om blogjes te schrijven, om te breien, om te kleuren om..... ja om heel veel leuke andere dingen te doen waar ik nu een paar weken weinig aan toe gekomen ben.
klik
Als ik straks mijn nieuwe kamer ga betrekken, wil ik wel graag dat alles goed geordend is, dus bedacht ik gisteren dat ik mijn naaikist maar eens onder handen moest nemen. Terwijl ik daar mee bezig was dwaalden mijn gedachten af naar vroeger.
Wij hadden vroeger thuis zo'n inklapbare net als op de foto hiernaast, alleen was die van ons donkerbruin. Wij slaagden er nooit in om die naaibox voor langere tijd netjes te houden, maar ik vond het helemaal niet erg als mijn vroeg vroeg of ik de naaibox wilde opruimen. De kleine stukjes stof, de bijna lege klosjes garen, de rondslingerende spelden, naalden, drukknoopjes, haken en ogen en dan niet te vergeten het schaartje in de vorm van een ooivaartje die nooit gebruikt werd, allemaal stille getuigen van de afgelopen tijd. Het witte biesje van de groene zomerjurk die ik met mooi weer op zondag aan mocht, wat mij herinnerde aan de leuke fietstochtjes....
Al heel snel nadat ik getrouwd was, heeft mijn toenmalige echtgenoot deze naaikist voor mij gemaakt. Alleen, ik ben er nooit blij mee geweest. Ik heb ook nooit geweten waarom hij die kist gemaakt heeft, of het was omdat hij zelf iets om handen wilde hebben, of dat er een liefhebbende gedachte bij om voor mij iets te maken, ik weet het werkelijk niet. Wel weet ik dat ik niet echt blij was met de prijs die hij voor het materiaal had uitgegeven. Ruim dertig gulden was in de begin jaren zeventig toch een heel bedrag, zeker als je in ogenschouw nam, dat wij een beginnend gezinnetje waren met weinig geld en een kind op komst. Elk dubbeltje moest eigenlijk twee maal worden omgedraaid. En echt handig vond ik die naaikist, toen hij af was, ook niet.
Maar nu ruim veertig jaar later roept de naaikist en de inhoud daarvan toch dezelfde reactie op als indertijd de naaibox van mijn moeder deed. Ach zie nu eens, dat restje stof zus, dat knoopje zo. En ook de geur komt aardig overeen met de geur van de vroegere naaibox uit mijn kindertijd.
Ik zie nu pas dat, naast het foutje dat dit timmerwerk heeft, het is nooit goed te bepalen hoe de inzet nu precies in die kist geplaatst moet worden, het is altijd weer een beetje passen en wrikken, het toch een fraai stukje werk is. Ik ben er in de loop der tijd danig aan gehecht geraakt en ik ga hem dan ook zeker weer gebruiken.
klik
De mens is toch een wonderlijk apparaat. Mijn hele leven verbaas ik mij al hoe eenvoudig ideeën kunnen ontstaan, gebaseerd op soms flinterdunne informatie.
Op een zeg maar trainingsavond van de bridge, wij proberen dan om ons met zijn vieren wat verder te bekwamen in het bridgen door oefenspelen te spelen, hoorde ik tussen de bedrijven door dat men het afgelopen weekend veel plezier hadden gehad met het Keezen. Echt het was maar een flard, meer heb ik niet opgevangen, net genoeg om een conclusie te trekken dat het wel om een kaartspel zou gaan. Misschien wel een variant van toupen, bedacht ik om het verhaal wat kloppend te krijgen, terwijl ik de kaarten voor een volgend spelletje bridge rangschikte. Echt zo'n gedachte die snel weer verdwijnt en verder geen enkele betekenis heeft.
Omdat het zo langzamerhand de tijd van Sinterklaas is, begin ik hier en daar wat om mij heen te kijken. Ik weet al lang dat ik, wil ik echt veel genoegen aan dit feest beleven, stukje bij beetje de cadeautjes, surprises en presentjes moet verzamelen, of in ieder geval ideeën moet op doen. Daarom keek ik bij de Jumbo toch maar eens bij de spelletjes die daar met korting gekocht kunnen worden tegen inlevering van de gespaarde zegeltjes. De laatste weken had ik de zegeltjes toch maar aangenomen, je kon immers niet weten, misschien was er nog wel iets van mijn gading bij.
Groot was mijn verbazing toen ik het spel zag waarvan ik tot voor kort geen weet had dat het bestond. Oudhollands Keezenspel! Het schijnt een combinatie te zijn van mens erger je niet en van pesten. In de afgelopen tijd had ik al wel eens bedacht dat Rixte zo langzamerhand de leeftijd wel heeft om het kaartspelletje pesten te leren. Dat zou naast het mens erger je niet, een leuke uitbreiding kunnen om samen gezellig een spelltetje te doen. En nu zag ik dit.
Hoewel ik het in eerste instantie niet direct gekocht heb, ben ik een dag later toch maar terug gegaan. Misschien heb ik geluk gehad, er was nog maar één doos. Dus via een hele losse opmerking ergens eerder in de week opgedaan, heb ik een eerste Sinterklaascadeau gekocht. Wonderlijk, hoe dingen soms kunnen gaan.
