ONTGOOCHELD
Zo langzamerhand was ik (waren wij) weer in mijn (onze) gewone doen gekomen en het leek erop dat we weer gewoon verder gingen, waar we gebleven waren. We hadden alle draden weer aardig opgepakt. Ik was weer druk met mijn breiclub, we gingen weer tennissen en bridgen, we deden ieder ons vrijwilligerswerk bij de organisaties waar we ons voor inzetten, kortom het leven liep weer op rolletjes en ik zag het tot mijn grote vreugde overal om mij heen lente worden.
Het bezoek aan de oncoloog in het academisch ziekenhuis Groningen, voorafgaand aan de pet scan die nog gemaakt moest worden was een vervelende bijkomstigheid, een hobbel die gewoon even genomen moest worden. Ik had er het volste vertrouwen in dat P. weer helemaal in orde was. Hij kon immers alles weer. P. was zelf iets minder zeker over dit alles, maar niet echt heel erg verontrust.
Een dag voordat we naar Groningen zouden gaan om de uitslag te bespreken werd er gebeld dat we op een andere datum moesten komen omdat de uitslag nog niet in het team besproken was en toen ook het woord behandelplan viel, werd ik toch wel wat zenuwachtig en was ik opeens ook iets minder zeker van een goede uitslag.
Helaas, er bleek inderdaad toch iets aan de hand te zijn. Op drie verschillende plaatsen in de darmen bleken lymfklieren aangedaan te zijn. Levensbedreigend is het niet, maar het zou toch beter zijn als deze operatief verwijderd worden. Het hoefde ook niet met spoed te gebeuren, maar om eventuele groei tegen te gaan zou P. injecties krijgen. Eerst vier weken drie keer per dag een injectie en daarna zou men overgaan tot een injectie één keer per vier weken. Dit is dan een zogenaamd depotinjectie.
De subcutane injecties drie keer op een dag mocht ik wel toedienen, daar hoefde de thuiszorg niet voor te komen, ik had aangegeven ooit verpleegkundige te zijn geweest. De latere injecties 1 keer per 4 weken zouden anders geregeld moeten worden.
Vol goede moed reden we naar huis. Niet leuk, maar niet onoverkomenlijk, zo was onze conclusie. P. zei wel tegen de operatie op te zien, maar het was niet anders. We gaan er voor, zo was ons devies.
Een dag nadat we met de injecties begonnen zijn, kijken we toch wel iets anders tegen de situatie aan. De bijwerkingen van de injecties liegen er niet om. Na vier keer een spuitje gehad te hebben was P. 's avonds al zo ziek, dat ik net iets voor middernacht maar contact ben gaan zoeken met de afdeling oncologie in Groningen. We hadden niet voor niets de instructie gekregen om dat nummer te bellen als P. last kreeg van één of meerdere verschijnselen die in het rijtje van de bijwerkingen vermeld staan.
In ieder geval nu stoppen met de injecties was de raad die we kregen en maandag zal de behandelend arts op de hoogte gebracht wordenen mogelijk contact met ons opnemen.
P. knapt nu gelukkig weer wat op, maar wat was hij ziek en dat binnen drie uur nadat ik hem die laatste injectie toegediend had. Het moet wel een heel vreemd goedje zijn als je daar zo snel zo ziek van kunt worden. Ik begin nu wel enige vraagtekens te krijgen over datgene wat P. nog te wachten staat. Het gaat vast goed komen, daaar heb ik wel vertrouwen in, maar het leven is even niet zonder zorgen.
Hopelijk gaat het nu wat beter met gosse. Ik vind het maar een vreemd verhaal over die lymfeklieren, maar ja je moet als patiënt alles maar geloven en slikken wat ze je voorschrijven. Sterkte ermee hoor.