VREDESWEEK
Deze week is het Vredesweek. Hoe is het mogelijk dat dit bijna totaal aan mij voorbij gaat, evenals vorige jaren, zonder dat ik er enige aandacht voor heb. Dat is wel eens anders gweest. Eind zeventiger, begin tachtiger jaren was ik hier in maatschappelijk opzicht veel meer bij betrokken. En dat gold voor velen. Ik, en met mij vele anderen, maakten zich meer en meer los van een kerk, maar we wilden wel "iets" uitdragen. Het IKV en Pax Christi werden een vormende en structurerende motor om met vele "losse" vrijwilligers, voortkomend uit die groep kerkverlaters, jaarlijks de Vredesweek gestalte te geven. Vrede, dat was wat we als jong volwassenen wilden hebben. Een wereld waar het goed toeven zou zijn voor ons en voor onze kinderen. Dat ging net iets verder dan de "gezelligheidsgedachte" van de flower-powerbeweging. In de jaren negentig werd er op de scholen nog steeds veel aandacht besteed aan de Vredesweek door middel van posters en folders. De laatste jaren merk ik er weinig meer van. Het thema van "De Zoutkorrel", het katern dat we gebruiken voor de dagopeningen, is deze week: Slecht Nieuws. Dit verwijst nog wel naar de internationale Dag van de Vrede, maar omdat ik op geen enkele dag het eerste uur les geef en dus geen dagopening hoef te verzorgen, zou het mij dit jaar helemaal ontgaan. Het leeft niet meer zo als veertig jaar geleden, niet bij mij en niet in de maatschappij. Jammer, want ik vind Vrede nog steeds een heel belangrijk goed wat voor iedereen bereikbaar zou moeten zijn.
Eigenlijk moet vrede vanzelfssprekend zijn, en hier is dat ook wel zo.