Al met al begin ik aardig in de stemming te komen om dit heerlijke feest te vieren, want ook, nu Rixte weet hoe de vork in de steel zit, vieren we het Sinterklaasfeest samen. Het zal anders zijn, maar daarom niet minder gezellig. Wat dat betreft is het een meegroeien met de tijd en de ontwikkeling.
En dit laatste zou ik dan ook graag op die hele onnozele Zwarte Pietendiscussie willen toepassen. Misschien is het inderdaad wel de tijd om naast de gebruikelijke zwartepieten op een speelse wijze wat ruimte te maken voor kleurenpieten. En dat is een standpunt die niet gebaseerd is op flinterdunne informatie maar meer op voortschrijdend inzicht. Ik hoop dan ook van ganser harte dat er op deze manier voldoende tegemoet gekomen wordt aan de tegenstanders van zwarte piet, want het kan toch niet de bedoeling zijn dat we het hele Sinterklaasfeest maar gaan afschaffen. Daarvoor is het spel dat we met ons allen opvoeren toch veel te leuk.
Soms loop, in dit geval fiets, je zomaar ergens tegenaan, We waren afgelopen zomer dus in het dal van de Loire, tussen Saumur en Tours, omdat daar kastelen te vinden zijn èn omdat ik dacht dat hier redelijk gefietst kan worden. En zo kwamen we bij toeval in Candes. Niet omdat ik ook maar iets gelezen had over Sint Maarten, nee veel meer omdat ik dacht dat het wel een mooi plekje zou zijn, daar waar de Vienne en de Loire samenvloeien. En dat was ook een heel mooi punt. Zonder meer.
Nadat we uitvoerig van dit uitzicht hadden genoten fietsen we verder en kwamen we in het plaatsje Candar. Hier stapten we even af. De helft van de kerk was wegens restauratiewerkzaamheden ingepakt, maar de hoofdingang was goed zichtbaar en dat leek mij erg oud waardoor het mijn aandacht trok en ik even naar binnen wilde.Al snel stuitte ik op informatie over de heilige Sint Maarten. De kerk zou al heel oud zijn, dit zou te zien zijn aan de houten beelden boven in de kerk. Verder waren er vele verwijzingen naar de heilige Sint Maarten of Martinus.
Martinus van Tours, geboren in Sbaria, Hongarije, leefde van 316 tot 397. Als Romeins legerofficier kwam hij op een koude winterdag een naakte bedelaar tegen, die om hulp vroeg. Andere mensen liepen hem voorbij, maar Martinus niet. Hij sneed zijn mantel doormidden en gaf de ene helft aan de bedelaar. In de daarop volgende nacht verscheen Christus in een droom. Hierna liet Martinus zich dopen en een paar jaar later werd hij zwerfmonnik.
Hij kreeg vele volgelingen en in 361 ontstond het eerste klooster op Franse bodem. In 371 werd Martinus door het volk tot bisschop van Tours gekozen. Slechts op bezoek in Candes stierf Martinus op 8 november 397.
Bij de begrafenisplechtigheden in Candes ontstonden ongeregeldheden. Daar troffen troffen de inwoners van Poitiers en die van Tours elkaar. Die-van-Poitiers zeiden: "Bij óns was hij monnik. Wij mogen dus zijn lijk hebben." Maar die-van-Tours zeiden: "God heeft hem bij jullie weggehaald om hem bij ons bisschop te laten worden."
's Nachts toen die-van-Poitiers sliepen, namen die-van-Tours stiekem Martinus' lijk weg, wierpen het door het raam naar buiten in een boot die daaronder klaarlag en voerden het met zich mee over de rivier de Loire naar de stad Tours.
Daar rust Martinus in zijn graf tot op de dag van vandaag.
Ik was niet echt van het hele verhaal op de hoogte en ik beloofde mijzelf, dat ik later als ik thuis zou zijn, mij hier eens meer in zou verdiepen. Dat heb ik gedaan.Ik kan alle kennis niet in één blogje kwijt. Of deze twee verhalen echt historisch juist zijn is niet echt na te gaan.Naast deze twee verhalen zijn er nog veel meer verschillende verhalen in omloop. Deze zijn hier http://www.heiligen.net/heiligen/11/11/11-11-0397-martinus.php te vinden. Ook is er tegenwoordig een heuse lesbrief over Sint Maarten te vinden en ergens heb ik zelfs een vergelijk gelezen met Sinterklaas en zijn Pieten. Ook wordt er ergens nog een vergelijk met carnaval gemaakt. Aswoensdag lig even ver verwijderd van Pasen als Sint Maarten van de Kerst
Een ding is zeker, ik heb heel veel over Sint Maarten geleerd en het feest is op deze manier wel veel meer voor mij gaan leven.
klik
klik
Met veel plezier kijk ik terug op de middag, waarop ik als vrijwilliger van de Zonnebloem mijn taak als regiobestuurslid uitvoerde. Het is namelijk de bedoeling dat ik (onder andere) twee keer per jaar een middag organiseer voor Zonnebloemvrijwilligers die op afdelingsniveau als bestuurslid bezoekwerk functioneren. Met veel plezier heb ik het thema van deze middag voorbereid en het leek wel een heel klein beetje alsof ik weer even terug was in mijn werk. Met de wetenschap dat ik dit maar een paar maal per jaar hoef te doen heb ik er veel plezier in om als vrijwilliger op deze manier mijn maatschappelijke steentje bij te dragen.
