ARBEIDSVREUGD
Heel langzaam komt het vertrouwde gevoel over de dagen als doorsnee dagen weer terug. Dagen waar gewoon de plicht roept. Dagen waarin ik verplicht ben om aan het arbeidsproces deel te nemen. Stilletjes aan begin ik te accepteren dat er een aantal dagen in de week zijn waarin ik het voor een deel niet zelf voor het zeggen heb, hoe ik die dag wil besteden. Heel voorzichtig voel ik het innerlijk verzet tegen de nieuwe arbeidsomstandigheden verdwijnen.
Ik mag het dan zelf wel niet gekozen hebben, maar de nieuwe uitdaging, een punt dat ik in mijn rationalistisch denken nogal eens naar voren haal, begint prikkelend te werken. De prikkeling om in de werksituatie tot goede resultaten te komen, begin ik meer en meer te voelen. Het omgaan met collega's krijgt mijn interesse. Collega's zijn mensen en mensen zijn interessant en daarom alleen al de moeite waard om ze te leren kennen. Het van huis vertrekken en weten dat er een taak ligt te wachten en later op de dag met een voldaan gevoel naar huis rijden omdat ik tevreden ben over datgene wat ik gepresteerd heb. Arbeidssatisfactie, het komt stukje bij beetje weer tot leven.
Werken. Het hoort bij het leven. Een ieder draagt zijn steentje bij. Van de schilders die deze dagen ons huis onder handen nemen verwacht ik, dat zij goed werk afleveren. Zo mag men van mij verwachten dat ik er toe bijdraag dat de meiden die nu het verzorgingsvak willen leren, zullen uitgroeien tot volwaardige beroepskrachten die de zorg voor de medemens op een waardige manier zullen gaan uitoefenen. Naast het feit dat men die inzet van mij mag verwachten begin ik er zelf ook steeds meer plezier in te krijgen. Kortom, ik geloof dat ik op weg ben om mijn draai weer te gaan vinden.
Die draai komt vanzelf ja.. Als je iid maar toegeeft aan het feit dat er wat diengen anders zijn dan voorheen..