Eerlijk gezegd viel het mij nog wel mee, wat er gisteren uit het onderzoek kwam van het Opiniepanel van EenVandaag. Sinds een tijdje ben ik één van de vele panelleden en krijg ik dus van tijd tot tijd een enquete toegestuurd die ik dan ook invul en weer terug stuur. Hierdoor verdiep ik mij wel wat meer in dit alles, gestimuleerd door de gerichte vragen die ik krijg.
De versoepelingen schijnen goed ontvangen te zijn, maar ik vraag mij af: welke versoepelingen? Die anderhalve dag dat middelbare scholieren naar school mogen? Ikzelf vind dat een versoepeling van helemaal niets. Wat hebben leerlingen daar aan? Brengt het wat structuur in hun leven? Dacht het niet. Volgens mij is het risico dat het averechts gaat werken veel groter dan wanneer er gekozen zou zijn voor volledig open. Leerlingen krijgen in ieder geval de gelegenheid om veel en vaak met elkaar af te spreken buiten de schooluren, want wat moeten ze met die ellenlange dagen dat er geen school is? En wanneer de leerlingen dan buiten de school ergens met elkaar afspreken, in parken bijvoorbeeld, dan is er op geen enkele wijze controle.
Een pluspunt vind ik de contactberoepen. Het is natuurlijk voor iedereen fijn, dat de contactberoepen weer uitgevoerd mogen worden. Ook mijn coronakapsel is niet meer om aan te zien, maar het meest kijk ik uit naar een bezoek aan de pedicure. Wat zal dat heerlijk zijn als mijn voeten weer eens goed onder handen worden genomen. Met die versoepeling ben ik persoonlijk wel erg blij.
Maar ik had graag gezien dat het bezoek binnen van één persoon uitgebreid was naar weer twee personen en dat de groepsgrootte buiten uitgebreid was naar vier personen. Gewoon even op straat een praatje kunnen maken met een ander stel, dat zou buiten toch mogelijk moeten zijn.
En ja, van mij mogen de terrassen ook open. Ik denk dat "men", ik bedoel Rutte en Consorten, zijn hand gaat overspelen door te veel vast te houden aan de harde coronamaatregelen. Zo nu en dan komt de geest al uit de fles, bij de invoering van de avondklok bijvoorbeeld. En gisteren, de toestroom in de parken, is ook al zo'n signaal en ook de geluiden van de winkels en de horeca liegen er niet om. Tot nu toe is men er in geslaagd om de geest weer terug in de fles te krijgen, maar ik vraag mij af hoe lang dit nog blijft lukken.
Ik weet het, het is niet eenvoudig om in deze situatie beslissingen te nemen, maar ik heb zo mijn ernstige twijfels of dit alles nog wel de goede kant opgaat. De onrust neemt steeds meer toe en als straks de geest echt uit de fles is, lijkt mij de ingeslagen weg om de besmettingen in te dammen een heilloze zaak. Met wat meer vrijheden zou het aantal besmettingen misschien wel wat oplopen, maar min of meer gecontroleerd, maar als in de komende weken een flink aantal mensen uit protest van allerlei dingen ongecontroleerd gaat doen, dan kon dit nog wel eens veel schadelijker uitpakken wat besmettingen aangaat en wat dan uiteraard weer invloed heeft op de ziekenhuisopnames.
Over veertien dagen maar eens zien, of de parkbezoeken in Amsterdam, Tilburg en Groningen van gisteren inderdaad het aantal besmettingen omhoog gebracht heeft. Naast de uitgedokterde experimenten die nu in onder andere voetbalstadions en bij popconcerten plaats gaan vinden is dit ook mooi studiemateriaal, maar hier wordt gemakshalve maar aan voorbij gegaan zo is in het verleden wel gebleken denkend aan de demonstraties met te veel mensen. Ik heb daar toen geen dramatische resultaten van gezien. We zullen zien. Uit het onderzoeksresultaat van EenVandaag bleek dus dat er veel meer mensen, bijna 50 % niet echt tevreden zijn met de versoepelingen. Ik ben één van hen, maar ik had gedacht dat dit aantal nog hoger lag.
Gisteren heb ik mijn tijd eigenlijk een beetje verdaan (noem het verknoeid) met het kijken naar zinloze tv. Eerst zag ik Nadal de kwartfinale van de Australian Open verliezen en toen wij daarna terugkwamen van ons dagelijkse rondje met de jongens ben ik wat blijven hangen het spoeddebat over de avondklok. Tjonge jonge wat kunnen die dames en heren politici breedsprakig zijn. Ze spreken in hele lange zinnen, die dan uit vele bijzinnen bestaan en waar dan en passant heel andere onderwerpen ook nog even aangesneden worden; er lijkt geen eind aan te komen.