Naast de voldoening van het welslagen zo'n middag geeft het mij ook veel denkstof en dat is dan ook één van de redenen waarom ik dit in een blogje verwerk.
Met een opkomst van veertien mensen uit diverse afdelingen moet ik toch concluderen dat er veel Zonnebloemvrijwilligers actief zijn. Deze veertien mensen maken namelijk deel uit van evenzoveel afelingsbesturen en deze besturen sturen op hun beurt weer vele vrijwilligers aan die zich dan daadwerkelijk inzetten voor de doelgroep. Deze doelgroep moet als volgt gedefinieerd worden: De Zonnebloem richt zich op mensen met een lichamelijke handicap om hen ondanks de beperkingen ook van het leven te laten genieten. Een beetje populair gezegd gezegd, de Zonnebloem wil de slagroom op de taart zijn, het leven van deze mensen leuker maken. Dit is ook precies wat voor mij de aantrekkelijkheid van deze organisatie is. Niet alleen maar moeilijke gesprekken of zware begeleidingsprogramma's, nee de gezelligheid staat voorop.
Gezien het grote aantal vrijwilligers moet er toch ook een grote doelgroep zijn, alleen, die ben ik in mijn eigen maatschappelijke verkeer nog weinig tegengekomen. Ik vraag mij dan ook af of dat aan mij ligt of dat het werk van de Zonnebloem zo onzichtbaar is, dat het voor buitenstaanders niet waarneembaar is?
Natuurlijk kan ik naar de plaatselijke afdelingen toe gaan en vragen of ik eens mee mag doen met een aantal activiteiten, dat zal ik ook zeker gaan doen, maar daar naast ben ik benieuwd hoe de bekendheid ligt bij niet direct betrokkenen van de Zonnebloem, dus niet als vrijwilliger en ook niet als gast.
Ik ben heel benieuwd of u als lezer van dit blog mensen kent die op de één of andere manier betrokken zijn bij de Zonnebloem
klik
Zo nu en dan overkomt het mij, dat ik mij bewust word dat ik gelukkig ben. Gistermiddag was zo'n moment. Omdat we druk in de tuin bezig waren en daar veel, heel veel werk gedaan moest worden, besloot ik om niet het hele rondje met de honden te lopen, maar halverwege het fietspad terug te keren. Daar ik nu van een andere kant kwam had ik een heel ander zicht op de bomen aan het begin van het pad. Strak blauwe lucht en drie grote bomen vlakbij elkaar, niet meer vol in het blad, maar prachtig getooid in gele herfstblaadjes, badend in het zonlicht op deze zeer warme eerste novemberdag.
Nee ik heb er spijtig genoeg geen foto van genomen. Ik was te druk bezig met dat wat ik zag en mijn innerlijk met elkaar te harmoniëren en dat zal dat moment van geluksgevoel wel teweeg hebben gebracht. Zo'n moment duurt nooit zo heel lang, want kort daarna krijg ik allerlei bedenksels waarom ik mij gelukkig mag prijzen.
Ik ben zo blij dat mijn gezondheid weer is zoals die is. Ik kan weer prima lopen en dat is een paar jaar heel anders geweest. Ook zijn mijn darmklachten tot een minimum gereduceerd. Nu ik niet meer hoef te werken is mijn gezondheid er stukken op vooruit gegaan. En dat heeft niet te maken met dat ik het niet meer druk zou hebben, want ik heb het druk genoeg met van alles en nog wat, maar het leven is inderdaad niet meer zo gejaagd als dat het de laatste jaren was.
En toch mis ik zo nu en dan het werk wel, in die zin: ik zou zo af en toe best wel eens een stukje over willen doen maar nu met meer tijd. Deze week werd ik door een oudleerling aangsproken. Zij heeft een flink aantal jaren geleden een volwassenopleiding gevolgd waar ik veel lessen aan heb gegeven. Ze had het twee prachtige jaren gevonden vertelde ze mij. Kijk, dan ga ik even in gedachten terug naar die tijd. Ook ik bewaar daar goede herinneringen aan en ik zou er niets op tegen hebben om daar weer een paar maand naar terug te keren. Maar dat is uitgesloten. Er kan niets overgedaan worden, nog niet een minuut.
Het beeld van die bomen zal ik mij ook zonder foto wel blijven herinneren, maar toch ben ik blij dat ik vaak wel foto's maak. Ik word namelijk helemaal blij van de foto's die ik deze zomer genomen heb van die mooie Franse tuin bij Villandry. Sommige herinneringen hoeven niet met foto's ondersteund te worden, andere daarentegen krijgen door het zien van de plaatjes net iets meer waarde.
klik
|
|