VAARWEL
Deze week heb ik afscheid genomen van De Zonnebloem. Zes jaar lang heb ik deel uitgemaakt van het regiobestuur, waarvan ik vijf jaar als voorzitter gefunctioneerd heb. Als ik terugkijk op deze periode moet ik zeggen, dat ik het wel met plezier gedaan heb, maar dat het nooit "Mijn Zonnebloem" is geworden. Op de een of andere manier is er nooit de klik ontstaan waardoor ik meer enthousiasme ging voelen dan alleen maar, "wel leuk om te doen".
Het voorzitterschap, de bijeenkomsten van de afgevaardigden van de afdelingen leiden, paste mij als een handschoen. Daar had ik veel plezier in en daar haalde ik ook wel voldoening uit. Dat had ik ook nog best een poosje willen blijven doen, maar ik begin steeds meer kanttekeningen te krijgen bij De Zonnebloem als organisatie.
Ik zie dat heel veel mensen plezier hebben die op welke manier dan ook betrokken zijn bij De Zonnebloem en dan denk ik niet alleen aan de gasten of deelnemers. Ook de vele vrijwilligers op de verschillende niveaus zoals de vrijwilligers binnen de afdelingen die de activiteiten mogelijk maken, de bestuurders in de diverse geledingen als zijnde , de afdeling, de regio, de provincie en landelijk verrichten doorgaans met veel plezier hun taken.
Zo heb ik dit afgelopen jaar, ondanks de ziekte van manlief, met veel genoegen mijn steentje nog bijgedragen om een aantal plaatselijke afdelingen bij elkaar te brengen en te steunen bij het organiseren van een kleinschalige vakantie. Wegens bezuinigingen zijn de vakanties voor grotere groepen twee jaar geleden abrupt gestopt.
Om zo'n heel apparaat in werking te houden kost heel veel geld. Uitgangspunt is, dat vrijwilligers alle onkosten vergoed moeten kunnen krijgen en daar zit voor mij een wrijfpunt. Dit kost namelijk heel veel geld. Zoveel geld zelfs, waardoor er aan de gasten of deelnemers marktconforme prijzen doorberekend worden. Is dat wel juist, zo vraag ik mij af, want als ik naar de gasten of zo u wilt, de deelnemers kijk, zijn het nu niet de mensen met de hogere inkomens.
Maar dat is niet het enige punt, waarom ik na twee zittingstermijnen er een punt achter gezet heb. De Zonnebloem bestaat nu 70 jaar en de maatschappij is natuurlijk in die 70 jaar ook heel veel veranderd. Voor mij is het de vraag of er nog wel bestaansrecht is voor zo'n grote bestuurlijke organisatie. Past dit nog wel in deze tijd. Binnen de Zonnebloem is men wel bezig om de structuur aan te gaan passen, meer afgestemd op de tijd van nu en dat is denk ik een goede zaak. Alleen het gaat allemaal zo langzaaaaaam en het duuuuuurt allemaal zo lang, want het moet over zovele schijven.
Daarom kan ik er niet meer warm voor lopen om hier mijn schouders onder te zetten. Ik heb ontdekt dat ik door de vele veranderingen die ik destijds in het onderwijs heb mogen/moeten meemaken, niet meer gemotiveerd kan raken om op opnieuw aan een grootschalig veranderingsproces mee te werken. Mijn conclusie is dan ook, dat het beter is om te stoppen.
Maandag was mijn laatste vergadering. Het is goed zo. Er is een tijd van komen en een tijd van gaan. Onder dankzegging voor de mooie bos bloemen en een cadeaubon wens ik vanaf deze plaats De Zonnebloem heel veel goeds voor in de toekomst.
In het verleden ging ik wel eens mee met zonnebloemuitjes als er één op één begeleiding nodig was, zoals naar de Keukenhof bijv. Dat was in een Haagse afdeling waar ik toen al gewoon voor mijn eigen intree moest betalen en busrit betaalde. Daar had ik niet zo’n probleem mee, maar ik kan me voorstellen dat er ook vrijwilligers zijn die dat niet kunnen missen. Hier ligt eigenlijk een taak voor de attracties want tot mijn verrassing blijkt diergaarde Blijdorp de rolstoelduwers gratis toegang te verlenen. Daar kan de Keukenhof nog iets van leren.