Mark Rutte en Fred Grappenhaus verstaan de kunst uitstekend om heel veel woorden te gebruiken en dan aan het eind niets gezegd te hebben. Ik hoor kamerleden regelmatig verzuchten, maar nu heb ik nog geen antwoord op mijn vraag. En dan wordt ook de truc nog al eens toegepast, door te zeggen 'ik kijk het even na en kom er dan later op terug'.
Maar ook andere politici kunnen er wat van hoor. Kuzu van Denk en van Dam van het CDA en mevrouw van Kooten zijn er ook heel bedreven in. Van de weeromstuit ben ik eens uit gaan proberen of ik ook op deze manier zou kunnen praten. En ja hoor, met een beetje moeite lukt dat wel. Zo erg zelfs, dat P. mij vroeg er alsjeblieft weer mee op te houden.
Zo'n gesprek ging ongeveer zo: Wat denk je P? er zou wat voor te zeggen zijn om nu de tafel af te ruimen, nou ja afruimen, wat is eigenlijk afruimen, je zou ook kunnen zeggen de lunch te beëindigen, dan volgt het afruimen als vanzelf, maar als we dit interessant vinden, nou ja interessant, wel leuk genoeg zou je ook kunnen zeggen, zouden we ook nog even, hoe zal ik het zeggen, o ja we zouden ook nog even kunnen blijven natafelen, want veel haast hebben we niet, want daar komt nog bij dat we deze middag veel vroeger met de lunch waren dan anders, niet dat we nu hele vaste etenstijden hebben, dus zo erg zou het niet zijn als we zouden besluiten om nog gewoon even te blijven zitten, want zo vaak vindt er geen spoeddebat over een avondklok plaats, dus wat doen we, laten we de boel de boel nog even of gaan we toch maar over tot de orde van de dag?
En op deze manier ging ik nog even door met het plannen maken voor het weekend. Niet best, als dit de manier van communiceren moet zijn, maar ik denk dat ik het zou kunnen, maar het staat me wel heel erg tegen. Dat is dan ook vast wel een reden geweest om na een paar aarzelende stappen om politiek bezig te gaan dit voor gezien te houden.
Het was een vreemde week in een merkwaardige tijd. Eerst waren er de ongemakken die koning winter vergezelden en daarna ging de strenge vorst met de diverse tv-presentatoren aan de haal. Zelfs de premier liet nog even zijn licht schijnen over het, volgens de pers bijna op handen zijnde volksevenement in Friesland. Maar gelukkig, de vorst liet weten na een goede week weer te zullen vertrekken. Wat er toen overbleef waren een paar prachtige winterdagen met heel veel zonneschijn. Dagen om van te genieten.
Toch is dit alles een beetje langs mij heen gegaan, omdat we met heel andere dingen bezig waren. P. zou namelijk een staaroperatie moeten ondergaan. Dit zou op donderdag om 8 uur in Harlingen plaats vinden, een klein uurtje rijden, en zo waren wij veel meer bezig met wat het weer zou doen en hoe de wegen zouden zijn.
Op dinsdagmorgen werd de operatie gecanceld vanwege een corona uitbraak in het MCL te Leeuwarden. Harlingen en Leeuwarden werken nauw samen, zo ook de oogarts, die spreekuur in Leeuwarden houdt maar de operaties in Harlingen verricht. Door dit heen en weer reizen van de artsen vond men het risico van besmetting te groot en is er besloten dat er in de komende veertien dagen de niet direct noodzakelijke operaties stop gezet werden.
Het probleem van eventuele sneeuw of extreme kou was dus opgelost. Tja, 22 april is wel heel erg ver weg, maar daar is verder niets aan te veranderen, het is een kwestie van weer achter in de rij aansluiten.
Tijd en ruimte genoeg om verder te puzzelen, want buiten was het nog niet echt aangenaam te noemenOp donderdagmorgen was het echter al stralend mooi weer toen wij de dag begonnen. Tijd om plannen te maken om er mogelijk op uit te trekken, maar toen diende zich een volgend probleem aan. Na het ontbijt ging ik mijn tanden poetsen en zie daar, opeens zag ik een vreemd gat in mijn mond. Daar waar een kroon moest zitten zag ik nu een leegte. Bij nadere inspectie bleek de kroon vast te zitten in een stukje prothese. Zoiets veroorzaakt bij mij altijd een grote paniekreactie. Wat nu? Tandarts bellen natuurlijk
De volgende dag kon ik 's middags om 1 uur bij hem terecht. Met heel veel moeite heb ik prothese en kroon weer een beetje op zijn plaats kunnen drukken, maar het plezier in het mooie weer was wat weg. We hebben 's middags nog wel een aardig tochtje gelopen, maar anders dan ik mij had voorgesteld.
De vrijdag had dus weer vele andere beslommeringen zoals de vierwekelijkse injectie die P. krijgt, de wekelijkse boodschappen halen en het tandartsbezoek. Hij is meer dan een uur bezig geweest, maar de kroon zit weer waar die zitten moet.
En zo zijn we bij de zaterdag aangekomen en toen stond ons niets meer in de weg om met de jongens het ijs op te gaan. En toch viel het mij wat tegen. Ik was veel banger om te vallen dan ik gedacht had. Na een kleine kilometer op het ijs gelopen te hebben, hebben we onze plannen gewijzigd en hebben we onze tocht voortgezet, maar dan gewoon over de weg. En mensen, wat was het mooi! Dus gelukkig hebben we toch nog van een portie wintervreugd kunnen proeven. En de jongens? zij vonden het heel merkwaardig dat je zo maar over de sloot kon lopen. Vooral Iemand vond het heel vreemd. Hij klom verschillende keer door het riet naar de weg om dan heel snel weer terug te keren op het ijs. Zoiets had hij nog nooit meegemaakt. Heel merkwaardig.
Bambi en Bambi op het ijs
klik
Het lijkt wel of (bijna) heel Nederland lijdt aan schaatskoorts. Natuurlijk is het mooi, dat er weer eens sprake is van een winter en het verzet onze zinnen wel even. Eindelijk wordt het nieuws niet gedomineerd door het coronavirus en de gevolgen daarvan.
Of toch wel een beetje? Uiteraard kunnen (mogen) er geen toertochten georganiseerd worden en ook op de ijsbanen zullen de verschillende regels die in acht genomen moeten worden wel een groot stempel gaan drukken op de gezellige drukte die er meestal is. En mochten de grachten en de Bolwerken nog dicht komen te liggen, koek en zopie tenten zullen ook wel niet toegestaan worden.
De tocht der tochten gaat hoe dan ook niet door, maar volgens mij is er daar ook geen sprake van, want het is veel minder koud en ook veel minder lang, dan wat de voorspellingen eerst zien lieten. Gelukkig maar, want het zou wel heel zuur zijn geweest als de Elfstedentocht nu wel plaats had kunnen vinden.
Ik ben niet een echte fan van winterweer, ook nooit geweest. Hoe ik het ook geprobeerd heb, de schaatskunst heb ik nooit onder de knie gekregen. Ik zie mezelf nog staan stuntelen op de vijver, gelegen naast school waar ik heen ging. We mochten toen een aantal middagen de schaatsen mee naar school nemen en dan werd er 's middags een uur geschaatst. De bovenbouw aan het begin van de middag en de onderbouw aan het eind. Het was een ramp voor mij. Ik kon niet schaatsen en ik kreeg alleen maar hele koude tenen. Ik was blij als de juf zei, dat we naar huis mochten. Dat was één van de weinige keren dat ik alleen naar huis liep, want mijn vriendinnetjes bleven nog wel langer...
Ik was veel beter in het observeren en analyseren van het hele gebeuren, want toen wij in één van de volgende dagen de opdracht kregen om een tekening te maken, wist ik daar wel raad mee. Alleen, toen de tekening klaar was, vond ik, dat de tekening toch wel iets vreemds had, waarschijnlijk begon mijn ruimtelijk inzicht te ontwaken, maar toen ik zag dat veel kinderen mij na waren gaan doen, was ik toch wel weer gerust gesteld. De pas gebouwde flats waren goed te herkennen.
In de afgelopen dagen daalde ik dus even af in de krochten van mijn herinneringen en zag ik dit alles weer voor mij. Opeens schoot mij te binnen dat die leuke schriftjes nog ergens moesten liggen en lang hoefde ik niet te zoeken. Ze lagen daar waar ik dacht dat ze waren, in een tasje in een lade van en bureau dat op zolder staat. Volstrekt onzinnig om zoiets te bewaren, ik weet het, maar als ik die schriftjes zie, proef ik weer het plezier van het maken van al die werkjes.
Het was 1959, ik zat in de tweede klas en naar school gaan was doorgaans voor mij een feest. Ik had dan ook een juf die er hele moderne ideeën op na hield. Van tijd tot tijd werd er van ons werk een boekje gemaakt. Zelf hadden we niet eens in de gaten, dat we weer met een projectboekje bezig waren, maar achteraf snapte ik dan dat op de knutselmiddag, meestal op vrijdag, de voorkant en de achterkant van het boekje door ons gemaakt werd. De tulpen als voorkant van het boekje over de lente heb ik niet helemaal afgekregen. Naast schaatsen was plakken nou ook niet direct mijn favoriete bezigheid, om van verven maar te zwijgen. Je krijgt er vieze handen van.
Afijn, zo was ik door de vorst van nu weer heel even het achtjarig school meisje Hanny. En de boekjes? ach die breng ik maar terug naar de zolder. Ik kan er nog steeds geen afscheid van nemen. En ondanks dat ik dus geen echt wintermens ben, hoop ik in de loop van de week toch iets van de ijspret te kunnen proeven.
|
|